Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Water uit de Steenrots

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Water uit de Steenrots

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'en gij zult op de rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke'. (Ex. 17 : 6m)

Er is geen roos zonder doornen.

Er is geen huis zonder kruis; geen hart zonder smart.

Het leven is in menig opzicht als een reis door de woestijn. Daar zijn 'elims': momenten van verkwikking, dagen van vreugde, tijden van voorspoed. Maar Elim is het Beloofde Land niet. De weg daarheen loopt over zand en stenen, langs ravijnen en door diepe dalen. De woestijn - dat is het oord van wildernis; de plaats vol duisternis en dreigende gevaren! De woestijn - dat is honger, dorst, eenzaamheid, ziekte, verdriet, donkerheid! In het hoofdstuk waaruit de tekst voor deze overdenking genomen is, zien wij een stukje van dat woestijnleven. Het is een bepadïlde episode, een fragment slechts, van een veertigjarige trektocht door barre oorden en onherbergzame streken. Een stukje geschiedenis van Israël ter opscherping en tot vertroosting! Na een moeitevolle reis door de woestijnen Sur en Sin is het volk aangekomen in Rafidim. Letterlijk: pleisterplaatsen. Israël bevindt zich hier dicht in de buurt van een vruchtbare vallei met vele bronnen en rijke plantengroei. Maar het volk kan er niet bij komen. De Amelekieten hebben dit gebied bezet en weigeren de doortocht. Daar zitten ze nu: midden in de woestijn. Zullen ze hier nu sterven van dorst? Een zware beproeving! En het 'zware' van de beproeving is, dat zij zich hebben gelegerd in Rafidim 'op het bevel des Heeren' (vs. 1). Dat maakt de situatie zo complex en compleet onbegrijpelijk. Juit het feit dat de Heere hen op deze plaats bracht, roept zoveel vragen op. Is dit nu Gods weg? Is dit Zijn bedoeling? Waar is God? Een vraag uit het leven gegrepen. Een vraag die velen in dit leven hier en nu kwelt. Waarom al die rampen, waarom al die honger, die dorst, die ziekte, die dood? ! Waarom al dat leed en verdriet? Steile vragen, die niet van vlakke antwoorden gediend zijn! Laat het ons niet vreemd voorkomen, dat Israël hier begint te twisten met Mozes... met Gód! Nood maakt soms bitter. God wordt gedaagd voor de menselijke rechterstoel. 'Is de Heere in ons midden of niet? ' (vs. 7). 'Massa', ontevredenheid (lett. 'op de proef stellen') en 'Mer riba', dat is 'twist'. Zo is deze plaats de geschiedenis ingegaan. Het valt niet altijd mee om de hand op de mond te leggen. We kunnen wel naar buiten toe een berustende indruk geven, maar de Heere kent ons binnenste. Voor Hem is niets verborgen. Ook onze binnenste gedachten van opstandigheid, ook onze twijfels zijn Hem bekend. Die gedachten leven niet alleen bij de buitenkerkelijken. Ook Gods eigen volk blijven Gods voetstappen soms onbekend. Maar is dit dan geen verschrikkelijk ongeloof? Israël is toch bevrijd uit Egypte! God heeft het volk droogvoets geleid door de Rode Zee. Het bitter Mara heeft Hij zoet gemaakt. Met Manna, hemelsbrood, is het volk verzadigd. Is er niet alle reden om te geloven, dat er nu ook uitkomst komen zal? Ja, maar als het oog op golven gericht blijft en het oor alleen het geloei van de stormwind hoort, lijkt het soms of er nooit iets gebeurd is.

'k Schatte mij geheel verloren;

'k Mocht van geen vertroosting horen;

Als mijn ziel aan God dacht.

Loosd' ik niet dan klacht op klacht...

Kleine gedachten van God te hebben heeft niet zelden de twist met God tot gevolg. Geen crediet meer te hebben op de Heere is wel het ergste waar een mens in terecht kan komen. Massa en Meriba! 'Laat Meriba, laat Massa u ten afschrik wezen', zegt een dichter (Ps. 95). Opstandigheid kan in het hart opkomen, maar mag er niet in blijven. 'Verhardt u niet neem Zijn gena ootmoedig aan'. Genade is het als we nooit opstandig werden. Dubbele genade als we als opstandigen genade ontvangen. Dat is hier het geval.

Waar wij de afrekening zouden verwachten, komt een woord vol vertroosting 'Toen zeide de Heere tot Mozes (...) Zie Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de steenrots in Horeb staan; en gij zult op de steenrots slaan! (vgl. Num. 20), zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke...'

Hoe is het mogelijk! Opnieuw overvloedige genade voor een ondankbaar volk! Zonder bekering vooraf, midden in de murmurering en twist, buigt de Heere Zich over Zijn volk heen. Als een vader, die, hoewel zijn liefde is gekrenkt en er op zijn hart is getrapt, toch die jongen niet zomaar laat gaan.

Wat kan daar achter zitten? Dit gaat ons verstand te boven. Water uit de rotssteen voormensen die de dood verdiend hebben. Een rijk aanbod van genade voor mensen die zelfs de hoop op God hebben opgegeven. Kunt u het verklaren? Gelukkig maar dat de Schrift Zichzelf verklaart.

In de eerste brief aan de gemeente van Korinthe wordt ons het geheimenis geopenbaard: En de steenrots was 'Christus' (10 : 4). Dat is geen menselijke inlegkunde, maar de uitlegkunde van de Heilige Geest! Water uit de rotssteen - overvloeiende genade. Niet zomaar een stroompje, maar stromen. Hij bracht stromen voort uit de rotssteen en deed wateren afdalen als rivieren (Ps. 78). Zie het stromen: evend water. Stromen van de Geest, Die ontvangen zullen een ieder die in Hem gelooft.

Israels volksbestaan hangt hier bij Rafidim niet aan een zijden draadje, maar is geknoopt aan het koord van Gods eeuwige Verbondstrouw. De 'opening van de steenrots' is openbaring van die eeuwige liefde Gods in Christus Jezus. Liefde waar Israël in mag delen toen en nu, al is niet alles Israël wat Israël heet. De verbondswraak is en blijft de keerzijde van de verbondstrouw. Wanneer bekering uitblijft en geen geloof wordt gevonden, blijft alleen de eeuwige rampzaligheid over. Al hebben zij allen uit de geestelijke steenrots gedronken, 'in het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen gehad; want zij zijn in de woestijn ter neergeslagen'. Dat mag ons wel als een ernstige waarschuwing op het hart gebonden zijn.

Het 'water uit de steenrots', Gods overvloeiende genade in Christus Jezus, wordt ons wel allen geschonken, maar doet ons niet allen nut als het niet komt in ons leven tot die levende geloofsverbinding en daadwerkelijke bekering. 'Want deze dingen

zijn geschied', zegt de apostel, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs zij lust gehad hebben'.

Water uit de Steenrots... zie het stromen... levend water.

Waar? Daar waar Christus ons wordt verkondigd. Waar de fonteinen van heil worden geopend in de bediening der verzoening, in de prediking van het Woord en de bediening van de sacramenten. Daar buigt de Heere Zich over naar een ondankbaar, opstandig en ten dode opgeschreven volk. Een volk dat eeuwig om moet komen. Nee, hier worden geen voorwaarden vooraf gesteld. Het komt, het stroomt, om niet! Rijk en vrij, mild en overvloedig. Midden in onze nood en verlorenheid. Zelfs daar, j a juist daar waar wij het niet meer weten. Als zelfs ons hart niet meer bidden kan. Als de nood van ons leven ons misschien bitter heeft gemaakt. Als u misschien heden alle hoop wel ontvallen is: 'Is de Heere in het midden van ons of niet? ' Als de Heere alleen nog maar met ons afrekenen kan. Zie daar water! Niet omdat wij zo begerig zijn geworden, maar omdat de Heere het zo graag wil geven.

Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

En de Steenrots was Christus!

Hij is geslagen. De Rots der eeuwen is verbrijzeld. Geen water uit de Steenrots zonder die verbrijzeling. Hier trilt alles van Goddelijke toorn. Harde slagen zijn op Hem terecht gekomen. De smaadheden die u smaden zijn op Mij gevallen! (Ps. 69). Verzoening moest geschieden in de nacht op Golgotha door het Offer van Gods lieve kind. Hebt u het in mogen leven: ja ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon...?

Christus het brandf)unt van Gods toorn, maar zo ook het middelpunt van Gods liefde, openbaring van Gods ontferming: 'Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid'. Gaat het al zingen van binnen: Wat zal ik met Gods gunsten overlaan? Of ziet u alleen nog maar zand, stenen, ravijnen en dood? Hoe komt het in mijn leven tot de doorbraak? Is er dan voor zo één als ik ben nog genade?

Een opstandeling, een rebel, een ellendige door eigen schuld...

Hoor daar spreekt een Opstandeling: 'Tegen u, u alleen heb ik gezondigd en gedaan dat kwaad is in uw ogen'. Nee, ü kunt er niet bij komen, maar Hij komt tot u. Die in uw plaats kwam staan. De Rotssteen is geslagen. De Herder is gedood. Hier is uw vrijgeleide: Ik ben het. Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood zou moeten sterven. Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen staan... Ik zal de dorstige geven uit de fontein van het water des levens om niet. Al is alles om u heen nog nacht en knaagt de bange vraag aan uw ziel: 'Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? ' Hoop op God! Zo Hij vertoeft verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk komen. Houdt dan op met drinken uit alle bronnen die geen levend water geven en komt tot de wateren van deze Steenrots. Hier is kracht voor e^k kruis, troost voor elke smart, uitzicht in elke droefenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Water uit de Steenrots

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 november 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's