Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op een kruispunt van wegen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op een kruispunt van wegen

Actuele herdenking van dr. Ph. J. Hoedemaker

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een sobere dienst werd afgelopen vrijdag in de Noorderkerk in Amsterdam het 150e geboortejaar herdacht van dr. Ph. J. Hoedemaker, hervormd theoloog in de vorige eeuw, die de degens kruiste met Abraham Kuyper. Hoedemaker heeft in zijn dagen op een kruispunt van wegen gestaan. Zijn vader was met de Afscheiding meegegaan, zijn moeder — een bevindelijke vrouw — was de Hervormde Kerk trouw gebleven. Tegen de zin van vader werd de jonge Hoedemaker in de Afgescheiden Kerk van Utrecht gedoopt. Moeder had namelijk een belofte ontvangen dat haar zoon in de Hervormde Kerk dominee zou worden.

Toen Abraham Kuyper in 1881 de Vrije Universiteit oprichtte werd Hoedemaker daar ook bij betrokken. Maar tijdig brak hij met Kuyper en zijn levensarbeid zou voor een belangrijk deel in het teken staan van de kerkelijke strijd met (tegen) Abraham Kuyper. De Doleantie zag hij als een mislukte oplossing van een probleem, dat daardoor nog meer onoplosbaar dreigde te worden. Het ging hem verder om reorganisatie van de Hervormde Kerk, om kerkherstel van binnenuit, om het recht van de waarheid in plaats van het recht van de meerderheid, om het recht van God in plaats van de rechten van de groep.

Toen hij uiteindelijk zelf afscheid nam van de Confessionele Vereniging, die met de Christelijke Historische Unie verbonden was (van de Bond van Friesch Christelijk-Historischen was hij zelf de oprichter) schreef hij aan jhr. M. A. de Savornin Lohman: 'Dolerenden en Hervormden, Liberalen en Orthodoxen, Gereformeerden en Ethischen, Antirevolutionairen en mannen van de CH richting, allen zijn wij afgeweken, tezamen zijn wij onnut geworden... (slot van de brief) Ik moet er tussenuit, om des beginsels wil, geen nieuwe wijn in oude lederen zakken, daarom onttrek ik mij aan de groep om bij de Waarheid te blijven, die God mij heeft doen zien'.

Geen afscheiding, geen groepsvorming, maar gemeenschappelijke verootmoediging. 'Samen ziek, samen gezond', op die noemer stond de levensarbeid van Hoedemaker. Daarbij ging het hem om 'heel de kerk en heel het volk'. Er was immers een nauwe band tussen kerk en volk vanuit de wordingsgeschiedenis van onze natie! Hoedemaker wilde dan ook een christelijke staat en streed ook op dat front tegen Abraham Kuyper, die een neutrale staat voorstond, waarin de christenen de rechten moesten bevechten langs de weg van de meerderheid der kiezers. Hoedemaker kwam echter op voor het goed recht van artikel 36 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis. Hij schreef daarover zijn befaamde 'Artikel XXXVI onzer Nederduitsche Geloofs Belijdenis tegenover dr. A. Kuyper gehandhaafd'.

Annexaties

In de loop der tijd heeft menigeen Hoedemaker voor eigen kar willen spannen, zowel in kerkelijk als in politiek opzicht.

In de tijd van de Doorbraak beriepen bepaalde Christelijk Historischen, die mee doorbraken naar de Partij van de Arbeid, zich op Hoedemaker. Hij keerde zich immers tegen de 'beginselen' en het organisatiestreven van Kuyper en het ging hem immers om 'heel de kerk en heel het volk'? Men vergeet dan echter dat het Hoedemaker om een christelijke staat ging en om het onverkorte artikel 36 van de NGB. Dit te rijmen met het socialisme van de toen op­ gerichte PvdA is een onmogelijkheid.

Bijna beriep ook de heer A. Kalland, fractievoorzitter van het CDA in de Eerste Kamer (uit de bloedgroep van de CHU), zich op Hoedemaker met betrekking tot de vorming van het CDA. 'Gelukkig' liet hij zich echter zo kritisch uit over de theocratische gedachte bij Hoedemaker, dat een poging om 'Heel de kerk en heel het volk' ook nog eens te verbinden met de verbinding van Rooms en Protestant in de politiek bij voorbaat schipbreuk moest leiden. Immers heeft Hoedemaker zich ondubbelzinnig in zijn tijd gekeerd tegen de rooms/protestantse coalitiekabinetten van Kuyper. De verbinding van Rome en Reformatie in de politiek verdroeg zich naar zijn vaste overtuiging niet met artikel 36 van de NGB.

Hoedemaker en de Bond

Drs. C. Blenk zei in zijn slotttoespraak dan ook terecht, dat het CDA Hoedemaker niet annexeren mocht. Maar — zo voegde hij er eveneens terecht aan toe — de Gereformeerde Bond mag zéker ook Hoedemaker niet annexeren. En dat is juist.

Persoonlijk moet en mag ik echter wèl bekennen veel aan Hoedemaker te danken te hebben met betrekking tot zijn positiekeuze inzake het kerkelijk vraagstuk. Ik weet dat vele 'afgescheidenen' zich zo met hem verbonden hebben gevoeld vanwege zijn geestelijke, bevindelijke benadering van het kerkelijk vraagstuk. Zijn door dr. A. W. Bronsveld 'verward' genoemde tegenkanting tegen de systematiek van Kuyper en diens 'program' van kerkelijke hervorming heb ik als een geestelijke verfrissing ervaren in de verstarde kerkelijke verhoudingen. Hoedemaker had hoop voor dé kerk en voor het volk vanuit het verbond, waar zelfs de door Kuyper afgeschreven Jan Rap en zijn maat een plaats in heeft en houdt. Befaamd is het beeld, dat Hoedemaker tegenover Kuyper hanteerde. Iemand komt een ruimte binnen, waar een ander iemand ligt, die bewusteloos is door kolendamp. De binnenkomende ziet de man liggen, trekt de deur achter zich dicht en vertrekt. In plaats van de deuren en de ramen te openen, zodat frisse lucht kan binnenstromen. 'Zo heeft Kuyper afgeschreven wat wel geestelijk was ziek was maar niet dood', zei Hoedemaker.

Hoedemaker was ervan overtuigd —, en daarin was hij profetisch — dat de waarheid zou zegevieren en dat wat bijna dood was herleven zou. Heeft hij niet gelijk gekregen als we zien hoe in vele gemeenten (zelfs gebieden), waar in Hoedemakers tijd het modernisme of het liberalisme zegevierde, thans de prediking is naar Schrift en belijdenis? De door Kuyper afgeschreven kerk van Jan Rap en zijn maat bleek niet dood te zijn.

Toch mag ook de Gereformeerde Bond Hoedemaker niet annexeren. Bij de oprichting van de Bond uitte Hoedemaker zich kritisch. Hij zag bij de oprichters dezelfde mentaliteit als bij Kuyper in diens organisatie en Doleantiestreven.

Aardig is, dat de voorzitter van de Gereformeerde Bond in de beginjaren schreef, dat hij het helemaal eens was met Hoedemakers leus 'heel de kerk en heel het volk' maar dan wel in die zin opgevat, dat helen gene-

zen is: 'genéés de kerk en genéés het volk'. Maar nee, de Gereformeerde Bond mag Hoedemaker niet annexeren. We hebben echter in deze eeuw wel veel van hem geleerd. We zijn als Gereformeerde Bond ons terdege bewust geworden van onze roeping in de Nederlandse Hervormde Kerk, waarin niet het recht van de meerderheid maar het recht van de waarheid geldt.

Of dan de Confessionelen Hoedemaker annexeren mogen? Hij heeft van de Confessionele Vereniging afscheid genomem in de genoemde brief aan Lohman. Dat is echter een formele aangelegenheid. De vraag is waar vandaag de Confessionele Vereniging staat als het gaat om Hoedemakers 'heel de kerk en heel het volk', verbonden met zijn streven voor erkening van het goed recht van artikel 36 van de Nederlandse Geloofs Belijdenis als belijdenis naar volk en overheid toe.

De Hervormde Kerk op zich

Ik kom nu echter tot het meest wezenlijke. Dr. K. Blei, secretaris generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, heeft in een glasheldere toespraak in de Noorderkerk Hoedemaker getekend zoals hij was. Onder zijn toespraak dacht ik: 'dit is Hoedemaker'. Hij zei intussen dat de Nederlandse Hervormde Kerk van vandaag ondenkbaar was zonder de arbeid van dr. Hoedemaker aan het eind van de vorige eeuw. Ik ben het daarmee eens. Hoedemaker pleitte immers voor kerkherstel, voor opheffing van de Reglementenbundel van Koning Willem I. Dat ideaal van Hoedemaker is bereikt door de aanvaarding van de Kerkorde van 1951, toen de Hervormde Kerk metterdaad uitkwam van onder het juk. Maar is het inderdaad waar dat de volgorde van artikel VIII en artikel X van de kerkorde (over apostolaat en belijden) in de Hervormde Kerkorde aan Hoedemaker te danken is? Ik besef heel best dat prof dr. A. A. van Ruler, die de gedachte aan Hoedemaker (in kerk en staat) levend gehouden heeft, voorstander en pleitbezorger was van die volgorde. Maar wilde Hoedemaker inderdaad, dat het bezig zijn van de kerk in de wereld voorafging aan het belijden van de Naam en de binding van de kerk aan haar belijdenis? Ik geloof dat niet. Ik geloof het daarom niet, omdat Hoedemaker zich zo druk maakte over artikel 36 (evenals overigens Van Ruler).

Hoederhaker heeft voor één ding wél de ogen geopend. Namelijk dat het koninkrijk Gods ook alles te maken heeft met het staatkundig leven. Dr. G. Bos, hoofdbestuurslid van de Confessionele Vereniging, ging in zijn referaat in de Noorderkerk in op de betekenis van Hoedemaker als het gaat om het zicht op het Koninkrijk Gods. Bij Luther is het zo geweest — aldus dr. Bos en hij verwees naar artikel 7 van de Augsburgse Confessie — dat kerk en Koninkrijk Gods samenvielen. Dat is echter niet kenmerkend voor de gereformeerde Reformatie. Christus wordt van Zijn Koningseer beroofd als Hem Zijn macht in de wereld wordt ontzegd. Vanuit de belijdenis van de Koningsheerschappij van Christus over de wereld en de machten kon Hoedemaker theocratisch denken. Zijn theocratie was tegelijk Christocratie. Daarvan heeft hij getuigenis afgelegd in zijn dagen. Daarmee heeft hij de vaderlandse kerk gediend en heeft hij mede middel in Gods hand mogen zijn om de Hervormde Kerk de ge­ volgen van de Doleantie te boven te doen komen en uiteindelijk ook het juk van de Reglementenbundel af te leggen. Intussen had Hoedemaker een zwak voor de Afgescheidenen. Hij bestreed te vuur en te - Zwaard Kuypers Doleantie, zijnde een menselijk program, maar in de Afscheiding zag hij maar al te zeer de schuld van de Hervormde Kerk. In Globaal Bekeken heb ik nog eens afgedrukt het gedeelte uit zijn brief aan Lohman, waarin hij zijn verbondenheid met de afgescheidenen uitdrukt.

Actueel

Dr. Blei heeft in zijn toespraak ook gezegd, dat Samen op Weg ondenkbaar is zonder Hoedemaker. Hij bedoelde daarmee dat de Hervormde Kerk, met de invoering van de nieuwe kerkorde van 1951, belijdende kerk werd en daarmee weer een serieuze gesprekspartner werd voor de 'dolerenden', Wat dan echter niet verdisconteerd wordt is de deconfessionalisering binnen de Gereformeerde Kerken zélf. Is die kerk van vandaag de kerk, die Hoedemaker bedoelde? Het gaat vandaag nog om dezelfde zaken als in de tijd waarin Hoedemaker de degens kruiste met Kuyper maar nu in beide kerken. Het is de tragiek van de geschiedenis, dat de strijd, die Hoedemaker voer-de, als het ging om het beginsel, om het recht der waarheid, thans ook in dié kerk moet worden gevoerd, tegen het ontstaan waarvan Hoedemaker zich zo heeft verzet, omdat men zich niet bekommerde 'om de verbreking der broederen'.

Maar de situatie van vandaag leert ons intussen ook zonneklaar, dat Hoedemakers strijd in de kerk der vaderen nog volop actueel IS. We staan vandaag opnieuw voor een kruispunt van wegen. Er is in enkele weken tijds een groot rumoer ontstaan.-Opnieuw wordt de vraag gesteld of 'de grens' • * • i--1 * T-v-ji ^ met is bereikt. Die vraag wordt met name gesteld vanwege het besluit van de hervormde synode inzake homosexuelen. Helaas dreigt door deze kwestie de nog ingrijpender zaak Van Gennep te worden onder-^ j ^ r ^ , /-TT gesneeuwd. Van Gennep heeft onze Heere en Zaligmaker aangetast. Dat is Hoogsternstig. Wat de synode besloten heeft inzake de homosexuelen is ernstig. Het heeft alles te maken met 'Schrift en belijdenis'. Maar wat Van Gennep gezegd heeft is Hoogstemstig. Dat zal onze hoogste aandacht moeten hebben. Wie het vatte kan vatte het. Onze verontwaardiging en verontrusting zullen evenredig moeten zijn met de ernst van de zaken, die aan de orde zijn. Nu deze twee kwesties — die van Van Gennep en die van de homosexuelen — samenspelen moeten we ons wel afvragen

menspelen moeten we ons wel afvragen waar onze eerste 'keuze' liet. Van Gennep heeft het oude modernisme, t r-j • • .' waarom het in de vonge eeuw ging, weer uit de oude doos gehaald. Natuurlijk in een eigentijds jasje. Maar het gaat om de zelfde ketterij: 'wij, moderne mensen, kunnen niet geloven in wonderen, dus ook niet in de lichamelijke Opstanding van Christus.' Het gaat derhalve ook vandaag opnieuw om een belijdende kerk, om een Christus belijdende volkskerk, om een kerk, die de /-.1 • i j o 1--r^ L 1--JX 1 • Chnstus der Schriften belijdt naar binnen

en naar buiten, ook naar volk en overheid toe. Overigens mag het een wonder heten, dat in een VprV Hip dnnr Knvner afapQphrpvpn komen dat een belangrijke minderheid 'nee' zegt tegen Van Genneps opvattingen en 'nee' zegt tegen een synode, die zich vergrijpt aan het recht van de plaatselijke gemeente. Waar komt die toevoer van nieuw bloed vandaan? Regelrecht vanuit het Schriftverstaan!

Is dan nu opnieuw de (een) grens bereikt? Die vraag is gesteld in 1834 en 1886 en met 'ja' beantwoord. Het is echter tekenend dat we vandaag Hoedemaker gedenken, die 'nee' zei. Ook vandaag geven we — althans dat is mijn diepste overtuiging — de vaderlandse kerk niet prijs aan 'Jan Rap en zijn maat'. Ook vandaag is er maar één uitweg. dat is die van de verootmoediging. Dat is de weg van medelijden met het gruis van Sion. Ik kan geen andere weg gaan. Er is vandaag veel pers-rumoer. De media maken de kerk!? Gods volk vertoeft echter in de binnenkamer om te zuchten aan de troon der genade. Heere sta op over het gruis van Sion. Die bede heeft althans die eenzame, onbegrepen strijder aan het eind van de vorige eeuw mij geleerd,

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Op een kruispunt van wegen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's