Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambt en gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt en gemeente

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Leerlijnen

1. De gemeente van de Heere Jezus Christus is naar het getuigenis van het N.T. zowel in haar ontstaan als in haar (voort-) bestaan een kostelijk geheimenis. Zij is het 'werkstuk' van de Heilige Geest door wie Christus in Zijn volheid en met handen vol gaven in Zijn lichaam bezielend tegenwoordig is.

2. Die gemeente ontstaat en bestaat niet bij de gratie van haar eigen bezieling, maar bij het gezaghebbende Woord van God dat tot haar komt in de prediking van het Evangelie. Die prediking van liet Evangelie geschiedde aanvankelijk door de apostolische bediening (diakonia) der verzoening. 'Laat u met God verzoenen...' Christus Zelf, de enige Hogepriester die heel het liturgisch gebeuren van Israels eredienst in de schaduw stelde, werd in deze apostolische bediening gerepresenteerd (echter zonder dat de apostolische bediening zelf daarmee liturgisch/priesterlijk werd).

Door het apostolaat werd de gemeente gefundeerd, d.w.z. dat haar in de apostolische didachè (leer) de ruggestreng werd gegeven, die zij voor haar bestaan behoefde. Daarom mogen wij spreken van het ambt van apostel (een van Christuswege ingestelde taak, met volmacht uitgeoefend).

3. In deze apostolische bediening der verzoening komt de Heilige Geest mee, deelt handen vol zegeningen, vruchten en gaven'^uit, waardoor de gemeente een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk wordt... (1 Petr. 2 : 9). Er geschiedt een ware doorbraak vanuit de hemel. Rom. 12 : 4-8, 1 Cor. 12 en 14 en Ef. 4 geven ons beelden van een rijke en veelkleurige verscheidenheid van Geestesgaven in de eerste christengemeenten. Het Woord werkte. En al die gaven van de verhoogde Heere zijn er ook nu nog goed voor om de gemeente bijeen te houden. Ze zijn er tot stichting (oikodomein). Ze zijn er om de gemeente tot mondigheid te brengen. Deze charismatische geleding van de gemeente is uitwaaiering van het apostolaat als eerstelingengarve. Er is niets dat niet charisma (genadegave) heet en dient. Mannen en vrouwen, één in Christus (Gal. 3 : 28).

4. In dat geheel van charismatische bedieningen zijn daar evenwel tevens die charismata (genadegaven), die de gemeente moeten bewaren bij de didachè (leer) der apostelen en die in bijzondere "late gemeente-ordenend zijn. Deze worden (door Paulus) in Ef. 4 : 11 uit het geheel van de gemeente naar voren gehaald en voorts door de verhoogde Christus ook weer aan de gemeente geschonken om leiding te geven en toe te rusten (apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars). Deze vormen een 'tegenover' (van boven) ten opzichte van de gemeente. Christus' Profeet-, Priester-en Koning-zijn stralen daarin door. Zonder dat hier direct van ambten wordt gesproken, ontdekken we in deze vormen van toerusting der gemeente (speciaal met het oog op de overdracht van de apostolische leer) structuren die voor het (voort-)bestaan van de gemeente als een soort hartbewaking functioneren. Dit geschiedt echter tegelijk in harmonische samenhang en samenhang met alle andere charismatische .bedieningen. W. Westland zegt ^us (in één van de stellingen van zijn proefschrift) beslist te weinig, wanneer hij stelt, dat uit Ef. 4 : 11 niet blijkt, dat Jezus Christus een bepaald aantal ambten heeft ingesteld, 'maar wel dat Hij gemeenteleden met bijzondere gaven geeft aan de gemeente tot opbouw van de gemeente'. Let erop, welke bijzondere gaven hier genoemd zijn.

5. Het ligt geheel in de lijn van het laatstgenoemde, als in de Pastorale brieven (maar b.v. ook in Handelingen) de leiding van het gemeenteleven in handen ligt van de opzieners en diakenen. Dit is geen reductie van het charismatische noch bewijs van verstarring. De opzieners en diakenen, uit de gemeente geroepen en aan die gemeente geschonken om over haar te waken en haar koninklijk, profetisch en priesterlijk te leiden, besturend en helpend (een apostolisch creatieve instelling), zijn er om het gemeenteleven en bijzonder ook de functionering van de aan die gemeente geschonken Geestesgaven te dienen. Hun bezig-zijn in het waken over de kudde, in pastorale en diakonale bemoeienissen was representatie van Christus en van het in Christus door Zijn Geest aan de gemeente geschonken heil. Zij vormen tevens het adres van de gemeente (Fil. 1 : 1; 1 Tim. 3 : Iw). M.i. is er geen enkel bezwaar tegen om hier te spreken over een 'ambtelijke' leiding van de gemeente. Mits we vasthouden, dat het 'ambtelijke' gezag dat door hen werd uitgeoefend, in organische samenhang en harmonische samengang met de andere leden der gemeente functioneerde. De vrouwelijke leden der gemeente, die in het regerend, besturend en representerend leiding geven aan de gemeente niet meefunctióneren, weten zich inhoudelijk daarin begrepen, doordat zij én in 'het lerares-van-hetgoede'-zijn én in onderlinge zielszorg én in het getuigenis naar buiten én in het diakonaat in het midden van de gemeente volop betrokken zijn.

Praktische pastorale toespitsingen

1. In bovenstaande samenvattende bewoordingen is gepoogd de organische samenhang en harmonische samengang van ambt en gemeente in het N.T. tot uitdrukking te brengen. Ons past een eerbiedig en gehoorzaam luisteren naar de Schrift ook in ons bezig-zijn in en met Christus' bruidsgemeente vandaag. Opdat het levenwekkend Woord van de verhoogde Christus in de doorbraak van Zijn Geest onder ons vlees en bloed kan krijgen.

2. In en vanuit dit eerbiedig luisteren naar de Schrift gaan we naar onze traditie, die geënt is op de stam van de Reformatie, in het bijzonder de Calvijnse. Deze volgorde is immers ook de reformatorische zelf (Schrift en traditie). En in deze gang weten we ons steeds weer thuisgebracht in het hart van de Reformatie (de wonderbaariijke vrijspraak als het hart van de ge-M meente) en zien met diep respect, hoe door de Reformatie aan de gemeente een M ambtelijke ordening is meegegeven, die rondom dit hart cirkelt. En al is hiermee geen blauwdruk van het Nieuw-Testa-; mentische gemeente-zijn geboden, wiy - mogen de gereformeerde vormgeving van het gemeente-zijn daarom nog wel waarderen als de beste greep op de Nieuwtesta-. mentische Schriftgegevens in deze. In de presbyteriale kerkstructuur is een Schriftuitlegging van wereldhistorisch formaat gegeven. 'Met het trekken van de pion van de ouderling zette Calvijn de paus schaakmat' (Noordmans). ,

3. In de geschiedenis van het Gerefor-M meerd Protestantisme echter zijn er op het j punt van ambt en gemeente vergroeiingen te constateren. Enkele vragen:

a. zijn ambt en gemeente niet al te zeer uit elkaar gegroeid? (het ambt domineert volstrekt in sommige gemeenten, treedt plaatsvervangend voor de gemeente op, maakt meer monddood dan mondig, de Geestesgaven kunnen zich niet ontplooien; de gemeente is horende gemeente en niet meer;

b) Waar komt deze vergroeiing vandaan? Was er in de prediking recht zicht op de verhouding rechtvaardiging-heiliging? Was onze pneumatologie (leer van de Heilige. Geest) toch niet bloedarm? Is het ambtelijk gezag geformaliseerd? (de weerbaarheid en werfkracht van de gemeente gaan ontbreken; de onderlinge stichting is verscholen in het conventikel; de Geestesgaven worden afgeremd - er wordt niet naar uitgezien, laat staan om gebeden; het is uiterst moeilijk om ambtsdragers te vinden).

4. In onze tijd is er op dit punt gelukkig enige vernieuwing. Daarvoor willen we ook graag een pleidooi voeren. En wel op de volgende punten:

a. in de prediking des Woords sta iedere dienaar van de kerk in de 'reeds bestaande storm van de Pinkstergeest'. Een bevolmachtigde godsgezant, die tussen de Scylla van een verstard verkiezingsdogma en de Charibdis van arminiaanse vooronderstellingen doorvaart en als 'uit de doden tot zijn hoorders' komt (Bunyan). Oproepend tot een radicale ongereserveerde overgave aan de levende Christus. En nadrukkelijk opkomend voor een christendom van de praktijk. 'De dienst des Heeren is nergens zo schoon als daar waar de gemeenschap met God geoefend wordt in de gemeenschap met elkaar onder de prediking des Woords' (Calvijn).

b. in de ambtelijke bearbeiding van de gemeente moge nadrukkelijk gewezen worden op de noodzaak van een dagelijkse oefening in Gods verborgen omgang en van praktijk van godzaligheid (Bijbelstudie, meditatie, gebed). B.v. hoe kan een gemeente opbloeien, als de broederliefde zoek is geraakt? Wij moeten te velde trekken tegen (verborgen of openlijke) eer-en heerszucht die de polarisatie in de gemeente voeden. Tegen manipulatie met vriendelijkheid en voorkomendheid die de plaats inneemt van werkelijk christelij-

ke onbaatzuchtigheid en opofferingsgezindheid.

Wij moeten te velde trekken tegen het vervloekte materialisme dat de plaats van de christelijke soberheid heeft ingenomen. Er bestaat geen bedelaarsgeloof, of het moet in de praktijk verbonden zijn met ootmoed en liefde.

c. in deze weg kan de Geest Zichzelf kwijt. D.w.z. dat onze ambtelijke bediening erop gericht zij, dat Christus' gemeente weer echt lichaam van Christus "wordt, waarin de één met deze Geestesgave de ander weer met een andere, de opbouw van dat lichaam dient. Je oefent je samen om de gaven die Gods Geest je gaf, te vormen (zoals de steen het mes scherpt). Wat Christus in de ambten uit de gemeente haalde en weer teruggeeft aan die gemeente, dat kristalliseert zich dan voorts weer uit in die gemeente (jeugdwerk, kringwerk, diakonale en evangelisatorische werkzaamheden). In de Nieuwtestamentische gemeente is het leren van elkaar, het zielszorg oefenen onder elkaar, het klaarstaan voor elkaar en het gezamenlijk getuigenis in de wereld schering en inslag. Het werkelozencijfer is dus in de christelijke gemeente nul komma nul. Worden er misschien tegenwoordig niet zoveel verloren schapen meer thuisgebracht, omdat er zo weinigen zijn, die er werkelijk naar zoeken? En hoe moet dat dan straks, als we wellicht ook in Nederland ondergrondse kerk zijn geworden? d. met het oog op dit alles is het nodig, dat het beleid in een gemeente, waar een kerkeraad krachtens zijn wezen voor staat, in nauwe samenwerking met die gemeente gemaakt wordt (ik pleit voor kerkeraadsvergaderingen, die een open oor hebben voor werkgroepen, commissies, medewerkenden op allerlei terrein, mannen en vrouwen.

e. als wij in onze kerkelijke praktijk bovenstaande gang maken, ontkomen we niet aan verdere doordenking t.a.v. de structuren, die voor dit gemeente-zijn zijn vereist. Om een ding te noemen: als zovelen in onze dagen (gelukkig!) vragen naar nadere vorming en toerusting op kursussen voor theologische vorming en katechetenopleidingen en er ontstaat (gelukkig!) een middenkader in onze gemeenten die voor de opbouw van de gemeente van groot belang is, dan zullen wij wel structuren moeten bedenken om het gemeenteopbouwwerk gestalte te geven (hoe met kringwerk, met kerkelijke medewerkenden, met de evangelisatie? )

f twee dingen mogen we tenslotte niet vergeten, als het gaat over de vernieuwing van de gemeente

— een waarlijk opgewekte gemeente kan Israël niet vergeten. Waarom voeleii onder ons de verloren schapen van het huis Israels zich zo weinig thuis?

— een waarlijk opgewekte gemeente moet de wereld in. Want het Evangelie is een wereldzaak. Voordat Christus wederkomt moet Zijn opdracht zijn vervuld: erst het Evangelie des Koninkrijks in de geheld wereld gepredikt (Matth. 24 : 14). En dat is een h^astzaak.

C. den Boer (B)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ambt en gemeente

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's