Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (5)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEZING OP DE PREDIKANTENCON-TIO VAN DE GER. BOND OP 7 JA­ NUARI 1987

De verintellektualisering van de gewone catechese heeft nog een ander gevolg, namelijk de opkomst van particuliere bijeenkomsten van gelovige gemeenteleden. De zogenaamde oefeningen. Hier kan het affectieve element, dat elders zo te kort komt, zich ontplooien. Deze oefeningen zijn derhalve te zien als die vormen van catechese waarin de geloofskennis als ervaringskennis en de beoefening van de praxis pietatis een bijzonder aksent krijgen. In deze oefeningen is derhalve de verhouding tussen de eerste reeks en de tweede reeks in de doelstelling in de Nadere Reformatie op een breuk uitgelopen. De verschoven theologische standpunten hebben ook gevolgen ten aanzien van de motivatie van de catechisanten.

Doop

In de reformatorische catechese zag men de motivatie van het kind gelegen in zijn doop. Het Kind deelt in de werking van de H. Geest. De H. Geest is als Motivator present in het kinderhart. In de tweede fase van de Nadere Reformatie worden alleen wedergeboren kinderen voor gemotiveerd gehouden. In zijn twintig zonderlinge Exempelen van vroeg bekeerde en jong stervende kinderen geeft Koelman verschillende voorbeel-.den van deze motivatie. Helaas echter moeten de catecheten van de Nadere Reformatie constateren dat deze motivatie bij de meeste kinderen van de gemeente ontbreekt. Er is hoogstens een zogenaamde secundaire motivatie te bewerken. Deze leidt echter nooit tot de definitieve doelstelling, hoogstens tot de eerste reeks, de voorlopige doelstelHng.

Steeds meer verdwijnt de definitieve doelstelling uit de gewone catechese. Dit heeft ook gevolgen voor de leerroute die naar de doelstelling leidt. Zolang de definitieve doelstelling haalbaar wordt geacht, blijft de leerroute een heilsordelijke weg die het kind bij het doel brengt. Maar als deze leerroute niet meer aansluit bij het leerdoel, verliest zij haar paedagogische-didactische betekenis. De doorsnee catechisant kan de heilsordelijk gestructureerde leerroute niet gaan. Daardoor verandert de leerroute van karakter. Zij wordt een leerroute die is samengesteld uit de dogmata van de kerk, meestal naar synthetisch model ingericht. Deze leerroute zet in bij God als de prima causa en voert via zijn eeuwige actiones en zijn handelingen in de tijd, naar de eeuwige verheerlijking. Ook het Voorbeeld van Hellenbroek (1706) kent deze leerroute. Door de blijvende invloed van dit leerboekje krijgt de nieuwe leerroute een vaste plaats in de catechese.

Heilsorde

Op deze leerroute wordt ook de heilorde besproken. De catechisant neemt kennis van de weg die de krachtdadig geroepen zondaar bij 'beleving' gaat. De catechisant leert deze heilsordelijke weg op cognitieve wijze kennen, zonder die weg in de catechese zelf te gaan. Ook de vraag-en antwoord-, methode verandert van betekenis. De antwoorden verliezen de persoonlijk gerichte ik-vorm en worden meer algemeen geformuleerd. G. de Bouma vraagt nog: Hoe heeft Christus u tot eyghen verworven ofte gemaeckt? (1651) S. Molenaar vraagt: 'Hoe heeft Jesus de zyne gekogt' (1725). De antwoorden zijn niet meer de antwoorden van het kind zelf, maar die van een geoefend christen. Zij worden het kind in de mond gelegd, zonder dat het kind die persoonlijk mag toeëigenen. Het kind kan immers zulke geloofsantwoorden niet geven. Deze ontwikkelingen hebben tot gevolg dat de leerinhoud zich steeds verder van de catechisant verwijdert. De leerling kan en mag zich niet meer met de antwoorden identificeren. Zodoende verliest de vraag en antwoordmethode haar theologische betekenis en doet alleen nog dienst als didactisch hulpmiddel. Op de catechisant gaan we niet dieper in, aangezien daarover in het bovenstaande al het een en ander is gezegd. We richten ons nu nog op de persoon van de catecheet in de catechese van de Nadere Reformatie. Bekend is het woord van W. a Brakel: 'Ik kan niet sien hoe een Predikant met een goedt gemoedt kan leven ende sterven, die zijn werk niet maekt van Catechiseren'. Veel catecheten van de Nadere Reformatie delen zijn mening en nemen derhalve zeer trouw het catechetisch onderwijs in hun gemeente ter hand. Betekent dit nu ook dat de predikant het catechetisch werk als ambtelijke arbeid ziet? Nee, predikanten doen dit werk niet vanwege het ambtelijk karakter ervan, maar vanwege de nood der tijden. Als de ouders hun taak verwaarlozen, als schoolmeesters nalatig blijven, dan moeten de predikanten ingrijpen en deze taak ter hand nemen. In een later stadium laten predikanten het dan ook steeds meer over aan catechiseermeesters en andere hulpkrachten, die aantreden. Hoever de catechese verwijderd kan zijn van ambtelijk besef moge blijken uit het uithangbord in de viswinkel te Scheveningen: Hier verkoopt men zoutevis en leert men zijn belijdenis.

Tenslotte nog iets over de leerstof. Talloos zijn de catechisatieboekjes die in de geest van de Nadere Reformatie zijn geschreven. Maar hoe anders dan de leerinhoud van de Reformatie zijn deze boekjes. De meesten zijn dogmatisch en scholatisch van aard. Men voelt zelf wel aan dat deze opzet op gespannen voet staat met de intenties van de Nadere Reformatie. Daarom roept deze leerstof om het pendant van de praktijk der godzaligheid. Een boekje als de Christelijke Kinderschool van Saldenus (2e dr. 1669) vertoont deze tweeslag. Echter ook deze pendant van de praxis pietatis wordt op dezelfde scholastische afstandelijke wijze gedoceerd. Hoever zijn we hier verwijderd van de catechetische principes van de Reformatie. Daar was verreweg het grootste deel van de leerstof praktisch, niet-leerstellig en nauwelijks polemisch.

Heimwee

Ik ga besluiten. We zouden geen recht doen aan de diepste intenties van de catecheten van de Nadere Reformatie, als we nu zouden concluderen dat zij zelf min of meer op de hierboven geschetste kwalitatieve degradatie van de catechese aangestuurd hebben. Niet alleen klinken er telkens tegenstemmen en blijft het heimwee naar de doelstelling van de catechese van de Reformatie leven, maar ook hebben de catecheten van de Nadere Reformatie zeer geijverd voor de vernieuwing en verbetering van de catechese. Dat de catechese desondanks in een verschralingsproces is terecht gekomen, vindt zijn oorzaak in de verschuiving van theologische concepties, die zij in de praktijk van het kerkelijk leven bevestigd zagen. Hier zien we hoezeer theologie en praxis samenhangen. Waar de kennis echter uit de geloofsdimensie geraakt, verliest de catechese haar pneumatologische werfkracht. Zij kan wel potentieel, maar niet meer daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de vorming en de groei van het geloof van de Gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie (5)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's