Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De onvoltooide van Driebergen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onvoltooide van Driebergen

De synode en 'de zaak Huting'

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorige week zaterdag was de hervormde synode bijeen in een extra vergadering. 's Morgens werd het moderamen gekozen en vond de benoeming plaats van een nieuwe secretaris algemene zaken. De middagvergadering werd gewijd aan de uitspraken, die ds. H. Huting gedaan had, nadat hij teruggekomen was van een door de Wereldraad van Kerken belegde vergadering van kerkleiders in Harare (Zimbabwe) over de situatie in Zuid-Afrika. Ds. Huting had bij terugkomst gezegd dat, wanneer alle vreedzame middelen tegen het Zuidafrikaanse apartheidsregime waren uitgeput en de zwarte bevolking naar geweld als het enig overblijvende wapen zou grijpen, de kerk de zwarte bevolking niet zou mogen laten vallen maar dan het gewapende verzet zou moeten steunen.

De synode werd in de gelegenheid gesteld ds. Huting over één en ander te bevragen in een soort hoorzitting. Zuid-Afrika als zodanig stond niet op de agenda. Er was ook geen voorbereidend discussiestuk. Er kon dus ook moeilijk een nieuwe beleidsuitspraak van de hervormde synode worden verwacht. Wat dit betreft werd dan ook duidelijk teruggegrepen naar uitspraken van de synode over Zuid Afrika in 1982.

Verantwoording

Ds. Huting gaf allereerst een uiteenzetting van wat er gebeurd en gezegd was. De conferentie over de Zuidafrikaanse apartheid kon niet in Zuid-Afrika zelf worden gehouden, omdat dan velen geen visum zouden hebben gekregen. Daarom werd het Harare. Aan het eind van de bijeenkomst in Harare werd een Verklaring uitgegeven, waarin de kerken in Zuid-Afrika werden opgeroepen om te bidden voor de situatie en op 16 juni a.s. een gebedsdag uit te schrijven; verder om druk uit te oefenen op de internationale gemeenschap om investeringen in Zuid-Afrika te voorkomen en sancties te nemen tegen Zuid-Afrika; en tenslotte om die bewegingen te steunen, die werken aan de bevrijding van Zuid-Afrika.

Alle deelnemers aan de conferentie in Harare — en ds. Huting was de enige Nederlander — werden opgeroepen aan deze verklaring bekendheid te geven in hun eigen land. In Harare was gezegd dat als men een boycot van Zuid-Afrika op allerlei terrein afwijst men kiest voor continuering van het apartheidssysteem.

Ds. Huting schetste verder hoe het met zijn uitspraken gegaan was. Een journalist had hem in Harare, na afloop van de conferentie, gevraagd hoe het nu verder moest. De journalist vroeg hem: als het nu met een boycot niets wordt, wat dan? Dan zal de situatie intreden waarvoor Zuidafrikaners allang hebben gewaarschuwd en zal geweld onvermijdelijk zijn, aldus ds. Huting. Op het moment dat de zwarte bevolking in Zuid-Afrika zelf een vreedzame mogelijkheid niet meer ziet mogen wij hen niet laten vallen als kerk.

Ds. Huting ontkende verder dat door hem gezegd is dat het Werelddiakonaat het geweld steunt via steun aan het A.N.C. En passant zei hij dat hij in een gesprek met een lid van het parlement begrepen had dat onze regering al lang het A.N.C, steunt. Maar dat wordt naar buiten niet gezegd. Wel meende ds. Huting dat als een situatie van geweld in Zuid-Afrika zou optreden het Werelddiakonaat de humanitaire steun zou moeten uitbreiden. Ds. Huting stelde verder dat het hem verbaasd had dat overal in de pers wel geschreven was over wat hij over het tegengeweld gezegd had maar dat het geweld (van de Zuidafrikaanse regering) buiten het beeld gebleven was. Ds. Huting eindigde met de vraag of de Zuidafrikaanse regering een wettige regering was. Voor hem stond het vast dat die regering niet een regering overeenkomstig Romeinen 13 maar overeenkomstig Openbaring 13 was.

De synodeleden

Zestien sprekers gaven zich vervolgens op om te reageren op wat ds. Huting had gezegd.

Mw. ds. E. de Boer-Hessels (Sint Laurens) stelde dat door het spreken van ds. Huting in de hel van Zuid-Afrika een stem ter bemoediging had geklonken. Ze paste psalm 22 toe op de lijdenden aldaar.

Diaken A. W. de Ronde (Stellendam) had met zorg en verdriet kennis genomen van de uitspraken van ds. Huting. De schade, die is aangericht, is groot. Hoe was datgene wat ds. Huting gezegd heeft te rijmen met art. VIII van de kerkorde, waarin gezegd wordt dat de kerk in al haar geledingen blijft strijden voor het reformatorisch karakter van ons volksleven? Bij het A.N.C, gaat het om een streven naar een marxistisch-communistische één-partij-staat. De ideologie van het A.N.C, staat haaks op het beleid van de Hervormde Kerk, neergelegd in haar kerkorde.

Verder bracht hij in herinnering de situatie 80 jaar geleden in ons volk. Wie mocht er toen stemmen? Hadden we toen toch ook niet een wettige regering? Hij bracht verder in herinnering dat diegenen, die iets goeds met Zuid-Afrika voor hebben, vandaag op fascistische wijze worden gemolesteerd en vroeg waarom we vandaag niet naar Zuid-Afrika mogen reizen maar wel naar Nicaragua. Wat Zuid-Afrika betreft pleitte hij voor 'niet door kracht, noch door geweld maar door Mijn Geest zal het geschieden'.

Ds. G. Schaap (Poederoyen) begon met te stellen dat apartheid verwerpelijk is. Maar steun aan gewapend verzet daartegen is de kerk onwaardig. Hij vroeg zich af hoe het mogelijk is dat enerzijds zo duidelijk nee gezegd wordt tegen kernwapens en anderzijds tot gewapend verzet wordt opgeroepen. Welke criteria leggen we als kerk aan wanneer we ons solidair tonen met het verzet? Waarom het A.N.C. wél gesteund en andere bevrijdingsbewegingen in andere situaties niet? Met betrekking tot de kwestie Zuid-Afrika gaat het ook om het Evangelie van de verzoening. De kerk heeft daarbij alleen het zwaard van het Woord. Hier geldt 'mijn koninkrijk is niet van deze wereld'. Ds. Schaap waarschuwde ervoor dat de kerk een politieke actiegroep wordt.

Dr. K. Blei (Haarlem) zei dat de reden tot verdriet niet is de schade die nu aan de kerk zou zijn toegebracht, maar de situatie in Zuid-Afrika zélf. De kerk mag niet oproepen tot geweld maar moet wel plaats bepalen in een wereld die vol geweld is. Meet de kerk, als het over Zuid-Afrika gaat, met twee maten? Het gaat in Zuid-Afrika om een christelijke overheid, die zich een apartheidsideologie veroorlooft en het zijn de blanke kerken die het systeem in stand houden. Dr. Blei keerde zich tegen de gedachte dat het in Zuid-Afrika louter om een sociale kwestie en niet om een godsdienstkwestie gaat. Want de sociale kwestie wordt christelijk gemotiveerd.

Oud. G. A. den Hartog (Zoelmond) stelde dat onze synodepraeses teruggefloten is en dat het een goede zaak is dat de kwestie nu op de synode aandacht kreeg. Er is onrust ontstaan in de kerk

Ds. W. Klauwen, Joure meende dat we ons af moeten vragen wat onze broeders en zusters in Zuid-Afrika zélf zeggen. Daar is angst voor geweld van regeringszijde. En die regering baseert Zich op de Bijbel. De weg in Zuid-Afrika is onbegaanbaar. Het zou het beste zijn als geweld voorkomen werd maar in allerlei bladen constateerde hij een zekere dubbelzinnigheid: de mensen die nu kritiek hebben op (tegen)geweld in Zuid-Afrika hadden het niet toen het over de kernwapens ging.

Ds. G. Broere, 't Harde betreurde de uitlatingen van ds. Huting. De taak van de synodepraeses is een brugfunctie te vervullen tussen de synode en de hele kerk en tussen de kerk en de samenleving. Ds. Huting weet dat velen in de kerk moeite hebben met het politieke spreken van de kerk. Toch handhaaft ds. Huting zijn uitspraken. Ds. Broere vroeg zich af of het A.N.C. héél zwart Zuid-Afrika vertegenwoordigt. Welke functie wordt toegekend aan blank én zwart in Zuid-Afrika ten aanzien van het afwijzen van geweld? Ds. Broere vroeg zich af of de stroom kerkverlaters nog verder toe moet nemen. Hij verwees naar uitlatingen van prof. dr. H. Mulder, voorzitter van de Raad van Kerken, die zich ook kritisch over de uitlatingen van ds. Huting had uitgelaten. En waarom — zo vroeg ds. Broere tenslotte — heeft ds. Huting geen woord gezegd over de schending van mensenrechten in Matabeleland, waar de conferentie van Harare dichtbij gehouden werd? Ds. Broere concludeerde dat ds. Huting een wissel had omgezet en dat hij daarmee ook de zwarten in Zuid-Afrika geen goede dienst had bewezen. De kloof is verbreed.

Ds. W. W. Verhoef (Vlaardingen) zei dat alleen als hij pacifist was hij het oneens zou zijn geweest met de uitlatingen van ds. Huting. Hij constateerde dat hoe meegaander men is met de kernwapens hoe gebelgder men nu is als het om geweld in Zuid-Afrika gaat. Verder zei hij dat nog niemand aandacht gevraagd had voor de martelaren van Gorcum in de 80-jarige oorlog. Hij constateerde overigens een scheiding der geesten dwars door de modaliteiten heen en vroeg aandacht voor de 'hypocrieten', genoemd, in art. 36 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis.

Ds. A. Tromp (Maarssen) stelde dat de uitlatingen van ds. Huting polariserend hadden gewerkt. Hij vroeg zich af of de situatie in Zuid-Afrika te vergelijken is met de situatie in Nederland in de Tweede Wereldoorlog. De regering van Zuid Afrika heeft wortels in de historie van het land. In de Tweede Wereldoorlog ging het om een bezetter. De kerk moet het gewapend verzet juist voorkomen en er nooit toe oproepen. Christus heeft zelfs onder de bezettende Romeinse overheid niet tot verzet opgeroepen.

Oud. C. Hovestad (Rhenen) signaleerde dat mensen na de uitlatingen van ds. Huting financieel afhaakten van de kerk. Hij hoopte dat de synode zeggen zou: Huting had geen mandaat.

Oud. J. van Lokhorst (Gouda) hield ds. Huting — omdat deze de weergave in de pers van zijn uitlatingen nogal had gekritiseerd — de weergave voor van zijn woorden in het hervormd weekbulletin, dat onder verantwoordelijkheid van het moderamen staat. Daarin stond toch wel wat alle kranten hadden bericht (ds. Huting moest er nog over nadenken of die tekst juist was, v.d.G.). De heer van Lokhorst verwees naar dr. C. F. Beyers Naudé, die enerzijds stelde, dat de zonde van de apartheid tot onheil leidt maar dat anderzijds alleen radicale bekering tot God uitzicht biedt. Sancties kunnen het kwaad van de apartheid niet tegengaan. Steun aan het gewapend verzet leidt niet tot een betere samenleving. De kerk moet vrede en gerechtigheid prediken.

Ds. K. Schipper (Waspik) stelde dat ds. Huting had moeten laten doorklinken dat zijn uitspraken persoonlijke uitspraken waren. Ds. Schipper erkende de roeping van het profetisch spreken der kerk, maar hóé? Was verder in Harare niet een geselecteerd gezelschap bijeen en wie bepaalt dan wanneer het laatste moment voor Zuid-Afrika is aangebroken?

Wat de kwestie van de wettige overheid betreft, een wettige overheid kan onwettig doen, aldus ds. Schipper. Gaat het om een onwettige overheid in de zin van Openb. 13 dan gaat het om een overheid, die de kerk van Christus vervolgt. Het gaat in Zuid-Afrika meer om een sociale strijd dan om een geloofsstrijd. En zelfs als het om een geloofsstrijd gaat (vergelijk de schoolstrijd in de vorige eeuw) dan is geweld nog niet altijd geoorloofd.

Diaken W. Stappenbelt (Ommen) signaleerde dat de pers in ruime mate aanwezig was. waarschijnlijk niet om het Evangelie te horen en ook niet om een losse opmerking van ds. Huting. Hij stelde dat de uitspraak van ds. Huting dat de kerk gewapend geweld zou moeten steunen gemakkelijk kan overgaan in een oproep tot geweld.

Diaken N. A. de Waal (Alblasserdam) vroeg zich af waarmee de zaak van onze zwarte en blanke broeders het meest gediend is. Ons antwoord moet Gods kritiek kunnen doorstaan. In de reacties op de uitspraken yan de synodepraeses blijkt dat men vaak weinig weet van wat de synode reeds eerder als haar beleid uitsprak. De heer De Waal stelde: 'Als men nadrukkelijker kennis had genomen in de kerk van bijvoorbeeld de beleidsnota Zuid-Afrika van de CWD zouden zowel ds. Huting als ds. Geluk als vele anderen niet zo snel tot onjuiste stellingen en uitspraken gekomen zijn t.a.v. Zuid-Afrika en geweld en onze rol daarin'. Gelet op deze nota is de vraag aan de synodepraeses of er toch geen sprake geweest is van overschrijding van de grenzen van het beleid 'als we zijn nu verduidelijkende uitspraken daarnaast leggen'. En kan de synodepraeses uitleggen hoe zijn uitspraken over het geweld zich verdragen tot de uitspraken van de synode van 1982? Diaken De Waal stelde verder dat 'hoewel we vandaag in de eerste plaats met onze praeses spreken', hij toch een royaler correctie van ds. L. J. Geluk had verwacht inzake incorrecte uitspraken t.a.v. het werelddiakonaat.' Hoewel diaken De Waal kritiek had op de uitspraken van ds. Huting zei hij ook dat de kerk van geheel eigen aard is en dat daarom 'het hoofd van de praeses niet kan rollen'. Hij sloot af met een pleidooi voor verzoening en gerechtigheid. 'Onze schuld is groot, historisch en nu'.

Ds. A. W. Berkhof (Hoogland) zei dat ds. Huting zich misschien in een gebied heeft begeven waar wij (de synode, v.d.G) nog moeten komen. Hij noemde verder de 'actie '86' (oproep tot boycot, v.d.G.) een laatste vreedzame actie.

Prof. dr. F. O. van Gennep (Leiden) herinnerde aan wat hij geschreven had, namelijk dat een synodepraeses niet méér is dan een gewoon synodelid. Hij is geen bisschop. Aftreden moet hij alleen — naar de Dordtse Leerregels — wanneer hij de vergadering scheidt. Huting heeft ook niet opgeroepen tot geweld. Dat zou ook niet mogen. Hij heeft dan ook niet 'geblunderd'. Prof. van Gennep vond de vraag of de kerk niet met twee maten meet als eenzijdig naar Zuid-Afrika wordt gekeken, ethisch gezien, 'weinig proper'. We moeten het één niet met het ander verwarren. Verder meende hij dat de kerk niet voor geweld mag kiezen maar wel voor mensen, die zelf geen andere weg meer kunnen kiezen.

Drs. J. Bos (voorzitter CWD) begon met op te merken dat de Commissie voor het Werelddiakonaat breed was samengesteld maar dat een beleidsnota algemeen aanvaard is in de synode en een beleidsnota over Zuid-Afrika algemeen aanvaard is in de commissie. Hij herinnerde intussen aan een uitspraak van prof. dr. C. Graafland in 1977. Deze zei namelijk dat de blanke kerken in Zuid-Afrika menselijke inzettingen stellen boven het Woord Gods. Het werelddiakonaat — aldus drs. Bos — verleent geen steun aan politieke bewegingen. Er is uitsluitend sprake van humanitaire hulp. Hij refereerde aan de verklaring, die de commissie voor het werelddiakonaat gegeven had over de uitlatingen van ds. Huting, en waarin concreet de humanitaire projecten waren aangegeven. CWD heeft een correctie op de uitspraken van ds. Huting moeten publiceren omdat zijn - uitspraken 'grote schade' hadden aangericht. Verder zei hij dat de commissie de bezorgdheid van Harare deelt omdat we in contact zijn met 'de lijdende minderheid'. Bij de blanke kerken wordt gemist besef aan eigen profetische verantwoordelijkheid, zo citeerde hij een nota van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond na terugkeer van een delegatie van de G.B. uit Zuid-Afrika in 1976. Maar in het artikel in de Waarheidsvriend over de wettige overheid (van ondergetekende, v.d. G.) zaten toch een aantal te gemakkelijke conclusies. Over die zaak moet verder gesproken worden.

Dr. R. J. Mooi (secretaris-generaal) zei dat de kerk nooit mag pleiten voor geweld of steun daaraan. 'Als mensen hier een persoonlijke beslissing als christen nemen houd ik me daar buiten'. Maar de kerk als kerk kiest niet voor de weg van het geweld.

Enkele afsluitende opmerkingen

Ter afsluiting van het synodedebat kreeg ds. Huting nog het woord. Hij volstond met enkele opponenten te zeggen dat hij hen niet begrepen had en verder met te constateren dat, als het over polarisatie ging, er nu eenmaal meer onderwerpen zijn die polarisatie oproepen. Hij bleef intussen menen dat wat hij over de apartheid had gezegd hij dit namens de kerk had gezegd. Hij toonde zich tenslotte blij en verrast over het niveau van de discussie.

Ik maak nu ter afronding nog enkele evaluerende opmerkingen.

1. De synode heeft geen uitspraak gedaan inzake het al of niet gerechtvaardigd zijn van de uitspraken van ds. Huting. Een beleidsuitspraak kon terecht niet gedaan worden omdat er geen discussienota, die tot beleid kon voeren, voorlag.

2. Doordat geen motie is ingediend ter goedkeuring of afkeuring van de uitspraken van ds. Huting heeft de synode de kwestie, waarom het gaat, voor zich uit geschoven. In de maartvergadering zal waarschijnlijk de zaak Zuid-Afrika (aan de hand van het zogeheten Kairos-document) opnieuw aan de orde komen. Dan zal blijken of de synode de mening van ds. Huting deelt. Nu hebben zich alleen synodeleden laten horen.

3. Opvallend is dat Hutings uitspraak meer kritiek dan sympathie ontmoetten bij de synodeleden, die aan het woord waren. Het meest opvallend is dat van de zijde van het moderamen geen steun is gegeven, zelfs geen voet is gegeven aan de uitspraken van ds. Huting. De nadrukkelijke verklaring van dr. Mooi dat de kerk geen gewapend geweld kan steunen was niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.

4. Betreurenswaardig is dat ds. Huting op geen enkele wijze blijk gaf te beseffen dat zijn uitspraken niet alleen veel stof tot discussie hebben doen opwaaien maar ook schade hebben aangericht in de gemeenten als het gaat om noodzakelijke betrokkenheid van de kerk bij de noden in de wereld. Het onderlinge wantrouwen is alleen maar aangewakkerd. 

5. Toen ds. Huting met een zekere voldoening de synode bedankte voor het niveau van de discussies, was dit toch wel een anticlimax. Daarmee werd zoveel gesuggereerd als: de zaak is gelukkig (prettig) afgedaan. En dat terwijl de synode geen uitspraak had kunnen doen. We zullen ons overigens moeten realiseren dat bij een uitspraak over een motie (hoe dan ook uitgevallen) er alleen verliezers zouden zijn geweest.

6. De kerk zal zich in de komende tijd intensief moeten buigen over de vraag van de wettige overheid. Drs. Bos heeft betoogd dat op dit punt ondergetekende al te gemakkelijke uitspraken deed. Aan hem en anderen de taak om naar Schrift en confessie te formuleren hoe het met de wettige overheid dan wél gesteld is.

7. In allerlei opzichten moet gesproken worden over 'de onvoltooide' van Driebergen. Maar duidelijk is dat de synode vooralsnog ds. Huting niet is bijgevallen in zijn uitspraken.

V. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De onvoltooide van Driebergen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's