Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus in degenen, die zalig worden, en in degenen die verlore gaan; dezen wel een reuk des doods ten dode, maar genen een reuk des levens ten leven. En wie is tot deze dingen bekwaam? II Corinthe 2 : 15, 16

Onvoorstelbaar hoge eer ontvangt de vervolger der Gemeente Gods: Paulus. God verwaardigt hem om een goede reuk van Christus te zijn. Hoe is het mogelijk? Wie is tot deze dingen bekwaam, zo schrijft hij dan ook. Dat geldt niet alleen omdat de inhoud van zijn prediking zo bijzonder waardevol en belangrijk is: Christus en Die gekruisigd. Maar ook omdat de uitwerking van die prediking zo heel ontzaggelijk is. Er zijn er, die door deze geur behouden worden en er zijn er, die onder deze heerlijke geur van Christus verloren gaan.

Enstige klank: verloren gaan!

Houden we er nog rekening mee, als kerkgangers, op zondagmorgen en - avond? Beseffen we het als aanstaand bruidspaar, aanstaande ouders: er is een verlorenheid! Beseffen we het, als, we onze kinderen rondom de tafel zien? Als we ze met zachtjes-bidden-aan tafel biddeloos opvoeden! Als we ze naar catechisatie sturen, zonder biddend met hen mee te gaan, in de geest! Als we als predikanten en ouderlingen/diakenen deze zielen aan onze zorg toevertrouwd kregen!

Verloren gaan... Gelooft u, dat er een eeuwigdurende pijn is? De pijn van het strafgericht Gods over degenen, die God niet kennen en die het Evangelie van onze Heere Jezus Christus ongehoorzaam zijn. De pijn van een verkwanseld leven. De pijn, dat de genadetijd een tijd van genade Was, uit genade gekregen en in de zonde doorgebracht. De pijn, de wroeging, dat We onder de lieflijke prediking en eerlijke Verkondiging van een volle Zaligmaker hebben vertoefd, maar gedut, gedommeld, ons hebben verveeld.

De apostel Paulus houdt er wel degelijk rekening mee. Niet als een bijna niet voorkomende mogelijkheid, maar als een realiteit, die gruwelijk ernstig is. Ernstig en gruwelijk. Laat ons er nooit mee spotten. Ook als prediker niet, door de bittere Werkelijkheid van de hel in de ijskast te zetten. O, dan belijden we het wel, maar het woord zelf durven we al helemaal niet meer te gebruiken en de zaak wordt óf zó vluchtigjes genoemd, dat niemand zich brandt... óf zelfs al helemaal verzwegen. Nee, niet geloochend, maar verzwegen. n Eventueel noemen we het; maar met bewogenheid? Met grote ernst en aandrang, in het gewdchtvolle besef, dat van déze lezers/hoorders/catechisanten er straks in die vuurvlam der wroeging zullen zijn, hopeloos. Zonder uitzicht op redding, zonder hoop op genade, zonder mogelijkheid van bidden, roepen en verhoord worden.

Paulus spreekt er over, in al zijn brieven en preken komt het steeds weer naar voren. Hij had er immers iets van beleefd! Hij wist zielsbevindelijk wat deze vreeswekkende werkelijkheid inhield. Toch heeft deze onvoorstelbaar erge zaak hem niet ontmoedigd, wetende dat alle uitverkorenen zullen zalig worden. Daar komt veel op af, maar God werkt door. Niet zo, dat we kunnen zeggen: Waar het Woord Gods zuiver wordt bediend, daar is de Geest ook. Die harten wederbaart, en dus...

O, zeker: God wil uit ongebonden goedheid nog menigvuldig Zijn Geest bij het Woord zenden en door het Woord doen werken tot zaligheid, maar nooit mogen wij veronderstellendenvijze spreken. Het is geen optelsom.

Eén ding is zeker voor de apostel: ook degenen, die verloren gingen, zouden hem niet kunnen beschuldigen van oneerlijkheid, ontrouw. Hij had het Woord Gods recht gesneden. De geur van Christus, die door Paulus' spreken en werken zicht uitte, was dermate goed en helder te herkennen, dat niemand zich door Paulus' schuld kon vergissen. Ze zouden allen moeten belijden dat de prediking van Chistus was vernomen. Zo duidelijk, dat ze zich hadden gestoten aan dit woord en deze waarheid. Maar ook zo duidelijk, dat ze geen voorwendsel hadden voor hun ongeloof

Paulus bleef preken, ook al wist hij niet de uitslag, ook al kende hij de harten der hoorders niet. Hij preekte voor een ieder hetzelfde: Er ging van hem een goede reuk uit aangaande Hem, Die hij zo onuitsprekelijk heeft liefgehad. Hij werd door Paulus verheerlijkt, ook in de oren van vijanden.

Wat is dat dan, dat er onder de prediking geschiedt? Er is tweeërlei uitwerking. Er zijn er, die geloven en er zijn er, die in hun geloof en zondelust blijven doorleven en zich verharden. Zij horen wel, maar weigeren zich te laten gezeggen. Ze geloven het oordeel niet en daarom vluchten ze niet naar de veilige Schuilplaats. Ze zijn niet onverschillig of werelds, maar toch, wezenlijke nood hebben ze nooit gevoeld en daarom blijven ze buiten.

En u? En jij?

Laat ons eerlijk zijn. De reuk, die uit de heilige Schrift komt met betrekking van Jezus Christus is wel goed. Maar wat is de uitwerking in ons leven? Buigen we er onder? Beminnen we Hem? Of blijven we 'rechts' of'links', 'zwaar' of'licht', diepzinnig of oppervlakkig doorgaan? Wie van de kansel komt, moet kunnen zeggen: Ik ben Gode een goede reuk van Christus geweest in de prediking, zowel wat betreft de inhoud der woorden, als de manier waarop het werd gezegd: Christus weende over Jeruzalem en Paulus zegt weende van sommigen, dat ze vijanden van het kruis van Christus zijn. Wie 's avonds naar bed gaat, moet eerlijk en oprecht kunnen zeggen: Heere, deze dag ben ik, die totaal verdorven ben in mijzelf, toch een goede reuk voor U geweest, door U geweest, van Christus voor allen, die mijn pad hebben gekruist. Wie ter kerke gaat, bidde om deze zaak.

Wie huisbezoeken aflegt, begere deze reuk te ontvangen en door te geven. O, welk een zaak, om straks de reuk van Christus te kennen, maar in zelfgenoegzaamheid en geloof van eigen maaksel aan Hem voorbij te hebben geleefd. Zult u het niet doen?

God verheerlijkt Zijn Zoon, zowel in uw behoudenis alsook in — wat we niet hopen...! — uw verdoemenis. Laat dan heden uw noodgeschrei gehoord worden, wanneer ge nog buiten Christus zijt. Hij wenst in de lieflijkste bewoordingen nog zielen uit te lokken, die in banden zijn, opdat ze geheel hun leven in die zoete reuk mochten leven.

De zalving van deze Aaron doortrekke onze Ambstbediening, ons gezinsleven, onze gemeenten, ons land, ja de Wind van 't noorden en van 't zuiden doe deze reuk uitvloeien door de wereldwijde prediking des Evangelies tot aan de einden der aarde.

De hel zal vol zijn van predikers, gemeenteleden, die deze woorden onderschrijven, maar de geur van Christus niet begeren. Want in die plaats der eeuwige verdoemenis zal een ieder het onderschrijven: Christus is een goede reuk! Maar ze zullen Hem niet beminnen. Zult ook u daar bij zijn? U zult daar toch niet bij zijn..? !

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 december 1987

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's