Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit De stem de volgende 'Korte overdenkingen':

Zoals iemand in l< leine dingen is, zo is hij ook in grote.

Wie door edele gedachten wordt begeleid is nooit

Er moest een luidspreker worden uitgevonden voor

U predikt welsprekender met uw leven dan met uw

Veel te vaak maken wij ons meer zorgen over de ge­

Het christendom is geen religie, doch een persoonlij­

Hoe luier iemand is, hoe meer hij morgen wil doen.

De Hervormde kerk van Wilnis moet worden gerenoveerd. Men vreest een 'vallende toren' en schrijft in een Informatiekrant voor de renovatie 'De Krachttoer' o.a. het volgende:

'Zulke krachttoeren zijn in afhankelijkheid in het verleden al meer naar voren gekomen. We denken hierbij direkt aan het bestaande kerkgebouw, dat noodzakelijkerwijs gebouwd werd in 1877-'78 in verband met het omvallen van de vorige toren op het kerkgebouw. Vallende torens waren voor Wilnis ook in augustus 1876 niet nieuw. In 1611 was de toren ook al omgevallen, toen van het kerkgebouw af. Je zou bijna kunnen zeggen, dat dit weer het geval zal gaan worden als er aan de huidige situatie niets gedaan wordt. Men kon toen met enkel een geheel nieuwe toren volstaan, die in 1613, na 14 maanden bouvvrï gereed was. De oorzaak was "het fondament-, , swack" en "Godts macht sterk". En om de kerk-; bouwhistorie van Wilnis op rij te houden moeten we vermelden, dat in 1739, ruim honderd jaar later, het kerkgebouw gesloopt en herbouwd werd op dezelfde fundering van het vorige gebouw. Dit was vermoedelijk rond 1563 gebouwd, toen nog een Rooms Katholieke kerk. Van de kerkbouw van 1742 zijn nog de eerste steen en de inwijdingspreek aanwezig. (...)

In de zomer van 1876 verslechtert de toestand heel snel. Na een onderzoek van de hoofdingenieur van de Waterstaat komt er een bevel van de heer burge-\ meester het gebouw te sluiten vor de eredienst (6 augustus). Welke maatregelen er tussentijds genomen zijn is niet duidelijk, maar op 15 augustus 's morgen om half acht stort de toren achterwaarts op \ het kerkgebouw. (...) j

In de oude toren, was de nor, zoals op vele plaatsen. \ Een prachtig voorbeeld is nog te zien in de dorpsto-': ren van Benschop.

In een schrijven van 5 juli 1878 van de kerkvoogdij aan de kerkeraad komt de passage voor: "Het kerk-' bestuur heeft begrepen, alhoewel het in de oude to-1 ren ook geplaatst wasch, niet de plaats te zijn, voor \ zulk een doel ook om allen hindernissen onder de • Godsdienst te voorkomen, die hierdoor ligtelijk kon-] den voortspruiten en daar de ruimte der toren ook te klein wordt bevonden. Het kerkbestuur heeft zich tot • het gemeentebestuur gewend, met verzoek, ten hun-l ne (kerkvoogdij) kosten een bewaarplaats op een ; door hun aangewezen terrein te plaatsen". Deze ge-\ vangenis werd door de plaatselijke aannemer Van [ Lokhorst voor f 469, — gebouwd. ]

In 1926 o.a. werd de kerkvoogdij gesommeerd door i de burgemeester om onderhoud te plegen. Voor ons \ heden toch wel een zeer vreemd aandoende situatie. In 1958 werd het om bouwvalligheid en niet meer funktioneren (men brak gemakkelijk uit) gesloopt ! Hiermede was aan één van de aktiviteiten in verhouding tussen kerkvoogdij en burgerlijke overheid een einde gekomen. De gemeente subsidie van f 100, — : per jaar voor onderhoud toren en nor werd direkt terug gedraaid tot f75, — per jaar, welk bedrag anno 1988 nog onveranderd geldt.' <

Bij uitgeverij Den Hertog te Houten verscheen een '

uitgave van de artikelen, die wijlen ds. J. T. Doornenbal in het Gereformeerd Weekblad schreef over de oefenaar Wulfert Floor (de landbouwer van Driebergen), wiens nagelaten oefeningen de afgelopen jaren ook zijn gebundeld. Hier volgt een stukje be-Ij schrijving door Doornenbal van Wulfert Floor's ge-I' boortegrond, die ook de zijne was:

s 'Het is een zeldzaam schoon, enigszins zwaarmoe-I' dig landschap, waar Floor is opgegroeid, van afwis-^ selend hoge loof-en dennebossen en weide-en bouwgrond, dat stemt tot ernstig peinzen en dat ze-I ker niet nagelaten heeft zijn stempel te drukken op : zijn ontvankelijk gemoed, want hij had een open oog ": voor de natuur, zoals uit zijn aantekeningen blijkt. Een melancholische en mystieke inslag is de boerengeslachten, die hier leefden en arbeidden, eigen. Voor het merendeel waren ze van gereformeerde be-*\.ginselen, gekenmerkt door een ernstige levensbe-': ' schouwing en een diep besef van de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekering. De wonderen Ï\ van Gods hand zijn er verhaald in vroeger jaren en misschien worden er soms nog de ritselingen des j Geestes vernomen. Kerkelijk heeft dit deel van Driebergen vanouds behoord tot de gemeente Neerlang-: : broek. Dit zal ook wel de reden zijn waarom prof De II Vrijer in zijn boek over Schortinghuis, spreekt van - "den Neerlangbroeker landbouwer" Wulfert Floor. Het is een rustige, landelijke gemeente, van afwisse-'. lend kastelen en boerderijen. De eenvoudige boerenbevolking is van oude tijden afaein streng recht-; zinnig geweest, maar het kerkelijke leven werd sterk ; beïnvloed door de gematigd rechtzinnige, kerkelijk h'meelevende adel. Een tegenstelling is er tussen de ' fieide geestesrichtingen nooit geweest, maar toch is deze nuancering overal merkbaar. En ze heeft niet [ nagelaten een diepgaande invloed uit te oefenen op l 'het kerkelijke leven in deze streek en wellicht moe-\ ten wij veel, ook uit Floors verhouding tot de kerk i 'van zijn dagen, van hieruit verstaan. Daarom zij het \ mij vergund een enigszins breedvoerige beschrij-[iving te geven van de kerkelijke omgeving waarin {Floor is opgegroeid. Ik hoop, dat de lezers het niet i't euvel zullen duiden als ik daarbij teveel uitweid: het is mijn geboortestreek en altijd is ze mij dierbaar geweest en gebleven.

De tweeslag adel-boeren is in deze streek overal merkbaar. In het eenvoudige, maar keurig onderhouden kerkgebouw van Neerlangbroek, waarvan de slanke torenspits reeds van verre zichtbaar is tussen het geboomte dat het kerkhof omgeeft, zijn nog de luifelbanken met de wapens van de omliggende kastelen Sterkenburg, Leeuwenburg, Lunenburg, Sandenburg, Hinderstein, Groenenstein, Hardenbroek en Moersbergen. Nog duidelijker sprake gaat er uit van het kerkhof, dat het godshuis omgeeft en waar het stof rust van vele geslachten, die gegaan zijn in de weg van alle vlees. Daar zijn de grafkelders van de oude adellijke families door grote zerken gedekt, naast de eenvoudige graven van de boeren. Altijd, vóór de godsdienstoefening een aanvang neemt, wandelen veel kerkgangers langs de paden van de rustige dodenakker en lezen de opschriften op de graven. Dan verdiepen ze zich in herinneringen aan degenen die hier hun doodslaap slapen en ... hebben reeds een preek gehad vóór ze, onder het klokgelui, het godsgebouw betreden. Altijd aangrijpend is de wandeling over deze dodenakker, langs de vele graven en kelders, 's zomers, als de wind ruist door de eikebomen en de insecten zoemen op de egelantieren die de grafkelders begroeien. Of in het najaar, als de herfststorm er klagend over vaart. Ons treffen de vele opschriften op de zerken van de adellijke families. Zeker zijn grafstenen geduldig, maar toch spreken ze van het geloof van die oude geslachten, die hier hun laatste rustplaats vonden. We lezen daar: "Vrouwe Paulina Theodora de Beaufort, baronesse van Dedem. Ik leef en gij zult leven." "Jhr mr. Willem Hendrik de Beaufort. Ik ben de opstanding en het leven." "Vrouwe Bandina Lucia Ebella de Beaufort, geboren Van Sminia. Mijn genade is u genoeg." Even verder de grafkelders van het geslacht van de graven van Sandenburg: "Frederik August Alexander Carel, baron van Lynden van Sandenburg, diep betreurd door zijn echtgenoote en kinderen." "Hier rust mede zijn vooroverleden echtgenoote Anna Wilhelmina van Spaen." "Hier rust zijn tweede echtgenoote Vrouwe Catharina Melvil." "Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven." "Hier ligt begraven Berendina Maria de Beaufort, teeder geliefde echtgenoote van Gijsbert Karel Cornells Jan van Lynden van Sandenburg. Zij was een teeder lievende echtgenoote en moeder; rust nu in vrede en hare werken volgen haar." "Hier rust Gijsbert Karel Cornells Jan van Lynden van Sandenburg. Zijn kinderen betreuren in hem den besten vader." "Het leven was hem Christus en het sterven gewin." "Mr. Robert Melvil, baron van Lynden." "O Heere, ik ver-lang naar Uw heil." "En Ik zal hem mijn heil doen zien."

"Zijn geliefde echtgenoote Jonkvr. Catharina Johanna van Weede." "Ik geef hun het eeuwige leven." "Jonkvr. Henriëtte Adolphine Caroline, baronesse van Lynden." "Geleidt Gods liefde hier op donk're lijdenswegen. Die liefde brengt ons thuis. Daar 't al wordt opgelost in d'onwaardeerdb'ren zegen Van des Verlossers kruis." "Want ik houd het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waardeeren, tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden."

Hier tegenover treft u de grote soberheid van de graven van de boerengeslachten, waar geen enkele tekst gewaagt van hoop en geloof. Dit alles typerend. Bij de adel is er het algemene geloof in God en Christus en het eeuwige leven. l\/\aar bij de eenvoudigen is hun jemstige levensbeschouwing en strenge orthodoxie oorzaak, dat het zelden komt tot een persoonlijk getuigenis van de hoop die in hen is. Wel treffen wij bij velen een diepe overtuiging en ernstige bekommering over het eeuwig zieleheil, maar tot de blijde zekerheid des geloofs komt het nauwelijks. Dit alles bepaalde ook altijd het kerkelijke godsdienstige leven in geheel de streek.

Was er een predikant, die sprak naar het hart van de adel, dan stond 's zondagsmorgens het kerkplein vol met hun equipage en vulden zich de hoge luifelbanken. Maar de diepste geestelijke behoeften van de eenvoudigen bleven onbevredigd. Vele boerenhuisgezinnen bleven op hun hofsteden thuis, gebogen over de geschriften van de oudvaders en kwijnend leefden ze hun geestelijk leven voort, op het overjarige koren. In deze omgeving is Wulfert Floor opgegroeid.'

V. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1988

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's