Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Administratie: pastorale noodzaak (1)

Bekijk het origineel

Administratie: pastorale noodzaak (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds vorig jaar zijn veel hervormde gemeenten geconfronteerd met het verschijnsel van de landelijke ledenregistratie, die door de SMRA (Stichting Mechanische Registratie en Administratie) in opdracht van de synode wordt uitgevoerd. Elke gemeente die tot nu toe niet bij de SMRA was aangesloten, kreeg een overzicht van de hervormden ter plaatse met het verzoek de kerkelijke gegevens van de betrokkenen te vermelden. Het is de bedoeling op deze wijze alle hervormden in ons land centraal te registreren, om in de toekomst de verwerking van de mutaties zeker te stellen.

Bij verschillende kerkeraden en kerkvoogdijen rezen hierover vragen, ook al omdat men in de toekomst dit systeem moet bijhouden. Regelmatig komt de vraag terug, of dit nu wel nodig is, of het niet gevaarlijk is, waarom het zoveel moet kosten etc. Daarom is het goed nog eens na te denken over de betekenis van de kerkelijke administratie in het algemeen en de landelijke ledenregistratie in het bijzonder.

Kaartenbak

In ord. 2-2-1 van de kerkorde wordt voorgeschreven, dat het college van kerkvoogden een register van leden inricht en bijhoudt ten behoeve van de arbeid in de gemeente, naar regels bij generale regeling vastgesteld. In dit register worden alle hervormde gemeenteleden opgenomen: belijdende-, doop- en geboorteleden. In de praktijk betekende het meestal, dat ieder die bij de burgerlijke stand als hervormd te boek stond, ook in het kerkelijk register diende voor te komen.

In grotere gemeenten wordt dit register meestal bijgehouden op het kerkelijk bureau, vrijwel altijd met behulp van de computer van de SMRA. Deze stichting werkt al jaren met voor dit werk speciaal aangepaste apparatuur en is voor veel gemeenten vrijwel onmisbaar geworden.

In de kleinere plaatsen is de situatie dikwijls anders. Het register is meestal een kaartenbak met diverse systemen, die door een gemeentelid of een ambtsdrager wordt bijgehouden, niet zelden door de predikant zelf. Sommigen noteren naast kerkelijke gegevens ook pastorale zaken, anderen houden het op een summiere vermelding van het hoogst noodzakelijke. Ook de wijze waarop dit systeem wordt bijgehouden verschilt. Soms gebeurt het heel nauwgezet. Wanneer een predikant vertrekt, vindt zijn opvolger een register, dat 'up to date' is. In andere gemeenten is het tegendeel waar. Naarmate de gemeente overzichtelijker en bekender is, wordt de drang om de administratie bij te houden minder. Degene die de kaartenbak bijhield vertrok, werd ziek of overleed, een opvolger was niet direkt beschikbaar en de mutaties hoopten zich op. De kerkeraad was in een vakaturetijd zo druk bezet, dat de administratie maar even moest blijven liggen. Allemaal redenen, die er tenslotte toch toe leiden, dat de registratie van gemeenteleden te wensen overlaat. Daarbij komt dan nog, dat we 'wel weten, wie in ons dorp hervormd is'.

Intussen kunnen nieuw-ingekomenen snel vergeten worden, blijven geboorte en overlijden onvermeld en vindt een nieuwe predikant een systeem, dat voor hem onbruikbaar is. Soms roeit hij toch maar met de riemen die hij heeft, maar meestal moet er dan weer een nieuw kaartsysteem worden opgezet. Veel tijd en mankracht wordt gespendeerd, om weer enigszins zicht op de gemeente te krijgen. Was het systeem altijd goed bijgehouden, dan had die tijd en mankracht voor betere doeleinden gebruikt kunnen worden.

Kerk en staat

Tot nu toe bleek het echter altijd mogelijk om een nieuw register te maken, omdat de overheid in de burgerlijke stand ook registreerde tot welke kerk men behoort. Bij geboorte, huwelijk en verhuizing werd naar de godsdienst van de burgers gevraagd. Zo had de kerk sinds 1816 altijd bij de burgerlijke stand een systeem achter de hand, waaruit geput kon worden. Vóór die tijd moest de kerk zelf zorgen voor de administratie van haar leden, zoals bijvoorbeeld de Gereformeerde Kerken nog altijd doen. Toen de banden tussen staat en kerk nauw werden aangehaald, begon de kerk steeds meer op de burgerlijke gegevens te steunen, die door de overheid werden verstrekt. Tot voor kort was de situatie in veel gemeenten dan ook, dat de mutaties van de burgerlijke stand de basis vormden voor het opzetten en bijhouden van het kaartsysteem.

Dat is echter bijna voorbij. De tijden zijn veranderd. Privacy krijgt steeds meer waarde voor velen. Godsdienst is een privézaak geworden, waarvoor de overheid zich niet interesseert. Bovendien weigeren steeds, meer mensen de vraag naar de godsdienst te beantwoorden, omdat ze vinden, dat dit de overheid niet aangaat. Dit heeft ertoe geleid, dat door de overheid is besloten binnenkort te stoppen met het registreren van de godsdienst in de burgerlijke stand. Ook zullen daarvoor geen informaties meer aan plaatselijke kerken of gemeenten worden verstrekt.

In sommige gemeenten is het nu al moeilijk om aan de burgerlijke gegevens te komen of merken kerkeraden, dat kinderen, die in de gemeente gedoopt werden, bij de overheid niet meer als hervormd te boek staan. Deze ontwikkeling zet zich momenteel versneld door. Binnen afzienbare tijd zal het dus niet meer mogelijk zijn, om via de burgerlijke stand aan de weet te komen, wie hervormd is. Zou dan het kerkelijk register niet in orde zijn, dan is het bijna niet meer goed te maken. De enige mogelijkheid om toch iets te doen zou zijn om huis aan huis te informeren of men tot de Hervormde Kerk behoort. Dat is in de praktijk nauwelijks uitvoerbaar.

Verdwijnen onze leden?

Het is duidelijk, dat vooral grotere gemeenten hierdoor snel in problemen kunnen komen. Maar ook in de dorpen wordt men ermee geconfronteerd. De mobiliteit van de bevolking is de laatste jaren sterk toegenomen. Mensen verhuizen sneller om elders werk te zoeken, anderen ontvluchten de steden. Het wonen op het platteland, waar drugs en geweld minder in het openbaar aanwezig zijn, trekt velen aan. Vrijwel elke gemeente heeft een stukje nieuwbouw, sommige dorpen zijn door grote nieuwe wijken in enkele jaren totaal van karakter veranderd. Het wordt steeds moeilijker om alle hervormden te kennen, ook in de kleine dorpen.

Maar zelfs al kent men op een dorp vrijwel iedereen, zodra iemand verhuist, verdwijnt hij eenvoudig en gaat elders in de massa op. Sommigen stellen dat juist op prijs. Zodra ze uit de oude omgeving met zijn sociale controle weg zijn, laten ze de kerk los. Anderen ervaren, dat elke verhuizing een stukje ontwrichting met zich brengt en hebben veel tijd en zorg nodig om zich in een nieuwe gemeente thuis te voelen. Een goede opvang is dan van groot belang.

Juist voor deze grote groep heeft de kerk zorg te dragen. Zelfs al willen mensen de kerk liever loslaten en in de anonimiteit ondergaan, dan nog mag de kerk hen niet zo maar loslaten. Maar hoe zullen we hen vinden? Dan moeten we weten, waar ze wonen. In een grotere gemeente is het ondoenlijk om alle verhuizingen en vestigingen bij te houden. Wanneer de informatie van de burgerlijke stand ontbreekt, staat een kerkeraad voor een vrijwel onmogelijke opgave. Daar vinden we ook dat gezin niet terug, dat in het dorp bij iedereen bekend was. Er gaan mensen uit de registers verdwijnen, voor wie wij toch pastorale zorg zouden moeten dragen. Wie denkt aan de gelijkenis van de Goede Herder en Zijn zorg voor het éne verloren schaap, voelt de spanning, die door deze ontwikkeling in het kerkelijk leven komt.

Daar kunnen we ons niet aan onttrekken door te zeggen, dat iedereen die naar de kerk wil gaan, die wel weet te vinden. Het is te gemakkelijk om te zeggen: 'De kerkdeuren staan voor iedereen open'. De Heere zegt ook: 'Dwingt hen om in te gaan'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Administratie: pastorale noodzaak (1)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's