Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Adriaan H. Bredero, Christenheid en christendom in de middeleeuwen, Over de verhouding van godsdienst, kerk en samenleving, uitgeverij Kok Agora, Kampen, 1986, 358 biz., gelijmd, prijs ƒ 49, 90.

Dit boek biedt niet één doorlopend verhaal over het onderwerp dat in de titel is aangegeven, maar een bundel opstellen daarover. Die opstellen dragen respectievelijk de volgende opschriften: Godsdienst en kerk in de middeleeuwse samenleving (I), Tegen een mentaal misverstaan der middeleeuwen (II), Jeruzalem in het Westen (III), De godsvrede der bisschoppen: De markering van een maatschappelijke ommekeer? (IV), Cisterciënsers en Cluniacensers (V), Heiligenverering en heiligheid (VI), Ketterij en kerkhervorming (VII), Het anti-joodse gevoelen van de middeleeuwse samenleving (VIII), Het godsdienstig leven in de Nederlanden (circa 1050-1384) (IX).

De auteur, die aan de Vrije Universiteit te Amsterdam hoogleraar is voor middeleeuwse geschiedenis, heeft, zoals ook in de ondertitel van het boek is aangegeven, extra aandacht geschonken aan de invloed van het maatschappelijke leven op de christelijke religie. Van daaruit valt er inderdaad soms nieuw licht op bepaalde feiten. Voorbeeld: dankzij de kruistochten, die vele mannen het leven kostten, was er in de 12e en vooral in de 13e eeuw een toenemend vrouwenoverschot, en dat is de reden dat het aantal vrouwenkloosters in die tijd zo snel groeide. En daar kwam dan ook nog bij, dat de kerkelijke celibaatsverplichtingen in die tijd verscherpt werden, waarom geestelijken geen concubines meer konden huisvesten (blz. 43).

Interessant vond ik de stukken over de ketters en nog meer die over Bernard van Clairveau. Hij en de Cisterciënsers komen in dit boek nog al eens aan de orde.

Ten aanzien van de Joden wordt de middeleeuwse kerk door de auteur in gebreke gesteld, maar tegelijk distantieert hij zich van de beschouwingen van dr. Hans Jansen, Jansen, aldus Bredero, abstraheert de vele feiten die hij vermeldt uit hun context, waaruit 'kortsluitingen' zijn ontstaan (blz. 235).

Wat de stijl van dit boek betreft: er zijn stukken die zich vlot laten lezen, maar dat geldt niet van het geheel. Wél worden wij overspoeld door een zee van feiten. Al biedt dit boek, zoals al gemeld, geen doorlopend verhaal, het geeft toch wel een totaalbeeld van het christendom in de middeleeuwen. Wie echt belangstelling heeft voor 'geschiedenis' (en die zijn er zeker onder de lezers van ons blad) zal met vrucht van dit boek gebruik kunnen maken en zelfs ervan kunnen genieten.

K. Exalto

De Gemeente, Over de opbouw van de gemeente als een gemeenschap van leren, vieren en dienen. Ter Sprake 18 (Gebruiksboekjes bij ontwikkelingen in samenleving, kerk, pastoraat en theologie), Meinema, Delft 1986, 84 blz., ƒ 9, 95.

Een boekje dat het pastoraat wil dienen. Geschreven door ongeveer 10 personen, meest predikanten in de Gereformeerde Kerken. De bijbel is voor hen een boek van menselijke 'ervaringen'. De vraag: Is dat echt zo gebeurd? mag niet worden gesteld (blz. 22). De God na Auschwitz heeft andere trekken dan de God vóór die catastrofe (blz. 24), Ziehier een paar modeleuzen van onze tijd. Is dat pastoraat?

K. Exalto

De vrijmoedigheid des geloofs Ds. P. Zandt, Uitgeverij Kool B.V., Veenendaal, 280 blz. ƒ 42, 45.

Dit boek is een bundeling verzamelde geschriften van ds. Zandt, in leven predikant in de Ned. Herv. Kerk. Op 4 maart 1961 overleed hij op bijna 81-jarige leeftijd. Zijn laatste gemeente was die te Delft waar hij als emeritus bleef wonen nadat hij in 1925 lid werd van de Tweede Kamer voor de S.G.P. Van dat laatste is in deze preken, want dat zijn deze verzamelde geschriften, niets te merken. Hierin was hij en bleef hij voluit dienaar van het goddelijke Woord en was elke gedachte van een politieke prediking hem vreemd. Bij het lezen van dit twintigtal preken zag ik hem weer in mijn gedachten op de preekstoel in Delft staan, waar ik hem in mijn jeugdjaren vele malen heb mogen horen preken, en  hoorde hem weer in mijn gedachten met de merkwaardige en indringende preektrant. De stijl doet enigszins verouderd aan.

Preken bespreken is moeilijk. Het is ook niet de bedoeling van deze aankondiging. U doet er goed aan deze bundel zelf aan te schaffen en te lezen. Het is geen weggegooid geld en het kan u goede rente opbrengen. Ds. J. v. d. Haar schrijft in zijn voorwoord dat de prediking van ds. Zandt voluit trinitarisch mocht zijn, de eer van God en het heil van de zondaar op het oog had en dat hij daarbij de kerk der vaderen trouw gebleven was. Ik wil dat graag onderstrepen zonder te zeggen dat zijn preken volmaakt zijn. Maar geldt dit niet van ons allen? De bevindelijke inslag gaat wel eens ten koste van het beloftekarakter van Gods getuigenis. Maar dan toch weer anders dan dat men het nu in onze tijd soms hoort. Ds. Zandt was èn in zijn leven èn in zijn preken een man die het ieder gunde maar dan wel in de weg van Gods Woord.

C. V. d. B.

Elisabeth Kübler-Ross, Over de dood en het leven daarna. Ambo, Baarn, 72 blz. ƒ 12, 50.

In dit boekje poneert mevr. Kübler-Ross de stelling dat de dood een overgaan is in een nieuwe bewustzijnstoestand, waarin men doorgaat met voelen, zien, horen, begrijpen, lachen en waarin men de mogelijkheid heeft om zowel qua ziel als qua geest te groeien (blz. 28). De blijvende verdienste van deze auteur is dat zij indringend aandacht heeft gevraagd voor het sterven, dat zij ook veel materiaal heeft aangedragen op grond van haar luisteren naar en gesprekken met stervenden. Maar in toenemende mate is haar aandacht verplaatst naar wat er na dit leven zal zijn. Zij meent op grond van de ervaringen van mensen die klinisch dood zijn geweest of ook van de mededelingen van doden die haar zijn verschenen allerlei uitspraken over het hiernamaals te kunnen doen. Bijvoorbeeld: 'Symbolisch uitgedrukt betekent doodgaan niet anders dan verhuizen naar een mooiere woning' (blz. 8). Zoals de vlinder zich losmaakt uit de cocon! 'Over 't algemeen word je altijd opgewacht door degene van wie jij het meest hebt gehouden. Die persoon treedt je steeds als eerste tegemoet' (13).

De dood wordt gebagatelliseerd. Sterven zou niet anders zijn dan het afleggen van een oude, versleten winterjas. Eigenlijk bestaat de dood helemaal niet. En God is geen bestraffende, een oordeel vellende rechter. We zullen slechts over onze eigen daden oordelen. 'Door je levenswandel op aarde ben je al bezig voor het hiernamaals je hel of je hemel te scheppen' (36). Zo ontstaat er een eigenaardige ervaringstheologie. Het zou ook een genitief-theologie genoemd kunnen worden: theologie van de gestorvenen. Met de bijbelse openbaring heeft het allemaal niet veel meer te maken.

Veenendaal

J. Hoek

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's