Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omzien naar dienst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omzien naar dienst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omzien naar dienst, is de titel van een boekwerkje, geschreven door de algemeen secretaris van de Generale Diakonale Raad van de Nederlandse Hervormde Kerk, de heer dr. P. A. C. Douwes. De heer Douwes probeert het begrip dienst nader uit te werken door in een 7-tal korte stukjes de diaken als vreemdeling in verschillende situaties op de voorgrond te plaatsen. De lezer krijgt op deze wijze een indruk hoe een diaken in de gemeente — die over het algemeen nogal op de achtergrond blijft — zijn taak ervaart, beleeft en verwerkt. We kijken als het ware in deze hoofdstukjes door de ogen van diakenen. Diakenen, die omzien naar dienst, naar mogelijkheden om te dienen. De dienst, het dienen in de gemeente is geen statisch gebeuren. Er verandert veel in de samenleving en zo ook binnen het diakonaat. De diaken staat elke keer weer voor nieuwe situaties, voor nieuwe kansen en mogelijkheden. De diakonale taak is veelomvattend en brengt voor diakenen grote verantwoordelijkheden met zich mee. Gelet op die veelheid van taken, is het niet eenvoudig om klip en klaar een antwoord te geven op de vraag: wat doen diakenen nu eigenlijk, waar willen ze naar toe en wat bezielt ze? De schrijver meent, dat het antwoord in elke situatie, opnieuw gevonden zal moeten worden en zal daarom telkens verschillend zijn. Een bevredigend antwoord zal het pas echt zijn, wanneer het berust op een overtuiging, die gestalte krijgt in momenten dat we onszelf rekenschap geven van de diakonia, denken over dienst als levenservaring waarvan we onze naasten met vreugde deelgenoot willen maken. Het begrip dienst is zo een ruim begrip en zal gelet op de verschillende situaties ook geheel verschillend worden ervaren. Het boeiende van deze korte stukjes over de diaken als vreemdeling is wel, dat de schrijver probeert het vreemdelingschap van de diaken nader te verklaren, de oorzaak ervan op te sporen. Zo schuift hij als het ware steeds een gordijn open en laat ons (gemeenteleden, andere ambtsdragers en anderen) achter de schermen zien dat het voor het oog bekende, gebruikelijke, wel heel bijzonder is en ook diepe dimensies heeft. Dan heeft b.v. de diaken het verleden niet altijd mee. Douwes schrijft: Nu gaat er buiten de kerkdeuren bepaald geen gejuich op als de diaken verschijnt. Aan zijn historische aandeel in de armenzorg heeft hij geen goede naam overgehouden. Ook moet de diaken veel achterdocht overwinnen en proberen wat vertrouwen te wekken. Het beetje geld dat hij meebrengt kan niet veel zoden aan de dijk zetten en zijn ideële bagage maakt hem hoogstens verdacht: waar is hij eigenlijk op uit? De diaken is vaak een eenling en gaat er alleen op uit. Het is moeilijk om steun te krijgen van anderen. Veel wat je vertellen wilt, staat zo ver bij anderen vandaan. In de kerkeraad mag je blij zijn als je de rondvraag haalt, zelfs als er geld nodig is. Je krijgt reakties van 'wat sloof je je toch uit?' en 'hoe hou je het allemaal vol?' en voelt je in de kou gelaten. En toch... de diaken is steeds op zoek naar de ellende en nood van de medemensen die hij dient en die hem daar in lief zijn. Hier komen we volgens Douwes bij het hart van de diakonie. Dit is dienst: het voor de hand liggende, gemakkelijke, profijtelijke verlaten en jezelf in een spanningsveld begeven; anders gezegd: jezelf verloochenen, je kruis opnemen en Christus volgen, die ons op de lijdensweg voorging. In de opdracht die hem wordt meegegeven komen anderen hem tegenioet: mensen die gediend moeten worden en mensen die willen dienen. Zij dwingen hem niet slechts te letten op het eigen belang, maar ook en allereerst op dat van anderen. Dat is niet gemakkelijk, maar werkt wel zeer bevrijdend. En dat schept vreugde en die vreugde bouwt zijn geloof en zijn hoop. In het tweede deel van het boekje gaat de schrijver verder op het woord dienst in aan de hand van verschillende daartoe gekozen bijbelgedeelten. Hieruit een enkel voorbeeld en wel aan de hand van 1 Korinthe 4 : 7: Wat hebt gij, dat gij niet ontvangen hebt?' vraagt Paulus aan de gemeente. Wanneer de diakenen de gaven in de gemeente inzamelen, mogen zij daar best aan herinneren. Daartoe is des te meer aanleiding als de gaven, die de diakenen willen inzamelen, niet alleen materiële gaven zijn, maar ook menselijke inzet, tijd, energie, vaardigheid, creativiteit. Zijn zulke gaven er wel en kun je ze inzamelen, zo vraagt Douwes zich af? Want het is prachtig gezegd, dat we onszelf voor de naaste moeten inzetten. Als dat in de preek te pas komt, knikken we allemaal instemmend. En we blijven knikken als de predikant dat nog eens onderstreept door de vraag van Paulus te herhalen: 'wat hebt ge, dat ge niet ontvangen hebt?' en ons er op wijst dat dat niet alleen geldt voor have en goed, maar ook van onze kennis en kunde. En gaven zijn er in de gemeente, ook al lijkt het soms bitter weinig, bij wijze van spreken vijf broden en twee vissen. Toch is het nodig dan niet te zien naar wat ontbreekt, maar naar wat voorhanden is. Vijf broden en twee vissen blijken duizenden te kunnen voeden. Kan het zijn, zo vraagt de schrijver zich af, dat wij de ander pas echt kunnen dienen met hetgeen we zelf als gave hebben leren ontvangen? Het laatste deel van het boekje handelt over de praktijk van het diakonaat. Douwes haalt in het hoofdstukje over Gevers en onvangers een uitspraak aan, die gedaan werd door ds. G. Spilt als praeses van de Hervormde synode in zijn toespraak tot de (zwarte) Nederduitsche Gerefor­meerde Kerk in Afrika in 1979 met de woorden: 'als u toelaat dat ons u help, sal ons ook steeds meer ervaar dat ons méér die "ontvangers is as die gewers", omdat die verbondenheid met ons susters en broers wat 'n moeilijke weg bewandel, ons nader bring aan die kruis en opstanding van onse Here Jesus Christus'.

In het hoofdstukje: 'Gedenk uw voorgangers', stelt Douwes dat het veel zin heeft om je eens af te vragen, wat de dienst van Christus in de levens van mensen, die ons voorgingen, heeft betekend. 'Let op het einde van hun wandel', zegt de apostel, 'en volgt hun geloof na'. Tenslotte worden nog enkele bladzijden gewijd aan het onderwerp: een visie op arbeid en het onderwerp: het recht van de vreemdeling.

Het boekje Omzien naar dienst spreekt niet óver de diaken en óver het diakonaat, maar vanuit de diaken en vanuit het begrip dienst in een bepaalde situatie. Sommige diakenen zullen er zich zeker in herkennen en anderen wellicht niet, omdat de situaties waarin men dienend bezig is zo geheel verschillend kunnen zijn. Het boekje kan voor alle diakenen een spiegel zijn, waarbij de vraag opkomt: herken ik mezelf ook als een vreemdeling? Herken ik de geschetste ervaringen, of kijk ik er anders tegen aan? Het boekje kan mogelijk uitgangspunt voor gesprek zijn in de diakonie en kerkeraad. Andere ambtsdragers kunnen een beter inzicht krijgen in wat diakenen bezielt. Maar ook gemeenteleden kunnen zich erdoor gestimuleerd en bemoedigd weten in het dienen van elkaar. Voor de duizenden diakenen is veel informatie beschikbaar. Regelmatig worden zij door de diakonale bureaus van het nodige voorzien. Buiten de kring van diakenen is er veel minder informatie beschikbaar. Daarin verandering te brengen is mede de bedoeling van dit boek.

Uit het geheel blijkt dat dr. Douwes vertrouwd is met het diakonaat. Vanuit die kennis schrijft hij vakkundig en is in staat om te schrijven vanuit het hart van een diaken. Alsof een diaken zelf aan het woord is en spreekt vanuit de eigen ervaringen en situaties. Velen zullen deze ervaringen delen, anderen zullen het weer anders ervaren. Het boekje is goed leesbaar en telt 68 pagina's. Het is uitgegeven door het Boekencentrum in Den Haag en kost ƒ 11, 90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Omzien naar dienst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's