Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zegen na Pinksteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zegen na Pinksteren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

God, opgewekt hebbende Zijn kind Jezus heeft Hem eerst tot u gezonden, dat Hij u zegenen zou daarin, dat Hij een ieder van u afkere van uw boosheden. Hand. 3 : 26

Het laatste van de feesten in het kerkelijk jaar is weer voorbij. Nu zitten we in de 'feestloze' tweede helft daarvan. Hier valt u me echter, al lezend, in de rede.

En u zegt: maar het kan immers toch wel goed worden, ook al zijn de kerkelijke hoogtijdagen voorbij! Dat kan toch iedere zondag, dat kan ook in de week! En dat is waar.

Gelukkig maar. Zo mogen we alweer biddend en hopend de komende zondag tegemoet leven. Toch willen we elkaar wel dit vragen; waren het voor u gezegende feestdagen?

En: waar bestond uw zegen in?

U behoeft mij nu het antwoord niet te geven.

Maar toetst u wel alles, wat u ondervond, aan het woord van God. En om elkaar daarin te helpen, luisteren we met u naar de tekst boven deze meditatie.

Wat noemt deze tekst als zegen van de tijd na Pinksteren? Antwoord: dat Hij een ieder van u, afkere van uw boosheden. Eerst nu iets over het verband. Deze tekst is genomen uit het hoofdstuk, waar in het eer­ , ste gedeelte verteld wordt van de genezing van de kreupelgeborene. In het tweede gedeelte hebben we dan de prediking, die Petrus hield naar aanleiding van deze genezing. Deze prediking was het belangrijkste; daarin stond de Heere Jezus Christus centraal en daar voor was de genezing van de kreupelgeborene de blikvanger. Daardoor immers stonden de mensen een ogenblik stil en kreeg Petrus gelegenheid om in dat moment van stüstand en verwondering het evangelie van Christus te prediken. Het was toch door de verhoogde Christus, dat de kreupelgeborene wandelde en sprong en God loofde. Op die wijze was Hij zegenend bezig vanuit de hemel. Zoals Hij ook zegenend werkzaam was in de uitstorting van de Heilige Geest. En in onze tekst — de slotwoorden van de rede van Petrus tot het toegestroomde joodse volk — wordt deze zegen aldus omschreven: God, opgewekt hebbende Zijn kind Jezus, heeft Hem eerst tot u gezonden, dat Hij u zegenen zou daarin, dat Hij een ieder van u afkere van uw boosheden. Let erop: eerst tot Israël. Daarin ziet u Gods liefde. Tot dat volk, dat Zijn eigen Zoon gekruisigd heeft, steekt God het eerst de handen uit. Tot dat volk, dat zijn Messias gedood heeft, wendt dezelfde Messias Zich het eerst, als Hij de rijkste zegen uitstort van de Heilige Geest. Het is eerst de jood en dan de Griek. Want de genadegiften en de roeping Gods — met betrekking tot het joodse volk — zijn onberouwelijk.

Daarna echter is het heü gekomen tot alle volken, zodat de kerk van alle volken in de beloofde zegen delen mag. De zegen, die Jezus verworven heeft, doordat Hij Zelf tot een vloek werd. Opdat Hij u zegenen zou: daarvoor staat Hij in de prediking telkens weer aan de deur van uw hart en Uopt. Wilt toch Zijn stem horen! Lat u door Hem zegenen!

Daartoe wordt Hij tot u gezonden. Want toen de Heilige Geest kwam, kwam Christus Zelf in de Geest tot u. En waarin bestaat dan de zegen, waarmee Christus u zegenen wü? Antwoord: dat Hij een ieder van u afkere van uw boosheden. Misschien had u zo kort na Pinksteren een andere omschrijving van de zegen ver-

wacht, bijv. dit: dat Hij een ieder van u geve de gave om in vreemde talen te spreken, de gave ook om die talen uit te leggen.

In vele groepen wordt op deze dingen zulk een nadruk gelegd, alsof dat de voornaamste zegen is van Pinksteren. Maar Petrus noemt hier als het voornaamste van de zegen, waarmee Christus in de Heilige Geest tot Zijn volk komt: dat Hij ons afkeert van onze boosheden.

Dat is een vreemde zegen, die beschamend en ontdekkend werkt.

Wij zouden een zegen willen, waardoor we wat groots werden voor de mensen; dat de mensen zouden zeggen: dat is nog eens een christen, die kan ervan getuigen, of: die kan zo in tongen spreken!

Maar hier zien we het anders. Als Hij zegent, maakt Hij kleine mensen, die hun hart zien als de bron van alle boosheid. En dat is zegen: als we leren klagen over al die boosheden tot God.

Dan is de Heere bezig om ons afkerig te maken van onze boosheden. Dat is onmisbaar. Voor ons is het onmogelijL Wij willen niet vernederd worden. Maar de Heere strekt heden Zijn handen naar u uit, 'opdat Hij een ieder van u afkere van zijn boosheden'. Hebt u last van boosheden? Voelt u hoezeer uw hart daarin verstrikt is? Ga in uw gebed tot Hem. Bij Hem is bekering mogelijk. Nu behoeft niemand van ons onbekeerd verder te leven en straks te sterven. Jezus is bereid om u af te keren, u te bekeren van uw boosheden. En Hij doet het zo grondig.

Want Hij leert ons zien wat we God door onze zonden aandeden en wat we er door bedorven hebben in het leven van onze medemensen.

Hij leert ons zien, dat het mijn boosheden waren, die ik dagelijks doe en denk en begeer, dat die het waren, waardoor Jezifsfe moest sterven als een boosdoener. En wip dat ziet krijgt een afkeer van zijn slechte onreine hart en daden. Maar Jezus openbaart ook aan het verslagen hart dat er vergeving is voor al onze zonden, en dat er bij Hem kracht is om ook de macht van de zonde te breken.

Met deze zegen wil Hij een ieder van u komen bezoeken. Kinderen vallen er ook onder. Heb je last van het verkeerde in je hart?

Bij Jezus is kracht om je ervan te verlossen. Jonge mensen, gevoelen jullie de neiging naar dat wat God juist verboden heeft, en dat het boze er gemakkelijker bij je in gaat dan het goede? Ga er mee tot Hem. Het mag, want Hij zegt het Zelf in de tekst.

Het is Zijn begeerte om u daar mee te zegenen. Ouderen, gevoelt u zich door al de boosheden van uw leven schuldig en gewond tot diep in uw ziel? Bij Hem is genezing voor alle wonden. Hij heeft de kreupelgeborene genezen. Maar Hij begint daar waar de kwaal schuilt: in ons hart. Daar kan de cultuur, de wetenschap, de ontwikkelingshulp geen genezing werken. Dat kan Jezus alleen. Dat is één van de zegeningen van Pinksteren. Hij kan zeggen en maakt het waar:

Zie, Ik maak alle dingen nieuw!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zegen na Pinksteren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's