Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote bedreiging voor de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote bedreiging voor de kerk

Feminisme

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als de voortekenen niet bedriegen komt de grote aanval op het wezenlijke van de kerk in de toekomst van het feminisme. Die toekomst is eigenlijk al begonnen en als ik dan over kerk en feminisme spreek bedoel ik met name de feministische theologie. Telkens als zich in deze tijd en deze wereld een nieuw verschijnsel ging aftekenen op de agenda van de wereld, die vervolgens in de kortste keren ook tot kerkelijke agenda werd gemaakt, werd daar korte of lange tijd daarna een theologie ondergeschoven.

Ten aanzien van de wereldarmoede ontwikkelde zich een theologie van de armen. In de kwestie van de rassen dook de black theology, de zwarte theologie op. Vandaag ontwikkelt zich nota bene ook een 'flikkertheologie'.

Welnu, zo maakt zich in deze tijd, nu het feminisme in de wereld aandacht vraagt voor de positie van de vrouw, ook eenfeministische theologie' breed.

Elk van zulke toegespitste theologieën vertoont de neiging om steeds sterker te radicaliseren. Dat móét ook wel als men telkens weer wat nieuws wil brengen, terwijl het maar om één aandachtsveld gaat. De Schrift wordt tot dat aandachtsveld verengd.

Overigens zijn al deze theologieën te vangen onder de ene noemer van de bevrijdingstheologie, waarin de onderdrukten, de gediscrimineerden centraal staan.

Vooropmerkingen

Voordat ik kom tot de kern met betrekking tot de grote dreiging, die zich aftekent, wü ik eerst wat opmerkingen vooraf maken. Dat er in de wereld schreeuwende wantoestanden zijn inzake de man-vrouwverhouding is zonneklaar. Mannen hebben vaak macht en willekeur uitgeoefend als het ging om de bejegening van de vrouw. In allerlei landen van de wereld komt het nog voor dat de vrouw niet meer is dan slaaf, machtsobject, lustobject. Dat in zulke situaties — en ze zijn er soms ook heel dichtbij — aandacht wordt gevraagd voor de verheffing van de vrouw uit haar vernedering is niet alleen juist maar ook geboden. Dat is ook christelijke opdracht. Juist in Israël was — en het was een getuigenis naar de omringende volkeren toe — de plaats van de vrouw in hoge ere. De Schriften van het Oude en Nieuwe Testament leggen daar op vele bladzijden getuigenis van af

Als we verder over de grote dreiging spreken bedoelen we ook niet af te dingen op doordenking van de plaats, die de vrouw in de gemeente, met de aan haar geschonken gaven, mag innemen. We mogen ons vandaag ook in eigen kring verheugen in bloeiend en telkens weer nieuw opbloeiend vrouwenwerk. Daarin staat de bezinning op de bijbelse plaats van de vrouw ook centraal.

Zélfs bij de behandeling van de kwestie 'vrouw in het ambt' in de vijftiger en zestigerjaren ging het nog om doordenking van de plaats, die de vrouw in de gemeente naar de Schriften mag innemen. Hoezeer toen de emancipatie van de vrouw al speelde, van het huidige, radicale feminisme was nog geen sprake. Voorstanders en tegenstanders van de vrouw in het ambt probeerden elkaar met argumenten uit de Schrift te overtuigen van hun gelijk.

Schriftbeschouwing stond echter tegenover Schriftbeschouwing en daarom blijft de kwestie zelve tot vandaag een heet hangijzer in de kerk. Maar wat toen speelde is nog maar kinderspel bij wat ons te wachten staat.

Toen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond een aantal jaren geleden het moderamen van de synode verzocht de brief van 'Visitatoren ^Generaal', geschreven direct na toelating van de vrouw tot het ambt, nog eens toe te zenden aan de gemeenten, omdat daarin dringend werd gevraagd de gevoelens van de bezwaarden te ontzien, werd dat niet wijs geacht omdat dan de hele feministische beweging te hoop zou lopen.

Terzake

Daarom kom ik nu snel terzake. Ook de feministische theologie ging aandacht vra­ gen voor Schriftplaatsen, waarin de vrouw een rol speelt of een plaats heeft. Al spoedig werden die Schriftplaatsen omgebogen tot revolutionaire strijdliederen. Ik denk hier aan de lofzang van Maria, waaraan de revolutie, de strijd om de bevrijding van de vrouw werd ontleend. Daarbij werd terzijde gelaten, dat de verheffing van Maria uit haar lage staat alles te maken had met het feit dat zij, een vrouw uit het stof verrezen, de Zaligmaker mocht voortbrengen. Wanneer dat element in de bevrijdingstheologie echter aan de orde is, gaat het ook slechts om Jezus als Bevrijder. Welnu, hier is de verbastering van hetEvangelie al volop aan de gang. Het gaat niet meer om Jezus als Verlosser, Verzoener, Heüand, Redder, Zaligmaker of welke namen we voor Zijn verheven werk, tot uitdelging van zonde en schuld door Zijn kruislijden, ook hebben. Het gaat hier om een Jezus, die vooropgaat in de bevrijding, die — zoals het ten tijde van de revolutietheologie heette — voorop gaat de barricaden op. Recent hoorden we het Apostolicum citeren in een vertaling afkomstig uit de Latijnsamerikaanse bevrijdingstheologie. 'Geboren uit de vrouw Maria' heette het daarin. Niemand kan ontkennen dat Maria vrouw is geweest. Maar het Apostolicum heeft met de duiding maagd Maria de belijdenis in zich dat Christus van Hoger Orde is, dat Hij is waarachtig God en waarachtig mens. In de bevrijdingstheologie gaat het nog slechts om de (een) mens Jezus.

Het eigenlijke

De huidige feministische theologie gaat nog weer een aantal stappen verder dan alle bevrijdingstheologie, die daaraan vooraf ging. Werd in de bevrijdingstheologie reeds God vermenselijkt en daarin de Schrift in haar uitleg verbasterd, in de feministische theologie richt de aanval zich nu rechtstreeks op God, in die zin dat het Qo& sbeeld, waarin God Zich in de Schriften Zélf openbaart, bestormd wordt. Wij mogen van God geen gesneden beeld maken maar de Schrift openbaart ons van God Zélf uit Wie Hij is en hoe Hij is, als Hij zich 'mensvormig' aan ons voorstelt. Als het God dan behaagt — Hem, de Hoge de Verhevene — om Zich in Zijn Woord als mannelijk te openbaren, dan zullen we daarin God God laten. Welnu, dat bijbels Godsbeeld moet er nu aan geloven.

God openbaart zich in Zijn Woord als Vader. De feministische theologie stelt aan de orde, dat God ook best als moeder mag worden voorgesteld. Zit men eenmaal op dat spoor dan is er geen houden meer aan. Allerwegen ontwaren feministen, niet alleen in kerk en theologie maar ook in de Bijbel zelf sexistisch taalgebruik. Dat wü zeggen: taalgebruik dat de man bevoordeelt boven de vrouw. Het zal wel niet zo lang meer duren of er komt één of andere vrouwenbijbel. Een bijbel waarin alle aanduidingen voor God, geschreven in mannelijke zin, worden omgevormd tot aanduidingen in vrouwelijke vorm.

Ik geef een actueel voorbeeld. Binnen de (wereld)diakonaten is vanjaar tot jaar aan de orde onder welk motto het werk moet worden gedaan. Zo waren er de thema s 'Honger is onrecht', 'Gaven delen wereld-

wijd'. Dit jaar is het thema 'Van God is de aarde'. Daarachter zit evenwel een fundamentele discussie. Dit motto is rechtstreeks ontleend aan het woord uit Psalm 24:1: De aarde is des Heeren'. Uit de feministische hoek van de kerken komt dan echter het verwijt dat dit niet kan. 'Des Heeren', dat is al te mannelijk, dat moet je overal gaan uitleggen. Zelfs het argument dat hier des Heeren en niet het onmogelijke 'van de Heer' staat (want dat klinkt inderdaad menselijk-raannQlijk) kon geen genade vinden.

Als zulke discussies nu moeten worden gevoerd omtrent woorden, die rechtstreeks aan de Schrift zijn ontleend en waarin het helemaal om de Godsnaam gaat, dan hoeft het voor mij niet meer. Ik kan leven met het motto, dat nu is gekozen, al kan men zich überhaupt afvragen of de Godsnaam in een motto moet (mag) voorkomen. Maar zoals het er nu staat heeft het getuigeniswaarde: de aarde is van God. We moeten ons echter niet vergissen als het gaat om de vraag welk Godsbegrip daar bij de feministen achter zit. En daarom zeg ik, dat de grote (be)dreiging voor de kerk komen zal van de kant van de feministische theologie. En dat temeer omdat in een tijd van kerkverlating de vrouwen het het langst vol (lijken te) houden.

De praktijk

De praktijk van het kerkelijk leven zal, naar het zich laat aanzien, zijn dat ambtelijke posten niet alleen in toenemende mate door vrouwen zullen worden bezet, maar dat die ook feministisch zullen worden ingekleurd. Het eerste op zich al is een moeilijke zaak voor diegenen, die met de hand op en het hart bij de Schriften van overtuiging zijn, dat de vrouw niet in het ambt hoort. Maar de discussies in de kerk zullen moeilijker worden als het ook nog een keer gaat om wat de feministische theologie dan aanduidt met sexistisch taalgebruik.

Ik moet eerlijk zeggen dat de keren, dat ik dergelijke discussies heb meegemaakt, me het hart ineenkromp. We spelen zo met de Naam van Hem, die de God van Abraham Izak en Jacob, de God en Vader van onze Heere Jezus Christus is. Terwijl het zo is, dat Mij mensen naar of in Gods beeld geschapen zijn, modelleren we intussen zelf God naar óns beeld en ónze gelijkenis. Hier is sprake van een omkering van alle waarden. Hier is sprake van een satanische verleiding. Ons hart mag beven wanneer we zo God tot in het hart van Zijn Zelfopenbaring zien geraakt.

De kerk is 'wat des Heeren is'. Deze uitleg zal de feministische theologie niet meer kunnen dulden. Dat is te masculine, te mannelijk. Daarom spreek ik van de grote dreiging, die zich aandient. Een kerk, die zich in de Naam van een vrouw-god aandient, belijdt een heidense God en is niet meer de 'kerk des Heeren', de kerk van de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de kerk waarvan Christus het Hoofd en waarvan wij de leden zijn.

Geen reactiehouding

Het zal moeilijker worden, oneindig moeilijker om vanuit Gods Zelfopenbaring te spreken in de kerk. De bevrijdingstheologie is een verbastering van het Evangelie, de feministische theologie is er een overtreffende trap van, een regelrechte aanval op God; voorzover wij mensen overigens God kunnen aanvallen, want Die in de hemel woont zal lachen.

Intussen schuilt er in deze hele ontwikkeling ook het gevaar, dat we van de weeromstuit gaan afdingen op de rechtmatige plaats, die de vrouw naar de Schriften ook in kerk en gemeente inneemt en op de hoge roeping, die zij juist in de haar van God geschonken gaven heeft. Zulk reactiedenken zien we, als we ons niet vergissen, óók opduiken. Achter alles zien we dan het feministisch spookbeeld.

Maar veelmeer nog zal het erop aankomen te getuigen van die God, die wij kennen mogen in het aangezicht van Jezus Christus. Christus zegt: wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Verder zullen we over Hem spreken met eerbied en diep ontzag, gedachtig aan het feit, dat rondom Zijn troon wolken en donkerheid zijn, dat Zijn weg in de zee is en Zijn pad in diepe wateren maar dat Hij desalniettemin wonen wil bij hen, die van een verbroken en verslagen geest zijn, bij armen en ellendigen in zichzelf En Hij troost méér dan een moeder troosten kan.

Wie in de verborgen omgang God kennen mag, krijgt het benauwd wanneer hij in discussies terecht komt, waarin met de Godsnaam gespcjeld wordt.

Ik ervaar het als lastering van de Naam. Het wordt (nog) moeilijker in de kerk.

V. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1989

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De grote bedreiging voor de kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1989

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's