Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Proefschrift over catechese in Reformatie en Nadere Reformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Proefschrift over catechese in Reformatie en Nadere Reformatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na vele jaren noeste arbeid mocht collega W. Verboom, predikant te Hierden, het genoegen smaken op een proefschrift over 'De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie' aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, op donderdag 19 juni jl., te promoveren. Wij delen in zijn vreugde en de vreugde van zijn gezin en wensen hem met deze prestatie van harte geluk.

Het is een lijvig boekwerk geworden, 380 bladzijden. De 'bronnen' die erin verwerkt zijn zijn vele tientallen. Wij kenden Verbooms indrukwekkende verzameling van oude catechismi; en nu zien wij de verwerking daarvan.

De titel van het boek geeft al aan dat het gaat om een vergelijking. Reformatie en Nadere Reformatie worden met elkaar vergeleken op het punt van de catechese. Bij het woord 'catechese' moet u in dit geval denken aan een heel complex: de catechisatieboekjes, de methoden die gevolgd werden, de verschillende vormen van de catechese, als in gezin, school en kerk, de catechisanten, de catecheten, de motivaties en nog meer van die zaken. Het woord 'catechese' in de titel is dus breed genomen.

Reformatie

Zo komt er heel wat aan het licht. En alles welgeordend. Wij vernemen (in hoofdstuk 1) hoe het met de catechese gesteld was in Wittenberg, in Zurich, in Straatsburg, in Geneve, in Heidelberg en in de Hollandse vluchtelingengemeente te Londen. Vervolgens hoe het in de 17e en 18e eeuw gesteld was met de catechese in de gereformeerde Kerk in Nederland (hoofdstuk 2). Daarna (in de hoofdstukken 3 en 4) wordt de catechese van de Reformatie en die van de Nadere Reformatie nog eens bekeken, maar nu van haar theologisch-didactische zijde. In het 5e en tevens laatste hoofdstuk wordt ten slotte een 'evaluatie' geboden.

Het hele betoog maakt duidelijk dat de catechese in de tijd van de Reformatie haar bloeitijd heeft gehad. Niet alleen omdat toen een aantal catechismi zijn ontstaan, maar ook omdat men in die tijd wist te staan met de catechese in het krachtenveld van de Heilige Geest. Het ging erom de kinderen geloofskennis bij te brengen. Kennis en vertrouwen, wat wij noemen het cognitieve en het affectieve element, waren één. Zo was het bij Luther, Calvijn, Bucer en vele anderen. De catechese had 'zin' voor het geloofsleven. Het ging ook wel om het bijbrengen van de zuivere leer, maar die stond niet apart. In de catechese stond ook het venster open naar de roeping en taken van de christen in de wereld. In al de genoemde centra stond de Heilige Schrift zelf centraal in het catechetisch onderwijs.

Men motiveerde de catechese in de doop en in het genadeverbond. Alle kinderen zijn in dat genadeverbond opgenomen en worden dan ook als zodanig aangesproken en behandeld. De goddelijke verkiezing wordt beleden, voluit, maar zij beheerst niet het onderwijs in die zin, dat zij doop en catechese nutteloos zou maken. Hoe verkwikkend is het hier in dit proefschrift nog weer eens allerlei stukken uit die oude catechismi te lezen, en nog weer eens voor ogen te hebben hoe in die tijd het genadeverbond leefde en functioneerde.

Nadere Reformatie

Wat de Nadere Reformatie betreft: Verbooms stelling is: 'De toenemende aandacht in de Nadere Reformatie voor de catechese gaat gepaard met een kwalitatieve devaluatie ervan' (stelling 5). Deze stelling is natuurlijk niet zomaar gelanceerd; zij is stevig onderbouwd. Een groot deel van dit proefschrift is daaraan gewijd. De catechese is, aldus Verboom, in de tijd van de Nadere Reformatie in een 'verschralingsproces' terechtgekomen. Men ging uit het geloof het kennisselement isoleren. De catechese ontaardde in het de kinderen bijbrengen van slechts 'uitwendige' kennis. In plaats van het catechiseren in het bewustzijn, dat God de Heilige Geest het gebruikt om de kinderen in het ware geloof te bevestigen, kwam de coniunctivus: Och mocht... Het kwam tot een breuk tussen kennis en bevinding. De visie op de predestinatie, waarin men verkiezing en verwerping gelijk op liet gaan, brak de catechese stuk. Er vond een verschuiving plaats in de visie op het genadeverbond. Niet meer een genade verbond dat met alle kinderen der gemeente is opgericht, maar een genadeverbond dat alleen met de uitverkorenen is opgericht. De doop verloor zijn wezenlijke betekenis. Men werd door belijdenis doen enkel lid van de kerk. Wél allen belijdenis doen, zei Smytegelt, maar niet naar het Avondmaal. Zo verloor de catechese haar doel.

De ik-vorm

Men ging er bezwaar tegen maken dat in de Heidelbergse Catechismus de 'ik-vorm' wordt gebruikt; men meende dat de Catechismus zich onpersoonlijker en neutraler had moeten uitdrukken. Soms ging men zelfs zover dat men stelde, dat in de 'antwoorden' van de Catechismus de leraar, en wel een verzekerd christen aan het woord is, en in de 'vragen' slechts een geïnteresseerde leerling. Zo zette men dus de hele structuur van de Catechismus op de kop. Dat alles, zo betoogt Verboom, betekende een 'vervlakking' van de catechese.

Bij de Reformatie vergeleken heeft zich een grote verschuiving voorgedaan. Verboom toont echter aan dat dit alles een proces is geweest. Niet alle mannen van de Nadere Reformatie worden door hem over één kam geschoren. Verboom zegt ook, namelijk aan het slot van zijn boek, dat de mannen van de Nadere Reformatie natuurlijk niet bewust hebben aangestuurd op de kwalitatieve degradatie van de catechese; maar dat deze een gevolg is van de verschuivingen die zich hadden voorgedaan in theologische inzichten.

Naar alle waarschijnlijkheid, zo meen ik, zal de studie van Verboom hier en daar prikkelen tot verzet. Maar het materiaal dat door hem is aangedragen tot ondersteuning van zijn stelling is waarlijk niet weinig.

Op details zal kritiek mogelijk blijven, maar de hoofdlijn van Verbooms betoog zal, als men tenminste iets zinnigs wil zeggen dat op feiten rust, niet zo gemakkelijk weggekritiseerd kunnen worden.

Zondag 7

Wat mijzelf betreft: de interpretatie van Zondag 7 (over het geloof) lijkt mij niet geheel juist. 'Kennis' en 'vertrouwen' worden hier niet tegenover elkaar gesteld, er staat 'niet alleen — maar ook'; het is dus een 'zowel-als'-verhouding.

Vragen

Het lezen van dit boek heeft vervolgens mijn nieuwsgierigheid gewekt naar een paar zaken waarop Verboom, wegens zijn doelstelling, niet nader is ingegaan. Ik zou weleens willen weten wat er (theologisch) achter zit dat men in de tijd van de Reformatie de kinderen al op zo jonge leeftijd belijdenis deed doen en tot het Avondmaal toeliet. Vervolgens, Verboom betoogt dat in de tijd van de Reformatie ervan uitgegaan werd dat de Heilige Geest tegelijk met de catechese werkte in de kinderharten; en hij noemt dat een 'pneumatologische synchronisatie'. Nu is mijn vraag: Hoe kón het gebeuren dat in de tijd van de Nadere Reformatie deze 'synchronisatie' verdween? Derde vraag: Verboom beweert (blz. 257) dat in de tijd van de Nadere Reformatie een 'uitwendige goedheid' zich losmaakte uit de praktijk der godzaligheid; en even later noemt hij dan de Verlichting. Nu is mijn vraag: Is het dan toch waar, wat al meer dan eens beweerd is, namelijk dat er een rechte lijn loopt van de Nadere Reformatie (Piëtisme) naar de Verlichting? Is de stap erg groot van een 'uitwendige goedheid' (los van het geloof) naar een 'natuurlijke moraal'?

Zo zijn er nog wel vragen overgebleven; die stimuleren tot verdere studie. Maar wij zijn dankbaar voor hetgeen geboden is.

Kerkelijke situatie

Hoewel dit boek niet rechtstreeks de huidige kerkelijke situatie ter sprake brengt, heeft het natuurlijk daarvoor wel betekenis. Wat de catechese aangaat, maar ook wat aangaat het benaderen van de kinderen, de jeugd van de gemeente, en de wijze waarop wij hen zien, aanspreken, onderwijzen en opvoeden.

Het is een goede zaak wanneer niet maar enkele kreten worden geslaakt, maar men de bronnen zelf laat spreken. En dat heeft Verboom gedaan. Nogmaals, hoe verkwikkend om zich te laven aan het zuivere water uit de zuivere bronnen van de Reformatie der kerk. Hoe bijbels en hoe waarachtig vroom! Daar is alles nog een éénheid. Zelfs bij alle verscheidenheid. In onze huidige verscheidenheid en zelfs verdeeldheid ligt daar nog een mogelijkheid van eenheid. Ik vermoed dat ook dat een van de intenties is geweest van collega Verboom bij het schrijven van dit proefschrift. Wij kennen zijn liefde voor de 'catechese', maar daarbij is niet enkel gedacht aan kinderen, ook aan volwassenen, en dus ook aan heel de kerkelijke praxis. De gezondwording daarvan is gewis een zeer aangelegen punt.

Het ware te wensen dat men in heel de zogenaamde Gereformeerde Gezindte onder andere door middel van dit boek zich weer eens wilde bezinnen op onze gezamenlijke herkomst. Wij komen allen immers van de Reformatie. Het zijn meer de eeuwen na de Reformatie die ons scheiden dan de Reformatie zelf.

Wij hopen dat collega Verboom zal verdergaan met het opdelven en uitstallen van oude schatten. Een 'proefschrift' is een eerste proeve. Deze eerste proeve smaakt goed, en doet verlangen naar meer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Proefschrift over catechese in Reformatie en Nadere Reformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juli 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's