Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leer der verzoening  in de Heidelbergse Catechismus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leer der verzoening in de Heidelbergse Catechismus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de nieuwere verzoeningsopvattingen heeft de Heidelbergse Catechismus het doorgaans zwaar moeten ontgelden.

Anselmiaans?

In de Zondagen 5 en 6 zegt men dan, vindt men de 'anselmiaanse verzoeningsleer', en daarmee schijnt dan tegelijk het laatste woord gezegd te zijn.

Is het niet een rationalistische redeneertrant dat gevraagd wordt naar een 'middel' waardoor wij de straf kunnen ontgaan en wederom tot genade komen? Had de Heidelberger hier niet dadelijk al van de 'Middelaar' moeten spreken? Zo staan de zaken in Vraag 12. In Vraag 13 wordt gesproken over 'betalen', en in Vraag 14 lezen wij dat er geen 'bloot schepsel' gevonden wordt dat de last van de toorn Gods tegen de zonde kan dragen. In Vraag 15 wordt uiteengezet aan welke vereisten de Middelaar zal moeten voldoen, Hij zal waarachtig mens en waarachtig God moeten zijn. En dat wordt dan in de Vragen 16 en 17 nader uitgewerkt. Pas in Vraag 18 valt de naam van onze Heere Jezus Christus, wordt gezegd dat Hij die Middelaar is die waarachtig God en waarachtig mens is. En in Vraag 19 worden wij voor de kennis van dit alles verwezen naar het heilig Evangelie.

Ontegenzeggelijk is het dat er formeel enige overeenkomst bestaat tussen de wijze waarop Anselmus over de verzoening gesproken heeft en de wijze waarop in de Heidelbergse Catechismus erover gesproken wordt. Wij zeggen met nadruk: formeel, want ma­terieel, inhoudelijk ligt de zaak aanmerkelijk anders.

Wat moeten wij nu hiervan zeggen? Moeten wij onze Heidelberger op dit punt afvallen? Moeten wij betreuren dat deze Zondagen, op deze wijze, gekomen zijn in het leerboek van de kerk? Aan de beantwoording van deze vragen is het volgende artikel gewijd. Wij stellen dan vast:

Onfeilbaar?

1. Belijdenisgeschriften, hoe hoog wij ze waarderen, houden wij toch niet voor onfeilbaar. Onfeilbaar is alleen Gods Woord. Wij zijn ook niet letterknechten die zweren bij elk woord en elke formulering in de belijdenisgeschriften. Er kunnen zich gevallen voordoen, waarin een betere formulering op zijn plaats zou zijn geweest. Dat raakt dan niet de inhoud in de eerste plaats, maar de formulering.

Ik weet dat wij hiermee in een gevarenzone komen. De deur zal nooit te wijd open gezet mogen worden. Ik houd er ook niet van, als men zo erg vlot en gemakkelijk spreekt van een vernieuwing van het belijden en van een voortgaand belijden. Meestal zit daar veel meer achter dan alleen maar een beter formuleren. Wij moeten ons, naar mijn gevoelen, zo dicht mogelijk bij de tekst van de belijdenissen houden. Desniettemin verklaren wij ze toch niet voor onfeilbaar. In die spanning staan wij, en bewust!

Formulering en inhoud

2. Als men bezwaar maakt tegen de formuleringen in de Zondagen 5 en 6 van de Heidelbergse Catechismus dan doet zich menigmaal het geval voor wat ik straks noemde, nl. dat men met de inhoud van deze Zondagen niet eens is. Heel de verzoeningsleer van de Catechismus en van de Reformatie wordt menigmaal afgewezen. De 'anselmiaanse verzoeningstheorie' is soms het hoofd van Jut, maar het gaat daarom niet alleen, het gaat om veel méér. Geen verzoening door voldoening, dat is het wat men voorstaat! Een andere verzoeningsleer. Het gaat er niet slechts om het anders te zeggen, maar men wil wat geheel anders zeggen. Het heeft de schijn dat het slechts om formuleringen gaat, maar het gaat om de inhoud. Wij zullen daarop wel moeten letten.

De intentie

3. Men zal ook erop moeten letten wat de eigenlijke intentie is van de Zondagen 5 en 6 in de Heidelbergse Catechismus. Die is niet gelijk aan die van Anselmus' boekje Waarom God mens werd? Anselmus heeft beoogd ongelovigen door zijn redelijk betoog te overtuigen van de noodzaak van de vleeswording des Woords. Dat doel nu is in de Catechismus volledig afwezig. De Catechismus richt zich niet tot 'buitenstaanden', maar tot de kinderen en andere leden van de gemeente. Er is niet in de Catechismus de dwaze gedachte dat men door redelijke bewijzen te leveren ongelovigen tot het geloof zou kunnen brengen. Anselmus heeft wel beweerd, dat hij het 'begrijpen' stelde na het 'geloven', maar hij heeft, zoals wij al geconstateerd hebben, zich daar in eigen werkwijze niet aan gehouden.

In de Catechismus ligt het heel anders. Hier wordt onderwijs gegeven aan de christelijke gemeente en aan de leden daarvan. Ook aan de Zondagen 5 en 6 gaat vooraf Zondag 1, waarin de leerling belijdt dat hij het eigendom van de Heere Jezus Christus is, zijn getrouwe Zaligmaker. Dit gegeven zal men bij het lezen van genoemde zondagen nooit mogen vergeten. Daarom kan dit onderwijs ook uitlopen op de woorden 'onze' Heere Jezus Christus, in het Antwoord op Vraag 18.

Met andere woorden, steeds is Hij verondersteld, ook in de Vragen die schijnbaar neutraal spreken over 'een' Middelaar en 'een' Verlosser. De christelijke gemeente vult zijn Naam in, ook al wordt, terwille van de betoogtrant, die naam nog niet genoemd. En de Catechismus wil ook niet anders dan dat die naam zal worden ingevuld. Het is waarlijk zijn bedoeling niet, een ogenblik allerlei mogelijkheden, ook buiten Jezus Christus, af te tasten.

De verrassing

Waar gaat het dan wèl om? Waarom die voorafgaande redenering over de vraag aan welke vereisten een Middelaar zal moeten voldoen? Waarom die trant van spreken die enigermate gelijkt op die van Anselmus? Mijn antwoord is: Om de verrassing des te groter te maken! Wij worden, in de gang van het onderwijs, in de Catechismus eerst als het ware in de klem gebracht. Vanwaar onze hulp? Het is waarachtig geen kleinigheid om uit een zo diepe val als waarin wij gevallen zijn te worden opgericht, en om van een zo grote schuld als wij allen op ons geladen hebben verlost te worden. Dat is het wat de Heidelberger ons wil laten voelen. Hij wil voorstellen welk een onbegrijpelijk wonder Gods er heeft moeten plaats­ vinden om ons te redden. Hemel en aarde worden afgetast, en het blijkt dat er nergens hulp was. Alleen in God zelf. Hij heeft het initiatief genomen. En nog meer dan dat. Hij heeft gegeven de Enige die behouden kon, en dat was niemand minder dan zijn eigen lieve Zoon. Hij heeft betaald. Hij kon en Hij wilde het, en Hij deed het.

De jubel

4. Men lette op de jubel waarop het alles uitloopt. In het dogma sluimert een lied. Zo is het zeker in onze Heidelberger. Het antwoord op Vraag 18, dat de ontknoping van het hele vraagstuk biedt, is een bijbeltekst, 1 Corinthe 1 : 30. Onze Heere Jezus Christus is gegeven tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en tot een volkomen verlossing.

Kon er een beter antwoord gegeven worden? Hier spreekt God zelf. Hijzelf geeft het antwoord op ons angstig vragen of er nog een mogelijkheid is om behouden te worden. Gezien onze val en schuld is ons behoud een 'onmogelijkheid'. God zelf biedt de 'mogelijkheid'. Dit zijn niet slechts woorden. In het christenleven zijn ze 'realiteiten'. Daar is die bange vraag; en daar is ook die onmogelijkheid; en daar is ook de mogelijkheid van Gods kant.

Zo worden de oren gescherpt voor het Evangelie. En daar is het de Heidelberger om te doen. Vandaar dat indrukwekkende antwoord op Vraag 19 'Uit het heilig Evangelie'. Elk christenhart zegt er 'Amen' op.

Hoe nu?

5. Hoe nu met die Heidelberger om te gaan? Ik kan begrijpen dat er bezwaren zijn, met name van de kant van de predikanten, om Zondag 5 te behandelen zonder het slot van Zondag 6 er al bij te betrekken. Ik zou dat ook niet eens willen aanraden. Waarom zouden wij ertoe verplicht zijn om Zondag 5 geheel geïsoleerd te behandelen, dat wil zeggen: niet te rekenen met wat eraan voorafgaat en niet te rekenen met wat erop volgt?

En toch zal het klemmende van de Vragen in Zondag 5, en in het eerste gedeelte van Zondag 6, naar mijn gedachte, niet verloren mogen gaan.

De inhoud ervan is volkomen bijbels. Er móest inderdaad worden betaald, en wij konden niet. Er is betaald door een Ander.

Wil men dat 'anselmiaans' noemen, wat zegt dat? Anselmus heeft, zoals wij al hebben gezien ook ware dingen gezien en gezegd. Jammer is dat het Evangelie dat in de Heidelberger zo duidelijk doorklinkt, bij hem ternauwernood gehoord wordt. Men zegge niet te snel dat in de Heidelberger de 'anselmiaanse verzoeningstheorie' geleerd wordt. Vooral dat woord 'theorie' moet het dan doen, en ons als het ware er een afschrik van geven.

In de Heidelberger vinden wij niet een 'theorie', maar een getuigenis aangaande hetgeen de Heilige Schrift leert. Gegoten uiteraard in een bepaalde gedachtengang. Mag dat? Bovendien, een zinvolle gedachtengang. Ten dienste van het ware leven des geloofs.

Geen vervlakking

De 'verrassing' zal er nooit uit mogen. Waar dat element wordt gemist, wordt de christelijke religie vlak.

De leer van de verzoening door voldoening heeft de eeuwen door de christelijke leer en ook het christelijke leven bewaard voor vervlakking. Waar men haar Iaat vallen, komt men altijd in het moralisme terecht. Het is dan niet meer ten diepste genade alleen (sola gratia), maar genade èn werken. Heel de moderne theologie laboreert aan deze hoofddwaling: genade èn werken. De leer waarmee de kerk staat of valt is nog altijd die van de rechtvaardiging uit het geloof (sola fide) en die rechtvaardiging steunt, en kan ook niet anders dan steunen, op de leer van de verzoening door voldoening. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door zijn striemen in ons genezing geworden (Jesaja 53 : 5)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De leer der verzoening  in de Heidelbergse Catechismus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's