Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theo de Boer, Tussen filosofie en profetie. De wijsbegeerte van Emmanuel Levinas. 174 blz.; Ambo, Baarn, 1988; ƒ37, 50.

De schrijver, momenteel hoogleraar in de wijsgerige antropologie en haar geschiedenis te Amsterdam, heeft in dit boek een aantal indringende en buitengewoon heldere artikelen gebundeld over de joodse denker Levinas. Wij zijn daar zeer erkentelijk voor. Het is immers niet zo gemakkelijk tot de essentie van het denken van Levinas door te dringen. Enerzijds is hij een late leerling van Husserl en dit zet ons op het spoor van het intuïtief karakter van alle menselijk kennen. Anderzijds komt de figuur van Heidegger en de wijze waarop deze Husserl verwerkt heeft, naar voren, mede een bron waaruit Levinas gedronken heeft. Zowel de fenomenologie als het existentialisme wil Levinas echter achter zich laten, op grond van zijn overtuiging dat in denksystemen als deze geen wezenlijke plaats is voor de ander. Dit laatste heeft hij dan weer geleerd van Buber en Rosenzweig. Voeg daar dan bij dat Levinas niet alleen geworteld is in deze joodse traditie, maar evenzeer in de Griekse filosofie, met name in Plato.

De grondgedachte van waaruit Levinas wil denken is die van de openheid van een onbegrensde ervaring. Eigenlijk kan men dit geen grondgedachte noemen, omdat dit een filoso-. fisch belast begrip is, en de filosofie is volgens Levinas even ideologisch geladen als de ideologie-kritiek dit is: openheid voor alomvattende ervaring is dan ook eerder een — mystieke — grondhouding.

Men heeft vaak gedacht dat de filosofie van Levinas er één was van de intersubjectiviteit, een filosofie waarin 'de ander', de medemens, het scharnier zou zijn waarom alles draait. Het gaat bij Levinas echter ook hier mystieker toe. Voor hem is God niet Degene Die, ontologisch, in deze werkelijkheid, dus ook in de samenleving en ontmoeting van mensen, aanwezig is, maar Degene Die Zich juist aan de randen van onze werkelijkheid doet gelden. De el-lendigen zijn degenen die geen plaats hebben in deze wereld, die zich niet laten inpassen in enige orde, maar juist buiten de orde van onze systemen iets van God weerspiegelen.

Het boek is een tweede druk, met als het nieuwe vooral het zevende hoofdstuk. Dit toege­ voegde hoofdstuk is daarom zo belangrijk omdat het ons opmerkzaam maakt op een fundamenteel onderscheid tussen Levinas en zijn leermeester Heidegger. Aan Levinas is vaak verweten dat de naaste voor hem openbaringsbron is, en de intermenselijke wederkerigheid openbaring. Niet dat Levinas geen openbaringsbron kent, maar zijn accent op de naaste, met name op de rechteloze en stemmeloze naaste, heeft alles te maken met zijn correctie op het existentialisme. Bij Heidegger staat de gedachte van de zelfverwerkelijking centraal, ook wanneer de mens zich inzet voor de ander. Op de bodem van zijn mensbeeld ligt een (neutraal) stukje psychologie waar de drang tot uitleving bij in zit, en dat daarom een stukje ideologie mag heten, een verborgen historisch getoonzette ontiek. Wie zich vanuit dit uitgangspunt tot de naaste wendt brengt dan altijd iets mee van het bekleden van een machtspositie, een element van overwicht van waaruit men de ander benadert. Deze ideologische toets van de naastenliefde heeft het in zich de ander te verlagen tot het materiaal voor de eigen zelfverwerkelijking.

Levinas, als de jood die hij is, is echter nooit van Jesaja 53 losgekomen, van de gedachte van de plaatsvervanging. Bij hem is de toewending tot de naaste 'Fürsorge'. Voor hem is de naaste de ont-rechte, degene die door de structuren vogelvrij is verklaard, die zo als het ware 'ontisch neutraal' is. Naastenliefde is dan, dat men zich gijzelaar maakt van die ander en zo in volslagen passiviteit zijn eigen zelfverwerkelijking opgeeft, om juist langs deze weg tot de eigen bestemming te komen.

Dat de mens daarbij zijn eigen identiteit nochtans niet verliest maar gedragen blijft worden, heeft dan ook niets te maken met de centrumpositie van de zelfverwerkelijking, maar met de Platonische oergrond van het zijnde waar de mens in rust en die ons ware zelf draagt en omvangen houdt, juist als wij het (moeten) loslaten en vergeten, ter vrille van de ander.

Wie Levinas wil lezen, niet alleen omdat hij uit is op herkenning van dingen die ook in hemzelf leven maar ook omdat hij hem begeert te verstaan vanuit de wortels die hem voeden, en hem tevens binnen het denkraam van zijn héle filosofie wil verstaan (en daarin is heel onze tijd dan verwerkt), vindt in dit boek, ook al zijn het gebundelde opstellen, een heldere en ordenende gids. Hier wordt niet in de rede gevallen maar uitgelegd. Daarin hebben dan ook wij in deze bespreking onze kracht gezocht.

Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 mei 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van woensdag 3 mei 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's