Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe ver reikt het heil? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe ver reikt het heil? (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Actualiteit

De vorige keer zagen we, hoe de eeuwen door de leer van de alverzoening, het universalisme, aanhangers heeft gehad. Nu kan men zeggen — en dat heeft mede de keus bepaald voor het thema van de FEET-conferentie —: er waait in onze tijd een universalistische wind. Het modern universalisme verslaat zijn duizenden. We kunnen daarbij verschillende vormen onderscheiden.

Er is het universalisme van hen, die vasthouden aan het unieke en uitsluitende van de openbaring van God in Christus, aan Jezus Christus als de enige weg tot het heil, maar die van oordeel zijn dat de triomf van Gods genade zo groot is, dat uiteindelijk allen behouden worden. De bijbelse uitspraken over de hel worden uitgelegd in die zin, dat de verwerping een grens heeft en de hel een loutering is. Anderen menen dat dit spreken over de hel en de buitenste duisternis tijdgebonden voorstellingsvormen zijn die niet tot het centrum van de verkondiging zouden behoren en daarom voor ons hun geldigheid verloren hebben.

Daarnaast zien we ook allerlei universalistische tendenzen in veler visie op de verhouding tussen het christelijk geloof en de wereldgodsdiensten en ideologieën. Openbaring wordt dan niet gezien als exclusief geschied te zijn in Israël en in Christus als de enige weg tot heil, maar men is van mening dat ook de niet-christelijke religies op goddelijke openbaring berusten en wegen tot heil zijn. Met name de ontmoeting met vertegenwoordigers van de wereldgodsdiensten in eigen omgeving (Moslims als buren b.v.) heeft dit denken ongemeen versterkt. Velen zijn bekoord door de gedachte dat er geen absolute waarheid is en dat het hoogst aanmatigend, ja intolerant is, om te beweren dat het christelijk geloofde ware religie zou zijn. Universalisme en relativisme gaan dan hand in hand.

Ter conferentie sprak prof. Beyerhaus uit Tubingen van een universalisme dat 'innergeschichtlich' is, d.w.z. een visie waarbij het heil veralgemeniseerd wordt tot binnenwerelds heil voor alle mensen van goeden wille. Het de mens toegedachte heil is dan niet de eeuwige zaligheid in een nieuwe hemel en op een nieuwe aarde, maar het verwerkelijkt zich via evolutie en revolutie in een door mensen tot stand te brengen nieuwe wereldsamenleving van vrede en gerechtigheid. Een consequentie van dit binnenwereld spreken is, dat men zegt: 'Je moet niet meer spreken van een hemel en een hel als beslissing na het jongste gericht. Het gaat nu om de vraag hoe we de mensen kunnen bevrijden van de hel waarin zij zich nu bevinden ten gevolge van uitbuiting, honger, racisme, tyrannie en onderdrukking'.

Het zal u duidelijk zijn, dat deze opvattingen, die in verschillende toonaard en variatie worden voorgedragen, niet maar theoretische bespiegelingen zijn, maar verstrekkende gevolgen hebben voor de kerkelijke praxis; prediking, pastoraat, zending, evangelisatie, de houding van de kerk in de samenleving enz. In zijn openingswoord op de conferentie ging prof. Runia uit van Handelingen 4 : 12, het woord van Petrus over de enige Naam die tót redding en tot zaligheid gegeven is. Hoe komt deze prediking over bij onze tijdgenoten binnen en buiten de christelijke kerken?

Je kunt het ook anders stellen: Hoe kunnen we vanuit de liefde van Christus, die het verlorene zoekt, het beslissingskarakter van het Evangelie van Christus als de enige weg tot heil zo aan de orde stellen, dat we de verdenking van arrogantie of valse pretentie van ons weren? We moeten niet vergeten dat in de vragen rondom de relatie van Christendom en niet-christelijke religies er ook wel eens over de absoluutheid van het Christendom gesproken is op een wijze die bepaald niet bijbels is. Laten we er goed van doordrongen zijn: Jezus Christus is niet hetzelfde als het Christendom, zoals zich dat voor doet en waarmee mensen in contact komen. Fanatisme en intolerantiehebben inderdaad duizenden slachtoffers gemaakt, en er is onder de banier van het christelijke helaas ook heel wat onrecht bedreven. Maar het ontslaat ons niet van de vraag hoe we het modern universalisme van antwoord kunnen dienen, en tegelijk recht kunnen doen aan de universele aanspraken van Jezus Christus, de enige Heere en Heiland (Joh. 4 : 42; Fil. 2 : 11).

Een veld van vragen

De belijdenis van Handelingen 4 : 12 vormde, zou men kunnen zeggen, het vertrekpunt van de besprekingen op de conferentie. Het bleek al spoedig dat de bespreking van het modern universalisme en de bijbelse boodschap over Gods heil voor de wereld ons voor een paar vragen zette.

Ik noem er een paar. In dogmatisch opzicht stuiten we op de vraag: Wat is openbaring? Is het terecht te spreken over algemene en bijzondere openbaring, zoals dat met name in de gereformeerde traditie gebruik is (vgl. art. 2 van de NGB). En als je het beslissingskarakter van de prediking handhaaft, welke plaats heeft dan het geloof? Hoe voorkom je dat de geloofsbeslissing zo'n zwaar accent krijgt dat de overmacht van de genade verduisterd wordt? Hoe zit het met de beslissingsmogelijkheid van de mens? Kan hij nee zeggen tegen de onweerstaanbare genade van God? Op de achtergrond gaan dan vragen rondom verkiezing en verwerping meespreken. Een binnen het gereformeerd protestantisme gevoerde discussie over de reikwijdte van het genadeaanbod (Hoeksema, Schilder, de strijd in de Geref. gemeente) komt dan ineens ter tafel. Dan weer word je herinnerd aan de bekende uitspraak van Van Ruler, dat de bijbelse prediking langs de rand van de algemene verzoening gaat. Maar niet alleen de dogmatiek was aan de orde. Evangelicals zijn nauw betrokken bij missionaire vragen. En u voelt wel: het modern universalisme vormt een geweldige uitdaging ten aanzien van de zendingsopdracht. Wat is zending? En welke plaats neemt de kerk in in het heilshandelen van God? En als we weigeren het heil op te sluiten binnen het hier en nu, maar toch het totale van dit heil niet ontkennen, hoe verhouden zich dan getuigenis en dienstbetoon, verkondiging en gerechtigheidsbeoefening? Hoe staan we in het geheel van de oecumene, waar syncretistische tendenzen niet ontbreken en waar verschillende toonaangevende figuren willen volstaan met de dialoog?

En tenslotte: Steeds kwam de praxis om de hoek kijken. Wat betekenen woorden als 'hemel', 'hel', 'eeuwig leven' voor de moderne mens? Hoe bereiken we de geseculariseerde tijdgenoot met de bijbelse boodschap van heil en gericht? Ik herinner me een discussie, waar bij enkele vertegenwoordigers de lust tot speculatie inzake de vraag: wat is de hel? , boven kwam drijven. Tot ongenoegen van andere deelnemers. Toen was het Beyerhaus die de conferentiedeelnemers op het hart bond niet te vervallen in ijdele bespiegelingen, maar ons te bezinnen op de vraag: Hoe spreken we over God als de Heilige in onze tijd?

Drie gespreksronden

De conferentie was zo opgezet dat het thema vanuit drie gezichtshoeken belicht werd, nl. de relatie van het thema tot de vraag naar de Goddelijke openbaring, vervolgens het verband met de vraag naar het heil voor de mens, en in de derde plaats de relatie met betrekking tot kerk en haar zendingsopdracht.

Elk van de drie subthema's werd door twee referenten behandeld. Het eerste referaat was van systematisch-dogmatische aard, waarbij vanuit de geschiedenis van de theologie het onderwerp behandeld werd en de spreker aan het slot een stellingname formuleerde vanuit een evangelicale visie. De tweede referent gaf steeds een bijbels-theologische uiteenzetting. Evangelicalen hechten grote waarde aan de Bijbeluitleg. Met name in de angelsaksische wereld vinden we vele toonaangevende exegeten, wier bijdrage voor de bijbelwetenschap van grote waarde zijn. Juist deze bijbels-theologische verhandelingen, waarin de Schrift open ging, waren bijzonder inspirerend en verrijkend.

De discussie waren ook in die zin leerzaam, dat je ontdekt hoe binnen een dergelijk evangelical verband er accentsverschillen zijn. Een gereformeerde vleugel tekende zich af naast een arminiaans beïnvloede stroming. Lutheranen uit Duitsland en Scandinavië legden andere accenten dan Calvinisten en Methodisten. Ja, ook het verschil tussen Engeland en het vaste land was speurbaar. Zo hadden duitse geleerden veel moeite met het verhaal van de schotse theoloog Nigel Cameron die een wijsgerige kritiek gaf op het werk van John Hick, een in de angelsaksische wereld invloedrijk denker, maar bij de duitse Evangelicals nogal onbekend, zodat de wijze van behandeling door Cameron velen niet aansprak. In een volgend artikel wil ik op enkele bijdragen wat nader ingaan.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hoe ver reikt het heil? (2)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 oktober 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's