Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit De Stem enkele 'Korte overdenkingen'.

• Het kruis is tiet symbool van het christendom en het wijst altijd heen naar dood en scheiding, nooit naar compromis.

• Een huis is geen thuis als het geen voeding zowel voor de ziel als voor het lichaam geeft.

• De tact nodig om te evangeliseren, is contact.

• Een klein lek kan een groot schip tot zinken brengen.

• De tragiek van het leven bestaat niet daarin dat men slechts één talent ontvangen heeft, maar daarin dat men met dat ene niets heeft gedaan. In Sticht-elijk, orgaan van de PKV Utrecht, troffen we het volgende onder de titel 'De ramen van de Kerk':

'Een bericht uit het Utrechts Nieuwsblad (2-5-'88) waarvan we kunnen leren hoe belangrijk het is dat de kerk vensters heeft naar de samenleving.

Predikant ziet poging tot inbraak vanaf de kansel

Groenekan — Toen hij tijdens de avondpreek in de Ned. Hervormde Kerk zondagavond naar buiten keek, zag ds. Hiensch vanaf de kansel, dat vier mensen probeerden in te breken in de woning naast de kerk, bewoond door kerkvoogd Van Brenk. Hij waarschuwde de koster, die met een aantal ouderlingen de kerk uit snelde. Drie mannen maakten zich uit de voeten, maar een vrouw uit Utrecht, die met een schroevedraaier in de hand stond, werd in de kraag gevat.

Overigens schuilt er in vensters ook een risico. Dat bleek toen we eind juli op een ochtend ontdekten dat een inbreker zich via genoemde weg toegang verschaft had tot het provincieel kerkelijk bureau. Mogelijk had men gehoord van het diakonaal geld en bezit in de Nederlandse Hervormde Kerk. t\/laar waarschijnlijk niet van de bezuinigingen. Men nam f 300, — mee. Bij een tweede bezoek, enkele dagen later, f 7, 50. Inmiddels hebben we de vensters van ons bureau nog beter vastgetimmerd, maar vanzelf niet beloken. Onlangs kregen we bericht van de politie dat de dader is gearresteerd.'

In het mededelingenblad van de Hervormd Gereformeerden te Rijswijk troffen we het volgende stuk over 'Gekleed in toga met bef en baret', ondertekend door H. A. van Dolder-de Wit (archivaris):

'Over de kleding van de eerste predikanten van de Hervormde Kerk na de Reformatie van 1572 is maar weinig bekend. Soms waren het gewezen roomskatholieke geestelijken, die waarschijnlijk hun priesterkleed tegelijk met het oude geloof aflegden. In de 17e eeuw werden predikanten wel afgebeeld met een witte bef, maar van een uniforme ambtskleding was toen nog geen sprake. Meestal was de herder en leraar sot)er gekleed; de oorzaak daarvan zal wel het gewoonlijk niet zo royale tractement zijn geweest. Ook persoonlijke smaak en modebewustzijn zullen daarbij een rol hebben gespeeld. Denk aan de pruikentijd!

In de najaarszitting van de Algemene Synode voor de Hervormde Kerk van 1851 kwam een voorstel ter sprake om het gebruik van de toga met bef en baret als ambtsgewaad voor predikanten te helpen bevorderen: "lettende op de teekenen des tijds, inzonderheid op hetgeen bij al de overige Protestantse kerkgenootschappen in den Lande heeft plaatsgevonden". Aanleiding tot dit voorstel was een verzoek, in april 1850 door studenten in de theologie van de universiteiten van Groningen en Utrecht gericht aan de synode, om de toga als ambtsgewaad voor predikanten in te voeren. Er werd een drietal personen benoemd die samen de "Commissie tot invoering van de toga" vormden, bestaande uit de hoogleraar dr. Petrus Hofstede de Groot uit Leiden en de predikanten H. G. J. van Doesburgh te Rotterdam en R. J. Ko ning te Limmen. Zij zouden de argumenten van de voor-en tegenstanders in overweging nemen en op grond daarvan aan de Synode rapport uitbrengen. Het is interessant te lezen welke voor-en nadelen werden overwogen; die waren deels van praktische en ten andere van meer geestelijke aard.

Zo blijkt duidelijk dat men beducht was voor de in de grote kerkgebouwen heersende koude gedurende het winterseizoen. Want men merkte op dat de toga een gemakkelijke dracht is omdat naar gelang het jaargetijde er luchtige of warme kleding onder gedragen kan worden. Ook het element van waardigheid, passend bij een dienaar des Woords, werd verbonden met de door hem gedragen kleding. Maar vooral wordt aangedrongen om een ieder vrij te laten beslissen, daar de kleding niet de hoofdzaak vormt h maar het verkondigen van het Evangelie. In de Syno­ v devergadering van 20 juli 1851 las dr. P. Hofstede o de Groot het door de Commissie tot invoering van de Toga samengestelde rapport voor, dat als volgt b luidde:

Hoog eerwaarde heeren en broeders! Uwe commissie, in wier handen, ten einde van voorlichting en raad te dienen, gesteld is de voorslag van de Synodale Commissie en het verzoek van een groot aantal studenten in de godgeleerdheid te Utrecht en Groningen, om uw aandacht te vestigen op het wenschelijke van de invoering der toga mei bef en baret, als ambtskleeding onzer evangeliepredikers, heeft de eer het volgende op te merken. Als wij de zaak in het afgetrokkene beschouwen, zullen wij de voorgeslagene ambtskleeding wel deftiger en gepaster vinden, dan het nu doorgaans gebruikelijl(S costuum, zoodat wij ons zouden kunnen verheugen, indien wij werkelijk in gebruik waren. Ook zou zij veel meer met de vroegere kleeding der Evangelie verkondigers in ons kerkgenootschap overeenkO' men, daar wij weten, dat de strook laken, nu mantel geheeten, vroeger een werkelijk ruime mantel ol soort van toga was, gelijk ook de nu smalle bef uit den breeden kraag, door verkleining, is ontstaan. & komt bij, dat die gezindten der Evangelische Kerk, en ook die afdeeling der hervormden in ons Vaderland, welke reeds de toga hebben ingevoerd, zich daarbij zeer wel bevinden. De meerdere gemakkelijkheid, om onder de toga de kleeding naar de koude of warmte van het weder in te rigten, en de opmerking, dat de toga niet kostbaarder behoeft te komen, dan de tegenwoordige kleeding, beveelt haai ook wel aan; ofschoon daar tegenover staat, dat bl vacaturen en combinatie de toga-dragt moeijelijl< ' held kan baren.

Zóó beschouwen wij de zaak op zich zelve. Maar wat is dan nu onze raad? Het kan niet in bedenking komen, dat de Synode een voorschrift hierover zon geven. Had zij ook regtens hiertoe de bevoegdheid,

het Is toch niet in den vrijen geest onzer Hervormde Kerk, zull< e voorsctrriften te geven of te ontvangen. Maar zal er dan eene aanbeveling uitgaan in een brief, aan alle Hervormde predikanten, met uitzondering der Waalsche, die deze kleeding reeds hebben, hierover te rigten? Ook dit durven wij niet aanraden. De Synode konde er wel iets goeds uitrigten, maar wellicht hier en daar meer kwaads. En ons vrije Evangelie bestaat evenmin in kleeding, als in spijze en drank. Wij hebben betere dingen aan te bevelen. Wij raden u dus, ook geene aanbeveling er van te doen uitgaan; maar het te laten bij de betuiging, dat de Synode, ofschoon de toga, met hetgeen er bij hoort, als ambtskleeding niet afkeurende, evenwel de vrijheid der evangeliedienaren, die altijd ook in de keuze van kleeding bestaan heeft, niet wil verminderen, en het overlaat aan den tijd, om betere kleeding langzaam, vanzelve, bij de predikers des Evangelies te doen gewoon worden. Pas in 1854 zou deze kwestie opnieuw aan de orde worden gesteld.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's