Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus de Christus (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus de Christus (3)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hosanna

Hoezeer het koningschap van Christus door Jezus' tijdgenoten gezien is als een binnenwerelds koningschap blijkt wel bij Jezus' intocht in Jeruzalem. Alle vier Evangeliën schrijven erover. Het moet een indrukwekkend gezicht geweest zijn. Jezus gezeten op het veulen van een ezelin. Drommen mensen lopen voor Jezus uit en achter Hem aan. Die voorgaan spreiden hun kleren op de weg. Dat doe je alleen voor een koning. Palmtakken worden van de bomen gehaald en als teken van Jezus' overwinning eveneens op de weg voor Hem uitgespreid. Alle monden roepen de overwinning van deze Koning uit. 'Hosanna de Zone Davids' (Mattheüs). 'Gezegend zij het Koninkrijk van onze vader David, hetwelk komt in de Naam des Heeren' (Markus). 'Gezegend is de Koning, die daar komt in de Naam des Heeren!' (Lukas). 'Gezegend is Hij die komt in de Naam des Heeren, Hij die is de Koning Israels!' (Johannes). Alle evangelisten willen daarmee zeggen, dat Jezus als Messias Zijn koninklijke intocht in Jeruzalem houdt. 'Het volk maakt er een triomftocht van, waarin allerlei nationalistische en politieke verwachtingen verweven waren' (J. T. Nielsen). De roep Hosanna was als onderdeel van de zgn. Hallel-psalmen bij iedereen in Israël bekend. Ook de kinderen waren er mee vertrouwd. Bij bepaalde feesten waaronder het Paasfeest werden ze gezongen. Hier wordt deze lofprijzing verbonden met de verwachting, dat Jezus de gekomen Messias, de Zoon van David is. 'Jezus, die reeds vele tekenen van Zijn Messiasschap heeft gegeven, zal nu het koninkrijk van David opnieuw gaan oprichten. Hij zal de definitieve bevrijding van het volk Israël brengen' (J. T. Nielsen).

Waarom heeft Jezus Zich bij deze bejubeling, die toch gemengd was met nationalistische en politieke verwachtingen hier laten welgevallen, terwijl Hij na de vermenigvuldiging der broden Zich aan het geweld van de schare onttrok? Toen al wilden ze Hem met geweld koning maken. Toen stond Hij het de schare niet toe. Hier geeft Hij zelfs geen duimbreed aan de Farizeeën, die Hem vragen om bestraffing van Zijn discipelen. Hij antwoordde: 'Ik zeg ulieden, dat zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen' (Lukas).

Mattheüs geeft ons een antwoord op deze vraag. Dit antwoord is m.i. tweeledig:1) Jezus' intocht als een Koning is vervulling van de profetie; 2) Jezus' koningschap is anders dan men dacht. Hij zit niet op.een paard maar naar de profetie van Zacharia op het veulen van een ezelin. Hij draagt geen zwaard in de hand om met al Zijn vijanden af te rekenen, nee Hij is zachtmoedig.

In reactie op de verkeerde interpretatie door de schare onttrekt Jezus Zich niet aan Zijn koningschap. Ook niet aan de politieke bedreiging, die van deze vredelievende optocht en intocht uitgaat. Jezus gaat evenmin uit de weg, dat door deze gang van zaken het conflict met de overpriesters en schriftgeleerden wel eens zou kunnen escaleren. Hij heeft de hele gang van zaken Zelf ter hand genomen en het loopt Hem dan ook niet uit de hand. Hij gaf opdracht om een veulen te ontbinden. Zij zetten Hem niet op dit rijdier. Hij neemt er Zelf plaats op. Hij is Koning. Dat laat Hij duidelijk blijken. Hij gaat als Koning Zijn souvereine gang. Nu en straks. Al is er hier soms weinig of niets van te zien, straks komt het aan het hcht. Jezus is Koning.

Kruis Hem

Hoe is het mogelijk, dat de Hosanna-stemming van de schare een week later is veranderd in de harde veroordeling en verwerping, die in de twee woorden 'kruis Hem' tot uitdrukking wordt gebracht? Hoe is het bovendien mogelijk, dat de schare de vrijlating van Barabbas verkiest boven de kruisiging van Jezus?

Ongetwijfeld is dit geschied, opdat de Schrift vervuld zou worden. Het is in ieder geval een aspect van de zaak. Ik ga daar in het bestek van deze artikelen echter niet verder op in. Waar het me vooral om gaat, is de vraag, wat Pilatus, wat het Sanhedrin en de schare heeft bewogen om Jezus te verwerpen. Ze hebben daarin duidelijk zo hun eigen gedachten gehad. In hun verwerping van Jezus komt zeker hun afkeer, hun vijandschap tegen God, hun goddeloosheid aan het liclit. Ze moeten Jezus niet omdat Hij van God komt en omdat zij ieder op hun eigen manier wel godsdienstig zijn, maar van de ware godsdienst niets moeten hebben. Toch zijn we dan nog niet bij de kwestie waar het hier om gaat. Het Sanhedrin heeft zich laten gezeggen door Kajafas. Het is u nut, dat één mens sterlt voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat. Hij bedoelt daarmee te zeggen, dat de positie van het Sanhedrin zelf in het geding is. Na de opwekking van Lazarus hadden de overpriesters en de Schriftgeleerden al beweerd: Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats en ons volk' (Johannes 11 : 48).

Om Pilatus er toe te bewegen Hem te kruisigen stellen zij Jezus voor als een revolutionair die aanzet tot opstand tegen de Romeinse overheid.

Nadat Pilatus over deze beschuldiging Jezus ondervraagd heeft en hij tot de conclusie komt, dat hij als Romeins stadhouder, die voor alles recht en orde onder het onderworpen Joodse volk heeft te handhaven, van Jezus geen revolutionair gevaar te duchten heeft, zet hij het Sanhedrin voor het blok door Jezus te stellen tegenover Barabbas. Hij wil één van de twee vrijlaten. Ongetwijfeld wil Pilatus liever Jezus vrijlaten , dan Barabbas. Maar het Sanhedrin kan toch goed beschouwd niet tégen Jezus en vóór Barabbas kiezen? Ze moet toch wel toegeven, dat de revolutionair Barabbas een directe bedreiging vormt voor recht en orde in de samenleving. Van enige revolu* tionaire neiging bij Jezus is niets gebleken. Zou het voor ons Romeinen, zo moet Pilatus gedacht hebben, niet honderd keer beter zijn deze gevaarlijke ophitser Barabbas aan het kruis te nagelen, dan de ongevaar­ lijke idealist Jezus, die de Zijnen iedere strijd verbiedt? Zou het niet beter zijn om Jezus vrij te laten en Hem de gelegenheid te geven om van dit rebelse Joodse volk een religieuze beweging te maken? (Josef Pickl).

Toch mislukt het plan. De overpriesters hebben de schare aangeraden, dat zij Barabbas zouden begeren en Jezus doden. Hoe is het nu mogelijk, dat de schare zo snel zich laat overtuigen, dat het kruisigen van Jezus toch maar het beste is? Genieten deze overpriesters bij het volk zoveel gezag, dat zij zich zonder meer schikken in hun raad? Dat is bij andere gelegenheden bepaald niet gebleken. De overpriesters zijn meer dan eens bang geweest voor het volk. Zij durfden Jezus niet in het openbaar gevangen te nemen, omdat zij bang waren, dat het volk in opstand zou komen. Daar moet nog iets anders de doorslag hebben gegeven, dat de schare zo radikaal van mening over Jezus verandert. Heeft de schare, niet in het minst onder invloed van een politiek-militant getinte messias-verwachting niet telkens gehoopt, dat Jezus hun Man zou zijn en hen zou verlossen van de Rorheinen?

KHnkt deze verwachting niet door in het getuigenis van de twee Emmaüsgangers na de opstanding van de Heere Jezus: wij hoopten dat Hij het was, die Israël verlossen zou. En wordt door wat Jezus tegenover Pilatus zegt niet juist deze hoop de bodem in geslagen? Lukas zegt ons, dat Pilatus Jezus in de tegenwoordigheid van het volk heeft ondervraagd. Het volk heeft dus gehoord, dat Jezus iedere vorm van revolutie afwijst. 'Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaars voor Mij gestreden hebben, opdat Ik de Joden niet ware overgeleverd'. Is het niet daarom, dat het volk de kruisiging van Jezus begeert en de vrijlating van Barabbas verlangt? De schare vraagt niet om de kruisiging van Jezus zonder meer. Nee zij vraagt om de vrijlating van Barabbas en daarom om de krui--siging van Jezus. De schare heeft liever een pseudomessias, die in ieder geval al een poging heeft gewaagd om het Romeinse juk af te werpen, dan een werkelijke Messias, die verlost van een nog veel grotere macht en van een veel knellender juk. Dat is de macht van de duivel en het juk van de zonde.'

Wat verlangen wij?

Zijn wij beter, dan de schare, die uiteindelijk de vrijlating van Barabbas en de kruisiging van Jezus begeerde? Zijn wij beter, dan de theologen van de revolutie, die van Jezus een politiek-mihtante messias proberen te maken? Heeft dit verlangen niet te maken met onze oerzonde? Geen God, geen Meester. We wensen geen gehoor te geven aan Gods heilzame gebod. We volgen Hever onze eigen dwaze overleggingen. Daarom horen ongeloof en revolutie bij elkaar en groeien zij beide op de bodem van ons goddeloze hart. Is niet heel de geschiedenis van Israël voor ons een spiegel, waardoor we de revolutiegeest in ons eigen leven gaan onderkennen? Maar laat diezelfde geschiedenis ons niet tevens zien, dat Israël door haar revolutionaire gedrag tegenover God haar eigen ondergang bewerkt? Probeerde Petrus wezenlijk iets anders, toen hij Jezus van de kruisweg wilde afhouden? Kwam zijn ware revolutie-aard niet openbaar, toen

hij zijn kruis-Messias verloochende? Was dat niet de reactie op Jezus' afwijzing van zijn zwaard, waarmee hij de zaak van Jezus had willen redden?

Jezus de Christus

Hoe is nu Jezus de Christus? Hij liet Zich binden en geselen. Hij aanvaardde het kruis als het oordeel Gods over ons revolutionaire hart, over onze rebelse woorden en daden. Vanonder dit kruis ziet Hij Petrus aan. Hij blijkt dan te beschikken over pijlen, die dieper treffen, dan het slachtmes van onze met bloed bevlekte handen. Dat zijn de pijlen van Zijn onmetelijke en onbegrijpelijke liefde. Deze pijlen gaan door merg en been. Ze doden de revolutiegeest, de opstand tegen God. Jezus buigt onder de vloek van God over alles wat zich tegen Hem verheft. Hij kruipt als een worm en geen man. Hij worstelt in die bange nacht in Gethsemané met Zijn God. Zo verschrikkelijk is dit gericht, dat Zijn zweet wordt als grote druppels bloed, die op de aarde aflopen. Maar zo groot is ook Zijn liefde, dat Hij om zondaars te bevrijden zo zwaar wilde lijden. Gij zijt de Christus de Zoon van de levende God! Ja zo is Hij de Christus. Tot aan het kruis. Tot in de Godverlatenheid. Tot in de dood. Maar daar is het niet bij gebleven. Hij breekt door de dood en de hel heen. Hij staat op uit de dood. Hij is de Opstanding en het Leven. Hij heeft gaven genomen om uit te delen onder de mensen, ja onder wederhorigen om bij God te doen wonen. Petrus mag er van horen en zien, zo dat horen en zien hem vergaat. En zo gaat het nog. Wederhorigen en rebellen mogen in Jezus de Christus een volkomen Verlosser vinden. En wat wij, niet Pilatus of het Sanhedrin, of het Joodse volk, ten kwade hebben gedacht, heeft God ten goede gedacht om een groot volk in het leven te behouden. Je wordt door het geloof aan Jezus verbonden. Je gaat vragen naar Zijn wil. Je wenst je leven in te richten naar Zijn heilzame geboden. En als Paulus dan verdrukking en ontbering om Christus' wil moet ondervinden en dan niet in opstand komt maar verdraagt en bidt, zegt hij tot de gemeente van Korinthe: Wees mijn navolgers, gelijk ook ik van .Christus' (1 Kor. 11 : 1, vgl. 1 Kor. 4). Betekent dat nooit iets anders dan dulden en verdragen? Is de gehoorzaamheid aan allen, die over ons gesteld zijn dan onbegrensd? Hierop hoop ik de volgende keer nader in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Jezus de Christus (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 december 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's