Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Campingpastoraat: een nieuwe weg voor Dabar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Campingpastoraat: een nieuwe weg voor Dabar

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dabar-werk door de jaren heen

Het Hebreeuwse woord Dabar (dat zowel 'woord' als 'daad' betekent) is voor velen van ons een begrip. We denken erbij aan campings, aan , evangelisatiewerk', aan spelactiviiteiten. Velen hebben heel wat beleefd in de jaren dat zij meededen agn dit werk: niet alleen plezier als jongeren met elkaar, maar ook wat het persoonlijk geloof betreft. Er gebeurde iets met je. Je werd je veel dingen bewust. Er begon iets te groeien of er kwam een doorbraak. Alleen voor degenen die meededen al heeft het werk veel betekend. Wat het naar de campinggasten en met name de kinderen toe heeft uitgewerkt, laat zich moeilijk meten. We mogen en moeten de groei en de vruchten overlaten aan de Heer van de oogst.

Bijna 25 jaar geleden begon het campingwerk in Elburg aan. het Veluwestrand. Een team van jongeren is bezig met het organiseren van allerlei recreatieve activiteiten, houdt dagsluitingen, belegt kampdiensten in een grote witte tent, verzorgt elke morgen een bijbelvertelling en spelletjes voor de kinderen. In grote lijnen is dit werk weinig veranderd. Twee aspecten zijn wat anders geworden. Geleidelijk kwamen er op veel campings professionele krachten voor het recreatiewerk. Dat betekende voor de Dabarteams het verlies van een invalshoek, van een stukje dienstverlening. Anderzijds werd het bezoekwerk, het zgn. tentbezoek, steeds moeilijker. Immers, veel campings hebben vaste staanplaatsen. Als mensen dan elk jaar 'weer jongelui aan de deur krijgen, soms drie keer per seizoen, krijgen zij hetzelfde gevoel dat wij hebben als er 's zondags alweer Jeho­ va's getuigen op de stoep staan. Daar komt nog bij dat de welwillendheid van de bezochten door de loop der jaren op de camping — evenals in de maatschappij! — afnam. Het werd ploegen op rotsen. Daarnaast moest er gezocht worden naar andere wegen om vooral met de oudere campinggasten. degenen die weken .achtereen op dezelfde camping zitten, in contact te komen.

Wie zitten er op een camping?

Over de campingbevolking zijn wel cijfers beschikbaar. Maar je moet daar altijd mee oppassen. Vorig jaar nog bleek uit de stelling bij een theologisch proefschrift dat de bewuste predikant een raskampeerder is. En hij komt in dit plaatje niet voor... We hebben het hier vooral over de 'vaste gasten', mensen met een vaste standplaats op een camping. Ongeveer 10% van de Nederlanders beschikt over een verblijf om te recreëren. In de grote steden ligt dat percentage nog hoger. De 'weekenduittochten' zijn bekend. Men heeft het ervoor over om gemiddeld zo'n 60 km te rijden naar caravan of stacaravan.

Uit onderzoeken blijkt dat recreanten tamelijk honkvast zijn. Dat is logisch als je ergens op jaarbasis een caravan hebt, maar het blijkt ook ten aanzien van het gedrag op de camping zelf Er staat vaak een hekje om de caravan en men heeft al helemaal geen belangstelling voor wat er buiten het terrein, bijvoorbeeld in het dorp. gebeurt. Vaste rolpatronen worden ook op de camping voortgezet. Het gedrag van ouders die thuis zeggen 'Ga maar op straat spelen', is op de camping niet anders.

Wat doen we met deze gegevens en met het gegeven dat mensen op de camping moeilijk te interesseren zijn voor iets? •Het plaatje van de camping is het plaatje van onze gesucelariseerde wereld; behoefte aan plezier en verder geen gezeur We kunnen als kerk zeggen: men zit op de camping niet op ons te wachten. We kunnen óók zeggen: als kerk hebben we ook daar een boodschap. Maar als onderzoeken dan uitwijzen dat men niet over problemen wil praten? Veel campingbeheerders hebben heel andere ervaringen? Eén van hen vertelde dat hij het razend dnik heeft met het oplossen van opgekropte spanningen en dat zijn vrouw zo ongeveer de huwelijksredder van de camping is. Er is dus blijkbaar wel behoefte aan hulp in de veelheid van problemen die er zijn. De hoge vlucht die het zgn. 'anonieme pastoraat' in onze tijd genomen heeft — hulpvragen die bij telefonische hulpdiensten of na bepaalde radioen televisieprogramma's binnenkomen — laat zien dat er een enorme behoefte is bij mensen aan een luisterend oor, aan iemand tegen wie ze zich kunnen uitspeken. met de garantie dat het anoniem blijft.

Campingpastoraat: missionaire zielszorg

Er zijn van pastoraat in de loop der tijd al heel wat definities gegeven. De opdracht van de Zender blijft dezelfde, maar al naar gelang het werkterrein kan de formulering van de opdracht variëren. Voor wat betreft het campingpastoraat zoekt Dabar het in de richting van de definitie van G. Heitink: 'Een helpende relatie aangaan met mensen om — in het licht van het Evangelie en in verbondenheid met de gemeente van Christus — met hen een weg te zoeken in geloofs-en levensvragen'.

Door Dabar wordt gewerkt aan een verdere ontwikkeling van het campingspastoraat: een nieuwe vorm binnen het Dabar-werk. Dit houdt in dat een campingspastor — dat kan een predikant, student theologie maar ook een gemeentelid met pastorale ervaring zijn — gedurende een aantal weken op de camping verblijft en beschikbaar is voor pastorale contacten met de campinggasten.

Zoals binnen het Dabar-werk voortdurend de verhouding woord-daad onderwerp van bezinning is, za is hier de vraag: waar houdt pastoraat op en begint evangelisatie? Immers het merendeel van de campinggasten heeft geen binding aan enige kerk. Is de campingpastor daarom niet veel meer een evangelist? Het blijven nogal theoretische beschouwingen, want waar trekken we in de gemeente de grenzen? Waar houdt de predikant op pastor te zijn en wordt hij evangelist? Is de formulering die we voor het campingpastoraat hebben gevonden 'missionaire zielszorg' niet precies wat we bedoelen? !

Pastoraat vindt altijd plaats vanuit het Woord, de verkondiging, namens de gemeente van Jezus Christus. Dat principe geldt ook op de camping. Daar gebeurt het namens de gemeente ter plaatse, die haar zorgen uitstrekt tot voorbij de slagboom van de campirig. Ook op de camping is de dienst op zondag, daar campingdienst geheten, het hart. Daar gaat de campingpastor voor en van daaruit gaat hij als herder de week in. op zoek

naar schapen die hem — of beter gezegd de Herder — nodig hebben.

Een luisterend oor zijn

Niet Dahar heeft het campingpastoraat "uitgevonden'. Al heel wat jaren gebeurt dit werk op diverse campings, o.a. vanuit de Geref Kerken en de R.K. Kerk. Zijn wij dus te laat met een vorm die alweer achterhaald is? Laten we het erop houden dat we op tijd zijn. Zijn de problemen waarmee mensen kampen niet juist vandaag veel groter dan bijvoorbeeld tien jaar geleden?

In 1983 begon de eerste campingpastor, in relatie met Dabar, zijn werk op een Katwijkse camping. Sindsdien kwamen er meer en voor dit jaar zijn er al zeven gemeenten die belangstelling voor deze werkvorm hebben.

De naam 'campingpastor' is nog niet zo gelukkig en wie een betere weet mag het zeggen... Campinggasten die wel eens de klok hebben horen luiden, denken vaak aan'pastoor'. Zo kon het gebeuren dat op een camping in Putten de campingpastor 's nachts wakker werd van mensen die lallend om zijn caravan liepen, al roepend: 'Meneer pastoor, we hebben hullup nodig'. Meteen een aardig voorbeeld van situaties en opmerkingen waartegen je bestand moet zijn!

Ook kan 'campingpastor' associaties met het ambt wekken. Is het misschien werk dat alleen door predikanten of tenminste gevorderde studenten in de theologie kan worden gedaan? Daar is veel vóór en niets tegen, maar er zijn evengoed mogelijkheden voor wie gewoon het ambt aller gelovigen bekleden. Natuurlijk zijn er wel wat 'voorwaarden' te noemen. In de profielschets van Dabar staat, dat het gaat om mensen die een behoorlijke dosis levens-en werkervaring hebben, die een pastoraal gesprek kunnen voeren, die enige kennis hebben van de leef-en denkwereld van de geseculariseerde mens, die gemakkelijk contact leggen en in staat zijn om een campingdienst te leiden.

Vooral op het leggen van contacten zal het aankomen: gastvrij zijn, mensen open tegemoet treden (bijvoorbeeld in de kantine van de camping), signaleren waar wel eens problemen zouden kunnen zijn door te luisteren en nog eens te luisteren. Dat laatste kan wel eens een onbevredigend gevoel opleveren. Maar een mens die echt luistert, is voor een ander mens een geschenk. Wij hebben het vaak over de sprekende God, maar God is ook Degene die luistert. Die zijn oor neigt (Ps. 116). En na het luisteren is er ook — op het van God gegeven moment — een woord vanuit het Woord.

In goede samenwerking

Een campingpastor kan niet werken zonder steun in de rug. In de eerste plaats van de gemeente namens welke hij werkt, vertegenwoordigd in de evangelisatierecreatiecommissie ter plaatse, die het contact met de campingpastor onderhoudt. In de tweede plaats is er de toerusting en informatie vanuit Dabar, die ontmoetingsdagen en avonden voor de a.s. campingspastores belegt. En niet in de laatste plaats is de steun van de campingbeheerder nodig. Hij is degene die bij aankomst van de gasten hun ook een folder van de campingpastor kan overhandigen. Hij hoort en weet heel wat van zijn gasten en kan doorverwijzen. Kortom, hij moet achter het werk staan? Op een aantal campings is er ook nog een jongerenteam van Dabar bezig met evangelisatie-recreatiewerk. Ook daarmee moet er een goede verstandhouding zijn. Al met al staat de campingpastor er niet alleen voor!

De afgelopen twee jaar is gebleken dat het werk niet gemakkelijk is. Het is zoeken naar een zo goed mogelijke aanpak. Maar er is ooic zegen ervaren op dit werk. Er zijn mensen een eindje verder geholpen op de levensweg. Er zijn mensen die een glimp van Gods genade in hun leven hebben opgevangen. Er zijn mensen die zelfs de weg naar de kerk hebben (terug) gevonden. Het is niet meetbaar, niet in cijfers uit te drukken. Het resultaat van alle evangelisatiewerk is één van de geheimen van het Koninkrijk van God. In dat laatste moeten we geloven!

Er liggen duidelijk mogelijkheden op de camping: voor evangelisatie-recreatiewerk op de oude bekende manier van de Döèar-teams, maar ook voor de nieuwe weg van het campingpastoraat. Het is niet gemakkelijk, maar geen moeite is ons toch teveel als wij onderdanen voor de Koning mogen werven? !

N.B.

In dit artikel gebruik'gemaakt van een aantal sociologische gegevens, aangereikt in een lezing door mevr. drs. A. L. Rijken-Hoevens te Veenendaal. Mocht iemand belangstelling hebben om deze zomer als campingpastor te werken: er zijn nog enkele mensen nodig. Er kan contact opnemen worden met Dabar, t.a.v. Henk van Dam, Joh. van Oldenbarneveltlaan 14. 3818 HB Amersfoort, tel. 033-622802.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Campingpastoraat: een nieuwe weg voor Dabar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's