Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het sterven is mij gewin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het sterven is mij gewin

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin.' (Fil. 1 : 21)

De apostel verlangt heen te gaan. Hij heeft begeerte om ontbonden, dat wil zeggen, losgemaakt te worden. De banden, waarmee hij vastgesnoerd zit aan dit vergankelijke leven mogen, wat hem betreft, ontbonden worden. Een kind van God kent tijden van geestelijke dorheid en verlatenheid, waarin zijn ziel kleeft aan het stof. Maar elke gelovige kent ook tijden van een levend heimwee naar Immanuëlsland. Dan richt de Heilige Geest de verrekijker des geloofs op de stad, die fundamenten heeft. Van Sion zegt men, dat zij aldaar geboren is. Hoe zou Sion dan niet hunkeren naar haar betere Vaderland? De Bruid van Christus wordt gekenmerkt door een gestaag verlangen naar vereniging met de Bruidegom totdat de dag aankomt en de schaduwen vlieden. Lieve lezer(es), is dit verlangen u geheel vreemd? Let wel, dit is geen doodsverlangen zonder meer. Vandaag kunt u de punkjeugd zien lopen met doodskop hangertjes om hun hals. In sommige speelgoedwinkels ligt een bak met plastic miniatuur-geraamtes van de mens. Veel kerkgangers zitten als aan de beeldbuis vastgeklonken wanneer daar een misdaadfilm te zien is. En als er geen doden vallen is de spanning voor hen eruit. Zo wordt de dood gruwzaam opgedrongen aan de aandacht. De mensenmoordenaar van den beginne wakkert deze tijdgeest aan. De vorst der duisternis sleept zoveel jonge levens via lichaamsverwoesting naar de eeuwige afgrond. De dood is voor de moderne mens geen dood meer. De dood telt niet meer, sterker, de dood wordt verheerlijkt.

Het sterven is mij gewin. Spreekt Gods kind zo uit levensmoeheid, omdat hij het leven beu is? O neen, dit woord komt niet voort uit een pessimistische of depressieve geest. Vandaag zijn er velen, die niet meer kunnen optornen tegen de moeiten en zorgen in dit tranendal. Sommigen hebben een slecht huwelijk. Anderen hebben geen werk. Een een derde zit in grote financiële problemen. De mens heeft een strijd op aarde. Daarom zijn velen het leven moe. Niet alleen ouderen, maar ook jongeren maken een einde aan hun leven. Ze menen dat de dood uitkomst geeft. Vandaag pleit een koor van stemmen in onze regering voor vrijwillige actieve euthanasie. Zij weten zich gesteund door vele hoogleraren in de godgeleerdheid en dominees, die het eeuwig voortbestaan van onze ziel loochenen. Zij houden ons volk tevens voor dat de barmhartigheid van God geen ruimte zou laten voor de hel, als plaats van eeuwige rampzaligheid van de duivelen en de onbekeerden. Zij misleiden miljoenen door te prediken dat de dood bij het leven behoort. Het sterven van Christus betekent dat wij het slachtoffer kunnen worden in het gevecht voor een andere samenleving. De opstanding van Christus wordt teruggebracht tot binnenwereldse verhoudingen. Zijn opstanding betekent dat wij moeten opstaan tegen maatschappelijke misstanden. Deze valselijk genaamde wetenschap gelooft naar eigen zeggen wel in de opstanding van Christus, maar niet in het lege graf. Zij zijn alleen in dit leven op Christus hopende en daarom de ellendigste van alle mensen. De moderne mens kent geen verwachting over dood en graf heen. Daarom vlucht hij in brute doodsverachting. Zo vluchten tallozen een eeuwige nacht in. Hun leven is niet Christus. Zij kennen het geheim van Pasen niet. Gods kinderen worden in hun aanvechtingen wel eens belaagd met doodsverachting. Maar het is voor hen een verzoeking, waarin zij gelouterd en onderwezen worden. Job raakte niet alleen zijn geliefde kroost en zijn bezit kwijt, maar ook nog zijn gezondheid. Dan vervloekt hij zijn geboortedag en is hij jaloers op de doden. Het daglicht wordt hem tot een last, het leven is hem bitter. Maar Job stort zichzelf niet in de dood. Straks mag hij na veel beroering en zuchten tot de wetenschap komen dat zijn ogen God zullen zien en geen vreemde.

Elia was een man van gelijke beweging als wij. Deze strijder voor Gods eer kreeg last van trage knieën en slappe handen. Deze beroerder Israels die alleen placht te beven voor Gods Woord, beefde nu voor het woord van een mens, die hooi worden zal. Daar zat hij onder de jeneverboom te bidden of God hem nu maar niet wilde wegnemen, want langer leven was voor hem geen doen meer. Hij kon er niet langer tegenaan. Hij was maar alleen over gebleven en behalve Elia was er geen geestelijk leven in Israël. Zo donker was de tijd! Hij zag het niet meer zitten en wilde maar liever sterven. Wat is de blik van Gods kinderen soms beperkt. Er waren immers nog zevenduizend, die de knie voor Baäl niet gebogen hadden. En Elia had nog een taak voor dat overblijfsel der genade. Die taak zag hij niet liggen, maar de Heere geeft hem daarin onderwijs. Het sterven is mij gewin. Toch is de tijd van zijn ontbinding nu nog niet aanstaande. Toch heeft hij de loop nog niet beëindigd. Hij moet Gods raad nog uitdienen. Het is zijn tijd nog niet. Maar wel is er een sterk verlangen naar de afreis. Wat kan dat verlangen soms sterk zijn bij de strijdende kerk. Vooral in de tijd van de eerste liefde, als de ziel mag smaken dat de Heere goed is. Als de hemelen Gods eer vertellen. Als de bergen huppelen van vreugde. Als de ziel vrede met God ontvangt door Christus. O, dan worden alle dingen nieuw. Dan vangt de eeuwige sabbath aan in dit leven. En dan oefenen ze het heerlijk verlangen naar de rust, die er overblijft voor het volk van God. Voor de apostel ligt de tijd van de eerste liefde lang achter hem. Maar de Heere blijft wel Dezelfde. Hij oefent Zijn kind in de strijd. Dat is gelukkig, want anders zou Gods kind nog met de wijze maagden in slaap vallen. Gelukkig als er maar strijd van buiten is en gedurige vrees van binnen. Paulus heeft in de gevangenis gezeten. Hij mag nu achteraf zien dat zijn boeien als goud geschitterd hebben van de eer van God. De Heere heeft zijn banden gebruikt tot bevordering van het Evangelie en tot blijdschap des geloofs. Ook dringen er huurlingen binnen in de schaapskooi van Christus. Deze ingekropen valse broederen wilden Paulus plagen en zijn invloed ondermijnen. Maar deze verdrukking werkt in Paulus' ziel een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid. Hij komt door de verdrukking in de diepte terecht. En in de diepte groeien de bruidsbloemen, de mirten. Laat dan de wereld maar in de boeien slaan. Laat dan de valse godsdienst maar schimpen. In het dal ootmoed ontvangt elk kind van God zulke kostelijke lessen. Paulus ziet daar dat hij gemist kan worden. Hij strijdt immers niet voor zijn eigen zaak. Als Christus maar groot gemaakt wordt. Hetzij door zijn prediking, het zwaard des Woords. Hetzij door zijn dood, voor hem een doorgang naar het eeuwige leven.

Maar Paulus' leven was toch enkel Christus? Waarom was hij dan zo hemelsgezind? Waarom was het sterven hem dan gewin? Omdat hier nog vele overblijfselen van dat oude leven tegen zijn wil in hem zijn overgebleven. De begeerlijkheden, die strijd voeren tegen de ziel. Het goede dat Gods kind wil, doet hij dikwijls niet. Maar het kwade, dat hij niet wil. Gods kind voelt zich een ellendig mens in het lichaam dezes doods. Is hij dan niet bekeerd? Jazeker, maar tot op de laatste snik niet afbekeerd. Hier werpen ze soms een smaad op Christus door hun gedrag of woorden. Welk een smart snijdt dan door hun hart.

Hier op aarde wandelen Gods kinderen vaak in de duisternis. Hun zonden maken een scheiding tussen God en hun ziel. Hun eigengerechtigheden staat zo dikwijls de gerechtigheid van Christus in de weg. En de Heere verbergt Zijn Aangezicht. Maar het sterven brengt gewin. Dan zullen ze Hem zien van aangezicht tot aangezicht. Hier op aarde wandelen ze door geloof en niet door aanschouwen. Maar het geloof wordt zo dikwijls aangevochten. De hoop wordt zo dikwijls bestreden. Maar het sterven is voor de levendgemaakte kerk gewin. Want straks gaat hun geloof over in aanschouwen. Straks gaat hun hoop in vervulling. En de liefde blijft, die wordt alleen maar sterker. Moede pelgrim, houdt moed! Wij hebben altijd goede moed en hebben meer behagen om uit het lichaam uit te wonen en bij de Heere in te wonen.

Allen, die heimwee hebben komen zeker thuis. De laatste zucht hier beneden smelt samen met het eeuwig Hallelujah daarboven. O, dan ben je wel eens jaloers op de triomferende kerk. Het sterven is mij gewin.

Alleen voor wie Christus het Leven geworden is, kan op goede gronden zeggen dat zijn sterven gewin is. Dan is de prikkel, namelijk de zonde, uit de dood weggenomen. Dan legt Jakob zijn voeten samen, nadat hij de begrafenis geregeld had, en gaf de geest. Dan neemt God Henoch, die altijd met Hem gewandeld had, weg. Henoch wist dat hij God behaagde en dat hij naar de hemel ging. Weet u het ook. Wij weten dat wij straks een gebouw van God hebben, eeuwig in de hemelen. Het sterven gewin.

Misgun Gods volk die laatste reis niet. Men leidt haar in statie uit haar woning. De vreemdelingen op aarde komen thuis in de hemel. Eeuwig bij Vader, Die in Christus nooit meer toornt of scheldt. Hier op aarde komen er tranen bij de geliefde betrekkingen. Hoe zou het ook anders. Maar God wist alle tranen van Zijn kind af. Daar zal het vrome volk in God verheugd, huppelen van zielevreugd daar zij hun wens verkrijgen. Het sterven is voor alle gelovigen gewin. Niet alleen voor de schapen. Maar ook de lammetjes komen Binnen. Zelfs de zogenden zal Hij zachtjes leiden. Maar de varkens blijven buiten. En ook de wolven in schaapskleren. Lieve lezer(es), onderzoek uzelf nauw, of gij in het geloof zijt. Alle schijn- en naamchristenen, die dachten dat de bitterheid des doods geweken was. Maar Gods ogen zijn vlammen vuurs. Hij ziet het hart aan. Velen zullen zeggen: 'Heere, wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken en Gij hebt in onze straten geleerd. Wij hebben in Uw Naam vele krachten gedaan, doe ons open'.

Maar Hij zal slechts tot U zeggen: 'Gaat weg van Mij, Ik heb u nooit gekend'. Velen verwachten in de hemel te zullen aankomen, maar de hemel verwacht hen niet. Wij dan, wetende de schrik des Heeren, bewegen u door deze eenvoudige meditaties tot het geloof. Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het sterven is mij gewin

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's