Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Waarvan gij vader en moeder zijt...!'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Waarvan gij vader en moeder zijt...!'

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'naar uw vermogen onderwijzen'

De situatie waarin de mens leeft, verandert als er uit een huwelijk kinderen geboren worden. Het vader- en moederschap voegt een nieuw element toe aan hun verantwoordelijkheid. Het afhankelijke kind heeft vader en moeder beiden nodig, en wel als een eenheid en niet als een tegenstelling.

God laat kinderen volkomen afhankelijk en hulpeloos ter wereld komen, zodat ze in het gezin liefdevol opgenomen kunnen worden. In het gezin moeten kinderen kunnen opgroeien met het besef dat ze bemind, begrepen en aanvaard zijn.

Het komt steeds meer voor dat kinderen opgroeien in een onvolledig gezin. De oorzaak van de afwezigheid van een van de ouders kan heel verschillend zijn, zoals overlijden of het uiteenvallen van een huwelijk. In een gezin met slechts één ouder mogen we vragen om Gods hulp. Hij wil ons de liefde van de ontbrekende vader of moeder betonen.

Bij het gezin denken we aan het christelijk gezin. Het gezin waarin het Woord van God richtsnoer is voor het gehele leven, zowel in de verhouding van man en vrouw, als ook die van de ouders ten opzichte van de kinderen.

In onze tijd wordt veel geschreven over opvoeding. Er worden veel nieuwe theorieën ontwikkeld over de manier van opvoeden. Die theorieën worden beheerst door de hedendaagse wetenschap. Het beeld dat in die wetenschap over de mens bestaat, wijkt af van wat Gods Woord zegt over het naar Zijn beeld geschapen zijn. In die hedendaagse theorieën wordt de opvoeding in het gezin en in het bijzonder in het christelijk gezin op veel manieren verdacht en bespottelijk gemaakt. Daarom wil men de opvoeding zo spoedig mogelijk onttrekken aan de invloed van het gezin.

Vanuit Gods Woord weten we dat het gezin de plaats is waar de eerste en voornaamste opvoeding plaatsvindt. De opvoeding in het gezin kan door geen school of ander instituut overgenomen worden.

De opvoeding in het gezin wordt aan veel kanten bedreigd. De haast, die het leven van velen kenmerkt, waarbij er geen gelegenheid overblijft voor het bezig zijn met de kinderen. We denken aan de uithuizigheid van veel vaders en moeders. Uit materialistische overwegingen verzuimen veel 'werkende moeders' hun voornaamste taak, namelijk het werk in het gezin. Meerdere malen per jaar op vakantie of veel luxe is vaak aantrekkelijker dan als moeder na schooltijd thuis zijn om de kinderen op te vangen.

De schooltijden in de nieuwe basisschool (per 1 augustus 1985) moeten gelijk beginnen en gelijk eindigen. Tussen de middag moeten er betaalde krachten op school aanwezig zijn om het overblijven van de kinderen mogelijk te maken. Beide ouders (dus ook de moeder!) kunnen daardoor van 's morgens half negen tot 's middags half vier buitenshuis werken.

Het komt zelfs vaak voor, dat beide ouders nog niet terug zijn van het werk als de kinderen uit school komen. Wanneer de kinde­ren uit school komen, verwachten ze een open oor van tenminste één van de ouders. De verwoestende invloed die van de media (vooral de televisie) in veel gezinnen uitgaat, is vaak erg groot. Er is weinig overgebleven van de christelijke levenssfeer waarbinnen tijd is voor gesprek, bijbellezen en gebed.

Het is de plicht van de ouders, voor zover het in hun vermogen ligt, hun kinderen zo op te voeden, dat ze de Heere gaan vrezen. Laten we ons als christenouders wapenen tegen de gezinsontwrichtende ontwikkelingen in ons maatschappelijk leven, terwijl we bidden om kracht om staande te blijven en om onze opdracht te vervullen tot Gods eer!

'. . . en laten onderwijzen'

Het gezin heeft direct met de school te maken, omdat ze aan de school een deel van de taak (zelfs een zeer belangrijk deel!), door God hun opgelegd, moet overdragen.

We hebben als ouders een moeilijke opdracht aanvaard toen ons kind werd gedoopt. Bij de bediening van de Heilige Doop en in de prediking worden we als ouders op de hoogte gebracht met wat die doop inhoudt én worden we steeds opnieuw aan die opdracht herinnerd. Deze opdracht mogen we onder biddend opzien tot God vervullen. Het moet ouders ter harte gaan wie hun taak in de school overnemen. Wordt er op de school van uw keuze werkelijk christelijk onderwijs gegeven?

De identiteit van de christelijke school was ruim een eeuw geleden geen probleem. Het was de school waar de levenssfeer en de levensstijl in overeenstemming was met die van het christelijk gezin. Daarmee bedoelde rnen concreet dat er op school gebeden en gedankt werd, dat er psalmen en geestelijke liederen gezongen werden, dat er aandacht aan kerk en zending werd besteed. Men had de oprechte bedoeling kinderen in aanraking te brengen met God. Gelukkig zijn er nog christelijke scholen in ons land te vinden, waar men dit in praktijk probeert te brengen.

Veel christelijke scholen bevinden zich de laatste tijd echter in een identiteitscrisis. De onduidelijkheid over wat met christelijk onderwijs wordt bedoeld en hoe er concreet gestalte aan gegeven moet worden lijkt steeds maar groter te worden. Veel oude vanzelfsprekendheden zijn verdwenen en er zijn vaak geen nieuwe voor in de plaats gekomen. Ook de vanzelfsprekendheid van de christelijke opvoeding in gezin en school is verdwenen.

Deze ontwikkelingen leiden ertoe, dat er bij veel ouders, besturen en leerkrachten een onverschilligheid ontstaat ten opzichte van de waarden van het christelijk geloof en de christelijke opvoeding. Dit is een grote bedreiging voor de christelijke school van binnenuit. Tevens komt het vaak voor, dat men onder de noemer van de christelijke school een meer humanistische of marxistische levens- of wereldbeschouwing wil invoeren. Wanneer ouders, leerkrachten en besturen niet meer de bijbelse boodschap als richtsnoer aanvaarden, wordt de basis van de christelijke school uitgehold.

Er zijn steeds meer ouders, die de christelijke opvoeding geheel overlaten aan de school. Het kan volgens hen geen kwaad, dat hun kind er op school mee geconfronteerd wordt. De christelijke school moet m.i. openstaan voor iedereen die bereid is te respecteren dat de Bijbel als Gods Woord richtsnoer voor de school zal zijn. Bij de toelating van leerlingen moet duidelijk gesproken worden over de identiteit van de school en moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt. Dit moet zeker gebeuren wanneer kinderen van buitenlandse werknemers onze school gaan bevolken. (Zie hiervoor ons artikel 'Moslim-kinderen in de Jezus Christusschool', de Hervormde Vrouw, januari 1985).

Het opvoeden van de kinderen zal een wisselwerking tussen school en gezin moeten zijn. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Daarom moet er veel waarde gehecht worden aan de relatie tussen school en ouders. De ouders moeten zich zoveel mogelijk inzetten om betrokken te zijn bij het schoolgebeuren. Op papier zijn nog vele tienduizenden ouders lid van een schoolvereniging. De eigenlijke functie van deze verenigingen wordt steeds minder. Soms is het vanwege de stichtingsvorm niet eens mogelijk lid van de schoolvereniging te zijn. Daarmee wordt 'de school aan de ouders' een loze kreet en moet vervangen worden door 'de school aan de besturen'. Het lijkt er veel op, dat deze besturen het werk alleen moeten opknappen, zonder een duidelijke achterban. We kunnen de verantwoordelijkheid niet afwentelen op de schouders van enkele bestuursleden.

In de steeds complexer wordende onderwijswereld aarzelen de besturen om beslissingen te nemen en vragen om richtlijnen van bovenaf. De landelijke organisaties hebben hun experts, die dan uiteindelijk de koers bepalen. Dit is geen kritiek op besturen. Zij doen vaak hun werk nog op bewonderenswaardige wijze, meestal 'pro Deo', letterlijk en figuurlijk.

Het is haast hypocritisch als we allerlei klachten uiten over ons christelijk onderwijs in deze tijd, als we nooit iets deden of zelfs maar probeerden om er verandering in te brengen, als we als vader of moeder elke vergadering of bijeenkomst verzuimden. Misschien hebben we nog nooit een gesprek gehad met de schoolleider of een leerkracht om onze ongerustheid uit te spreken over het christelijk onderwijs. Als men elkaar niet meer vindt in het samen bezig zijn aan de christelijke opvoeding van onze kinderen, is er een belangrijk stuk communicatie verloren gegaan.

Tevens is het nodig dat besturen en leerkrachten zich samen gaan bezinnen op het doel en op de inhoud van het schoolgebeuren, waarbij beide partijen betrokken zijn. Uiteindelijk moet de leerkracht inhoud geven aan het 'christelijk' onderwijs met woord en daad. Bij het leerkracht zijn aan de christelijke school gaat het toch ook om een innerlijke motivatie om van harte (dat is met het hart erbij) het christelijk onderwijs te dienen?

Wanneer echter veel leerkrachten met weinig meer dan dat onze scholen binnenkomen of zijn binnengekomen, wordt onze zorg wel zeer gegrond. Maar dit is dezelfde zorg die geldt voor de opvoeding in het gezin. En dit spitst zich toe op elk van ons persoonlijk. Alleen als we er met onze hele persoonlijkheid achter staan, zullen we werkelijk christelijk kunnen opvoeden.

Wie in deze tijd, met zijn geweldige problemen en z'n grote gevaren, over de christelijke opvoeding en het onderwijs aan onze kinderen nadenkt, moet wel de wens (en dat wordt dan een gebed!) uiten, dat ouders en leerkrachten mondige christenen zouden mogen zijn, die waarschijnlijk door strijd heen het Fundament hebben gevonden waarop zij hun leven hebben leren bouwen. Dan zal het ook niet meer mogelijk zijn passief te blijven op welke plaats we ook staan.

Als we werkelijk willen weten hoe we verder moeten, zullen we te horen krijgen dat het alleen kan met het gebed om 'de Geest, die ware wijsheid leert!'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Waarvan gij vader en moeder zijt...!'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's