Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gave of opgave?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gave of opgave?

Besteding van diakonaal geld (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Besteding van diakonaa! geld (1)

Besteding van diakonaal geld. Een onderwerp, dat de laatste tijd nogal veel belangstelling heeft binnen het diakonaat van de gemeente: tijdens diakonievergaderingen, maar ook bij de hogere diakonale organen van onze hervormde kerk. Ik denk dan aan de Provinciale Diakonale Commissies (bijstandsorganen van de Provinciale Kerkvergaderingen) en de Generale Diakonale Raad. Deze raad heeft onlangs een bijzonder lezenswaardig boekje uitgegeven onder de titel: 'Binnenlands Diakonaat'. In deze brochure worden enkele hoofdstukken gewijd aan: 'Diakonaal (her)beleggen, Diakonaal omgaan met diakonaal geld en Werken met een beleidsplan'. De brochure kan gratis worden aangevraagd bij de GDR in Driebergen. Ook de provinciale diakonale commissies komen met eigen brochures en visies rond de besteding van diakonale gelden. Ons is bekend een brochure van de provincies Friesland, Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland. De Provinciale Diakonale Commissie in Gelderland heeft thans ook een rapport uitgebracht onder de titel: 'Besteding van diakonaal geld. Gave of opgave? '

Gezien de aktualiteit van het onderwerp, wil ik de inhoud van het Gelderse rapport in grote lijnen weergeven. De besteding van diakonale gelden is geen zaak van enkelingen, maar omvat al het diakonale werk van onze gemeenten in de hervormde kerk. Een taak aan alle diakonieën opgedragen!

Waarom gaat het?

'Het is niet de bedoeling van de PDC', zo vangt het Gelderse rapport aan, 'om in deze notitie kant en klare antwoorden te geven op de vraag hoe diakonieën het diakonale geld dienen te besteden en beheren. Het is meer een aanzet tot bezinning om vanuit de bijbelse motivatie als diakonieën na te denken over de stelling, dat het diakonaat meer is dan geldelijke ondersteuning. Dat God de Eigenaar is en wij beheerders/rentmeesters zijn. Dat deze notitie voor u als diakonieën wellicht een aanleiding kan zijn om met elkaar na te denken over de vraag: zijn wij als diakonie op de goede weg en beantwoorden wij aan onze opdracht? De PDC ziet het als een van haar taken om diakonieën bewust te maken van deze verantwoordelijke taak en opdracht. Het gesprek over deze verantwoordelijkheid wil zij graag samen met de diakonieën aanvoeren, om niet de indruk te wekken, dat er "van boven af' het een en ander wordt opgelegd waarin u zich in het geheel niet zou herkennen.'

Wat bedoelen we met diakonaal geld?

In het tweede, derde en vierde hoofdstuk van het rapport wordt een antwoord gegeven op de vraag: 'Wat bedoelen we met diakonaal geld? , een bijbelse motivatie gegeven en gesproken over de diakonale koliekten.

Genoemde vraag en aandachtspunten worden alsvolgt omschreven: Diakonaal geld is door de gemeente bijeengebracht voor de armen. Met armen wordt in dit verband genoemd, de sociaal en ekonomisch zwakkeren in de samenleving hier en wereldwijd. Het is dus geen geld van of voor de diakonie zelf De diakonie is geroepen om dit geld goed te beheren en diakonaal te besteden. Als een goed rentmeester er zorg voor te dragen, om niet over het geld te heersen, maar om er daadwerkelijk mee te dienen. Om een helper te zijn voor diegenen die geen helper hebben. Ook vandaag is de nood bijzondef groot. Hierbij denken wij aan plaatselijke, regionale en wereldwijde noden. Geld voor de armen betekent, dat de diakonie zich telkens weer de vraag stelt: 'Wat doen wij met hun geld en niet wat doen wij met ons geld? ' De gemeente is beschikbaar om een delende gemeenschap te zijn. Het toerusten van de gemeente is dan ook een wezenlijk onderdeel van de diakonale taak. Derhalve kunnen de kosten hiervoor eveneens uit de diakonale gelden betaald worden.

Bijbelse motivatie

Het apostolaat van Paulus heeft voortdurend ook een diakonaal aspekt. Zo is hij meerdere malen bezig om een inzameling te houden voor de verarmde christenen in Jeruzalem. Wij lezen in Romeinen 15 vers 26 e.v. dat de gemeenten Macedonië en Achaje verplicht zijn om een handreilj^ing te doen aan de armen onder de heiligen te Jeruzalem. Handreiking wil hier zeggen: gemeenschap hebben met de arme geloofsgenoten. En dat is meer dan geld ge­ ven alleen! Gemeenschap hebben is meer. Is bondgenoot willen zijn op basis van wederkerigheid. Het gaat hier om het delen van de gaven. We zullen ons dan ook steeds de vraag moeten stellen: 'wat bedoelen we met het delen en geven van onze gaven? ' Is onze diepste bedoeling niet verwoord in Handelingen 2 vers 44 '... en hadden alles gemeen (= gemeenschappelijk); en telkens waren er, die hun bezittingen en have verkochten en ze uitdeelden aan allen die er behoefte aan hadden...'. Dit uitgangspunt stelt diakonieën niet alleen in de gelegenheid om na te denken over de besteding van diakonale gelden, maar ook over het bezit.

Koliekten

Het aantal diakonale koliekten in de eredienst en de opbrengst daarvan geeft al enigszins aan hoe groot de mogelijkheden zijn om het 'levende' geld diakonaal te besteden. De inkomsten bepalen immers het uitgavenpatroon. Het wordt van belang geacht, dat in elke eredienst een diakonale koUekte gehouden wordt. Als uitgangspunt hiervoor wordt 1 Kor. 16 vers 2 aangehaald. Vanuit dit bijbelgedeelte mogen de diakenen gemeenteleden oproepen, om wekelijks aan de armen christelijke handreiking te doen. Vanuit het gehoorde Woord, mag een daad worden gesteld. Die daad vloeit voort uit het welvaren dat verkregen is. Paulus wijst hier ook op, wanneer hij spreekt tot de gemeenten van Macedonië en Achaje. Aan deze gemeenten was het evangelie verkondigd. Zij waren verrijkt geworden met het evangelie. Dit evangelie vraagt om antwoord, namelijk het geven van de gaven. Woord en Daad zijn zo onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor de gemeenten van nu, mogen deze noties wel weer eens extra onder de aandacht komen. De dienst van de christelijke handreiking, welke wekelijks dient plaats te vinden, treffen wij ook aan in zondag 38 van de Heidelbergse Katechismus. Het is van belang, dat aan gemeenteleden duidelijk gemaakt wordt, waarvoor het geld besteed wordt. In de praktijk blijkt, dat bestemmingskoUekten een hogere opbrengst geven. Koliekteer echter niet voor de diakonie, om er later de telefoonkosten van de predikant mee te betalen. Daar is de diakoniekollekte niet voor! Koliekten, die pastoraal van aard zijn, kunnen in principe geen diakonale koliekten zijn.

Mogelijk kan in overleg met de kerkvoogdij gezamenlijk een aantal koliekten afgestaan-worden voor bijv. het jeugdwerk, voor algemeen christelijke doeleinden of voor het kerkeraadsfonds. Koliekten voor evangelisatiewerk, catechesemateriaal, bijbelgenootschap, jeugdwerk, zondagsschool e.a. zijn geen diakonale doelen. Diakenen kunnen hiervoor koUekteren, maar dan wel wanneer dit naar de gemeenteleden toe duidelijk is aangegeven (bestemmingskoUekten). Diakonaal geld is en blijft bestemd voor diakonale doeleinden.

Wat zijn diakonale doeleinden?

Te denken valt hier aan drie niveaus t.w.: het plaatselijk werk (b.v. voor eigen diakonaal werk en nieuw op te starten diakonale projekten), voor de regio of landelijk (b.v. projekten aangereikt middels de giftenadviezen van PDC's en GDR, zoals

projekten voor verslaafden en minderheden, vluchtelingenwerk, opvang jongeren en mensen in crisissituaties, algemene diakonale doeleinden, opvang baanlozen en andere niet-aktieven e.d.) en voor wereldwijde projekten (b.v. werelddiakonaat, medisch werk, vluchtelingenwerk, mensenrechten, hulp bij rampen, diakonaal werk en Oost-Europa e.d.).

Het is van belang om zich als diakónie primair op die organisaties te richten, die bekend zijn bij de provinciale of landelijke diakonale organen. Als een instelling of stichting om een diakonale bijdrage verzoekt, dan kunnen de volgende aandachtspunten wellicht van dienst zijn:

1. we dienen na te gaan of de doelstelling wel beantwoordt aan onze diakonale opdracht; daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit, dat het verhaal, zoals dat voor u op tafel ligt, is geschreven door de instelling zelf, die er veel belang bij heeft de diakonale aspekten naar de voorgrond te schuiven, terwijl de doelstelling mogelijk meer op pastoraal niveau kan liggen zoals bijv. vaak het geval is bij (kerkelijk) bejaardenwerk en jeugdwerk. Diakonieën dienen dan ook in principe uitsluitend bijdragen te verstrekken aan diakonale instellingen;

2. bij het verstrekken van een bijdrage dient rekening te worden gehouden met de bedoeling van degene die de middelen ter beschikking heeft gesteld, nl. de gemeente die de ontvangen gelden gegeven en dus bestemd heeft voor het diakonaat;

3. is de doelstelling van de aanvrager niet geheel duidelijk, dan dient aanvullende informatie gevraagd te worden;

4. u dient van de aanvrager voldoende inzage te krijgen in de financiële situatie van de instelling. Is deze informatie niet bij de aanvraag gevoegd, dan kunt u deze zelf opvragen bij de instelling. U kunt ook kontakt opnemen met de GDR of de PDC;

5. Het is belangrijk om te weten of er via andere kanalen getracht is of wordt de financiering rond te krijgen. Als andere instanties subsidie verlenen, kan een bijdrage van een diakónie wel eens overbodig blijken te zijn. Het is van belang te weten waar het geld het hardst nodig is.

Tenslotte is het bij het verstrekken van giften belangrijk om een zekere band te laten groeien. Giften van ƒ50, — bijvoorbeeld zijn gemakkelijk te geven aan veel instanties. In menige jaarrekening is een lange lijst van instanties te vinden waaraan kleine giften gegeven worden. De relatie is er dan nauwelijks, alleen maar die kleine gift. Een gebaar, meer niet.

Om bepaalde diakonale projekten meer te laten leven, er meer bij betrokken te raken als diakónie en gemeente, kan via akties, koliekten en een extra bijdrage uit de diakoniekas tot een veel grotere bijdrage gekomen worden. De instelling heeft er baat bij en uw betrokkenheid is vergroot. Vandaar het advies: doe meer met het diakonale geld voor minder instellingen, die vanuit uw diakonale opdracht de steun en solidariteit heel hard nodig hebben. (Denk hierbij ook weer aan plaatselijke en regionale instellingen). Landelijke instellingen kunnen in principe een beroep doen op de GDR voor financiële ondersteuningen. Het is niet in eerste instantie de taak van diakonieën om partikuliere instellingen die hier kerkelijk ingebed zijn te steunen.

Te vaak wordt een beroep gedaan op de diakonieën, zodat een en ander ten koste gaat van het eigen kerkelijke diakonale werk. In die zin dragen we allen als ambtsdragers primair de verantwoordelijkheid voor het werk van de kerkelijke organen (PDC en GDR). Hierbij noemen wij ook de bijdragen aan het algemene, provinciale en regionale werk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Gave of opgave?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's