Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom het beroepingswerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het beroepingswerk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(EEN NALEZING)

De artikelenserie over het beroepingswerk werd (voorlopig) afgesloten met een belofte dat ik nog zou terugkomen op de ontvangen reacties. Dat waren er nogal wat! Wie over het beroepingswerk schrijft kan verzekerd zijn van belangstelling. Op zichzelf is dat geen verkeerde zaak. Dat is het eerste dat ik kwijt wil aan een bevriende relatie uit een van mijn vorige gemeenten. Deze broeder liet in een telefoongesprek doorschemeren dat ik wel wat negatief had gedaan over de interesse van vele kerkmensen in pagina 2 ... Is het niet beter — zo vroeg hij mij — dat de mensen daarnaar kijken dan naar 'Sport-in-beeld'? Natuurlijk heeft mijn broeder gelijk. Geen kwaad woord over mensen die 'Kerknieuws' als hobby hebben en de antecedenten en standplaatsen van vrijwel alle predikanten kennen. Als . . . het daar maar niet bij blijft. Want de kerkelijke kaart van Nederland kennen is nog wat anders dan inzicht hebben in de verborgenheden van het Koninkrijk Gods.

Hoe dan ook, er kwamen veel reacties bin­nen, telefonische en schriftelijke. Het leek me beter, ze even te laten bezinken alvorens er nader op in te gaan. Globaal kan ik ze rubriceren in drie soorten. Er waren opmerkingen van collega's uit het noorden van ons land. Vervolgens van andere dienaren des Woords, die weinig 'in het nieuws' zijn. En ten slotte van broeders uit kerkeraden die bij het beroepingswerk betrokken zijn of waren.

Een afgeschreven groep?

Ze zijn ook in het voorafgaande al ter sprake geweest: de predikanten of kandidaten die na rijp beraad een roeping zagen liggen in het noorden van ons land. Vanouds confessionele gemeenten zochten vergeefs naar een predikant van die modaliteit en kwamen uiteindelijk bij een GB'er terecht. Bij hen is tekort, bij ons 'overschot'. Collega's meenden (terecht!) dat het Woord met macht is en dat er ook in het noorden een klankbodem is voor de gereformeerde prediking. Sommige gemeenten hadden echter het Liedboek al aanvaard en/of 'de vrouw in het ambt'. Zo'n klok kun je bezwaarlijk terugdraaien ... In andere gemeenten echter was men nog niet 'zo ver'.

Toch — zo klaagden een paar collega's — ben je al verdacht wanneer je naar het noorden bent vertrokken. Je komt later zelden nog 'aan de bak', ergens anders in Nederland. Ook al heb je nimmer een gezang opgegeven en al heb je nooit vrouwelijke ambtsdragers gehad. Je behoort — evenals diverse zendingsarbeiders die teruggekeerd zijn — tot een vergeten (of moet ik zeggen: afgeschreven? ) groep ... Zó belonen kerkeraden dienaren van het Woord die meenden bezig te moeten zijn met een van de doelstellingen van de Ger. Bond: 'verbreiding van de waarheid in onze Nederlandse Hervormde Kerk'.

Ik geef deze noodkreet maar door, zonder commentaar. Want een noodkreet is het! Er zijn predikanten die op een afgelegen post zitten met het vooruitzicht daar hun emeritaat te moeten halen . . .

Een vergeten groep

Er is een andere categorie predikanten — en ze is groter dan we misschien zouden vermoeden! — die niet of nauwelijks meer meetelt in het beroepingswerk. Sommigen, die voorheen zéér begeerd waren, krijgen nog weleens een beroep, maar mondjesmaat. Anderen echter zijn helemaal 'op dood spoor' terechtgekomen. Ze doen vaak jaar en dag in een kleine gemeente met grote trouw hun werk, maar geen kerkeraad komt ook maar op de gedachte hen eens te gaan horen. Dat dit leiden kan tot allerlei frustraties is duidelijk. 'Ik behoor nu eenmaal niet tot de top-tien' schreef me een broeder in het ambt . . .

Ik kan me een dergelijke reactie heel goed voorstellen. Niet alleen voor de betreffende predikanten zou een mutatie weleens inspirerend kunnen werken, maar ook de gemeenten die ze dienen zouden weleens gebaat kunnen zijn bij een verandering. Ieder mens, ook elke dienaar van het Woord heeft zijn beperktheden en eenzijdigheden, en zelfs aan een frisse en originele bediening van het Woord kan een gemeente door de jaren heen gewend raken.

Overigens zie ik helaas voor dat probleem nauwelijks een oplossing. Je kunt een kerkeraad weleens attent maken op een vergeten predikant, maar geen kerkeraad hoeft zich van zo'n tip iets aan te trekken en zeker geen kerkeraad kan gedwongen worden een bepaalde predikant te beroepen. Het enige alternatief is de bisschop die predikanten verplaatst. En die richting zal, denk ik, niemand van ons uit willen . . .

Toch mag geen predikant denken na zoveel jaren niet meer met zegen werkzaam te kunnen zijn. Ook in vroeger eeuwen kwam het voor dat dominees tientallen jaren op één en dezelfde plaats stonden, soms zelfs hun leven lang slechts één gemeente dienden, terwijl ze dat toch deden met vreugde en met veel zegen.

De kerkeraden

Het is me meermalen keren overkomen, wanneer ik als gastpredikant ergens zou voorgaan in een kerkdienst, dat één van de broeders in de consistorie een balletje opgooide over de beschouwingen die ik had gewijd aan het beroepingswerk. Daaruit bleek in ieder geval dat men de bewuste artikelen gelezen had!

'Na elk beroep' zei een broeder uit een kerkeraad, die veel vergeefse beroepen had uitgebracht, 'zijn we een ervaring rijker en een illusie armer geworden'. Ik kon die opmerking verstaan. Maar zelf ben ik ook na mijn artikelenserie enkele illusies armer ... Ik vrees namelijk dat kerkeraden erop reageren zoals gemeenteleden vaak reageren na een preek: 'Ja, hij heeft wel gelijk, het zou anders moeten, maar . . .'. En vervolgens wordt overgegaan tot de orde van de dag.

Eén broeder zei heel eerlijk: 'U kunt prachtige stukjes schrijven, dominee, en u zult nog wel gelijk hebben ook, maar wij gaan toch maar te werk volgens onze eigen methode '. Ja, wat moet je daarop nog zeggen ? Nogmaals wil ik met alle nadruk stellen dat ik niemand heb willen bevoogden. Op dringend verzoek van de redactie heb ik geschreven en geprobeerd zo eerlijk en evenwichtig mogelijk mijn visie te geven. ledere kerkeraad blijft natuurlijk verantwoordelijk voor zijn eigen beleid. En iedere kerkeraad is ook verplicht het beste voor zijn gemeente te zoeken.

Ik ben ervan overtuigd dat er kerkeraden zijn — en hopelijk zijn het er vele! — die op een geestelijke wijze bezig zijn met het beroepingswerk. Maar over andere heb ik mijn zorgen, die bepaald niet weggenomen zijn door de reacties op mijn artikelen . . . Een aantal keren een predikant of een kandidaat horen, en daarna nooit meer iets van zich laten horen, dat kan niet. Vage beloften doen en verwachtingen wekken, en dan zonder taal of teken een ander beroepen, dat kan óók niet. En toch blijken deze dingen te gebeuren. Is het dan niet begrijpelijk dat er in de predikanten- en kandidatenwereld soms negatief over kerkeraden wordt gesproken?

We gaan er voorlopig een punt achter zetten. Met hartelijke dank aan allen die meelazen, meedachten en reageerden. En in de zekerheid dat de Heere van Zijn Gemeente, ondanks menselijk geknutsel, Zijn doel zal bereiken. Hij Die mensen roept tot Zijn dienst zal die mensen ook bekwaam maken en op Zijn tijd een plaats geven. Want — zo zegt onze belijdenis: 'Opdat de mensen tot het geloof worden gebracht zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil, door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, de Gekruisigde'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Rondom het beroepingswerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's