Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote Overwinnaar  en de overwinnaars door Hem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote Overwinnaar en de overwinnaars door Hem

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opstanding van de Heere Jezus Christus uit de dood is een sprekend bewijs van Zijn heerlijke overwinning over alle machten en krachten. Hij, Die gekruisigd was, is nu de Verhoogde en Verheerlijkte aan de rechterhand van Zijn Vader. Hij is nu gezeten met Zijn Vader in Zijn troon. Aan Hem is gegeven alle (vol)macht in de hemel en op de aarde. God de Vader heeft Hem een naam gegeven boven alle naam, opdat in de naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn en alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere (Kurios) is tot heerlijkheid van God de Vader (Phil. 2 : 9-11).

Onze Heere Jezus leeft en Hij is de grote Overwinnaar, de Heer der heren en de Koning der koningen. In Zijn kruis en opstanding heeft Hij de boze machten ontwapend en in het openbaar ten toon gesteld en zo over hen getriumfeerd (Col. 2:15).

De machten, in ongehoorzaamheid aan God afgevallen, heeft Hij overwonnen en verslagen door Zijn volkomen gehoorzaamheid aan de Vader. De machten hebben Hem aan het kruis geslagen (1 Cor. 2 : 8). Hun overwinning blijkt echter een schijnoverwinning te zijn. Als de grote Overwinnaar roept Jezus uit: Het is volbracht!' Op de Paasmorgen staat Hij op uit de dood, op Hemelvaartsdag vaart Hij ten hemel en op de Pinksterdag stort Hij Zijn Heilige Geest over Zijn gemeente uit. In Christus' vernedering en verhoging vindt er ontwapening en ontmaskering van de machten plaats. Zij komen in hun ware gedaante openbaar en zij lijden een verpletterende nederlaag. De duivel is geoordeeld en verslagen in Christus' kruis en opstanding. Hij zal straks gebonden worden en zijn eeuwige straf ontvangen (Openb. 20). Daar hij maar al te goed weet, dat hij maar een korte tijd heeft, gaat hij nu nog rond als een briesende leeuw om te verslinden. Hij is wel verslagen, maar nog niet uitgeschakeld. Daarom moeten we hem in het geloof weerstaan. Maar onze Heere Jezus Christus is de zegevierende Veldheer, Die Zijn triomftocht houdt. In Zijn overwinning mogen de gelovigen reeds delen, nu in beginsel en straks volmaakt. In Rom. 8 horen we Paulus zingen: Maar in dit alles — verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar en zwaard — zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft'. De gelovigen gaan er niet onder door. Nee, zij komen er door heen en zij komen er bovenuit door Hem, Die hen zo uitnemend heeft liefgehad. Zij winnen het ver, onvergelijkelijk ver, zoals de komende heerlijkheid het wint van het lijden van de tegenwoordige tijd. Zij roemen in verdrukkingen en zwakheden. Zo woont de kracht van Christus in hen en komt die kracht openbaar. Al zijn ze zwak in zichzelf, zij vermogen alle dingen door Christus, Die hun kracht geeft.

Verbreken

De Heere Jezus is gekomen om de werken van de duivel te verbreken. Zieken worden genezen en gebondenen bevrijd als tekenen van Christus' overwinning. Maar dit zijn niet de enige tekenen. Zijn overwinning blijkt ook door Zijn overvloedige genade en kracht temidden van lijden en verdrukking, ja zelfs wanneer gelovigen trouw zijn tot in de dood voor de naam en de zaak van de Heere Jezus. 'En zij hebben hem (de draak) overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe' (Openb. 12 : 11). In dit opzicht mogen we niet eenzijdig zijn. Christus' overwinning blijkt wanneer Jakobus trouw is tot in de dood en onthoofd wordt èn wanneer Petrus op wonderlijke wijze uit de gevangenis wordt bevrijd (Hand. 12). Zijn overwinning blijkt ook, wanneer de slavin van de waarzeggende geest bevrijd wordt; maar niet minder wanneer Paulus en Silas midden in de nacht lofzangen zingen (Hand. 16).

De Heere Jezus kan en wil overwinning geven uit het lijden, maar ook in het lijden. Dat is Zijn vrijmacht. Hij geeft en werkt wat het meest is tot Zijn eer en tot opbouw en uitbreiding van Zijn Koninkrijk. De tekenen van Zijn overwinning dienen de voortgang van de Evangelieverkondiging onder Israël en de volkeren. Zij zijn niet los verkrijgbaar. Ook dit zullen we voortdurend in het oog moeten houden.

Overwinnaar

De Heere Jezus leeft en Hij is de grote Overwinnaar! De gelovigen zijn meer dan overwinnaars door Hem! Zij zullen overwinnen in en door Hem! Dat is het getuigenis van het Nieuwe Testament, in het bijzonder van het laatste Bijbelboek. Dat is geen overwinning zonder strijd. Het is ook geen overwinning los van het Kruis, maar juist door en in het Kruis van onze Heere Jezus Christus. Ondanks alles, toch meer dan overwinnaars door Hem, die ons liefgehad heeft!

Is dat nu ook de praktijk van ons christenleven en van ons gemeenteleven? Leven wij door Gods genade in de overwinning? Leven wij op het niveau van het Nieuwe Testament? 'Wat baat het ons', dat wij het bovenstaande weten en geloven?

Als we eerlijk zijn — en waarom zouden we dat niet? — weten we dan niet veel meer van nederlagen en teleurstellingen dan van overwinning in en door de Heere Jezus Christus? Weten wij van Zijn overwinning in de strijd tegen de zonde, in de dagen van ziekte, in de dagen van huwelijks-en gezinsmoeilijkheden, wanneer er problemen zijn in onze werkkring, enz.? Ervaren we Zijn overwinning in ons gemeenteleven? Volgen de gelovigen tekenen en wordt de prediking bevestigd door tekenen en wonderen? We behoeven daarbij niet allereerst aan opzienbarende tekenen te denken — kunnen we die niet hard gebruiken in onze Godloze kuituur? — maar zijn er tekenen van Christus' overwinning? Komen er mensen tot geloof en bekering? Gaat er kracht van het evangelie uit in huwelijken, in gezinnen, in werkkringen, in de samenleving? Lijken in onze tijd de boze machten geen veld te winnen, juist onder christenen en in christelijke gemeenten? Hoeveel gemeenteleden gaan er niet naar magnetiseurs en andere bedenkelijke 'genezers'? Komt er niet een vloedgolf van occultisme over ons heen? Is dit geen aanklacht aan het adres van ons als christenen en als christelijke gemeenten? Is het Evangelie blijkbaar geen

kxacht meer tot overwinning, tot vergeving, tot genezing en tot bevrijding? Ligt hier niet een grote schuld bij ons als voorgangers? Is onze bediening niet of zo weinig in de kracht van de Heüige Geest? Hebben wij de gemeenten te weinig geleerd om op een Bijbelse en gelovige wijze met ziekte en allerlei nood om te gaan? Het is de hoogste tijd om ons te bezinnen, want allerlei vragen worden op de kerkeraadstafels gelegd: vragen naar bidden en vasten, persooiüijk en gezamenlijk, vragen naar handoplegging en ziekenzalving, enz. Onze gemeenteleden hebben recht op een Bijbels en pastoraal antwoord, maar zijn wij niet vaak in grote verlegenheid?

Weinig openbaar

Waarom komt Christus' overwinningskracht zo weinig openbaar in ons persoonlijk leven en gemeenteleven? Waarom werken de krachten van het Koninkrijk zo weinig onder ons? Mag ik een paar dingen in overweging geven?

1. Is er onder ons voldoende oog voor de noodzaak èn de mogelijkheid van groei in het geloofsleven, met name wat de Heilige Geest en Zijn werk betreft in Zijn Pinkstervolheid? Hebben wij de inwoning en vervulling met de Heilige Geest niet nodig om het nieuwe leven te leven, persoonlijk en als gemeente? Kunnen wij buiten de toerusting met de Heilige Geest, waar Jezus' discipelen niet buiten konden? Hebben wij de gaven van de Heilige Geest niet dringend nodig voor de opbouw van de gemeente en voor alle zendings-/evangelisatiewerk en diaconaal werk?

2. Zijn wij persoonlijk en als gemeente gehoorzaam aan Christus' opdracht om overal het Evangelie te verkondigen, eerst aan de Jood en ook de Griek? Hoeveel aandacht en tijd besteden we als christelijke gemeente aan daadwerkelijke Evangelieverkondiging aan de Joden, die in Nederland wonen; aan andere buitenlanders; aan onze omgeving en aan de volkeren overzee? Laten we dit niet vaak aan een klein aantal gemeenteleden over, aan de liefhebbers? Als wij ongehoorzaam zijn aan de grote Opdracht om erop uit te gaan om alle volkeren tot Jezus' discipelen te maken, kunnen wij dan wel de vervulling van Christus' belofte verwachten: 'En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding van de wereld? '

3. Maken wij voldoende ernst met de levensheiliging? Zijn wij niet veel te verdraagzaam tegenover de zonde in ons persoonlijk leven en gemeenteleven, vooral tegenover de zgn. 'kleine zonden', de kleine vossen, die de wijngaarden verderven? Vermanen wij elkaar in liefde en belijden wij de zonden aan elkaar? Maken we ernst met de dagelijkse bekering? Enige tijd geleden sprak ik een Afrikaanse evangelist, die werkt in Kwa Sizabantu (Zuid-Afrika), waar een geestelijke opwekking is, al twintig jaar lang en waar de eenvoudige Evangelieprediking van zonde - n genade gevolgd wordt door tekenen en wonderen. Ik vroeg hem naar het geheim van die nog steeds voortdurende opwekking. Hij zei: 'Wij waken en bidden tegen de zonde, dat hij onder ons geen voet aan de grond krijgt; vooral tegen de zonde van hoogmoed. Het gaat om dagelijkse verbrokenheid aan de voet van het kruis.'

In het vervolg van het gesprek zei hij vragenderwijs: Laten jullie in het westen de zonde niet toe in jullie gemeenten. Is dat niet de grote verhindering voor een opwekking door de Heüige Geest? ' Zegt de profeet Jesaja dat ook niet: Ziet, de hand des Heeren is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen. Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen u en tussen uw God, e uw zonden verbergen het aangezicht van u, dat Hij niet hoort' (Jes. 59 : 1, 2)?

4. Letten wij op de tekenen der tijden en verstaan wij die? Een predikant merkte tijdens een vergadering op: 'Lijkt onze tijd niet veel op de tijd vlak voor Jezus' eerste komst? Toen een uitbarsting van duivelbezetenheid en nu een golf van occultisme. Wijst dit niet op de spoedige wederkomst van de Heere Jezus? ' Moeten we daar niet veel meer mee rekenen dan we doen? Hebben we geen extra toerusting nodig voor de laatste strijd? Zouden we elkaar niet moeten oproepen tot extra-gebed èn vasten, om dat persoonlijk en gezamenlijk te doen? Gebedskringen zijn beslist niet iets nieuws. Onze gereformeerde vaderen deden dit, maar blijkbaar kennen we onze eigen traditie niet op dit punt. De kerkeraden dienen hieraan goede leiding te geven om allerlei wildgroei te voorkomen. We weten niet wat wij onszelf en elkaar aan zegen onthouden. Delen we niet graag in de zegen, die anderen ontvangen hebben en nog ontvangen? Natuurlijk moeten we het niet van bepaalde vormen verwachten, maar de Heere wil wel bepaalde vormen gebruiken. Het gaat er om dit alles in biddende afhankelijkheid te doen naar dat de Heere ons leidt in onze plaatselijke situatie. Leven we niet in een hoogst ernstige tijd? Vraagt dat niet extragebed en vasten? Alleen een levend en volhardend geloof zal de overwinning behalen. Met minder dan de volle wapenrusting van God (Ef. 6) kan niemand van ons toe.

Verwachten

Tenslotte, laten wij de komst en het rijk van de Heere Jezus verwachten. Levend in die verwachting mogen wij meer dan overwinnaars zijn door Hem, Die ons lief heeft. Gode zij dank. Die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus. Zo dan, mijn geliefde broeders en zusters! Weest standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere (1 Kor. 15 : 57, 58).

P.S. Over het bovenstaande onderwerp heb ik geschreven op verzoek van en onder sterke aandrang n van de hoofdredacteur. Graag had ik het aan een broeder of zuster overgelaten, die op dit gebied meer inzicht en ervaring heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De grote Overwinnaar  en de overwinnaars door Hem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's