Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Heere loven met mijn hele hart...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere loven met mijn hele hart...

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Psalm 9 vers 2 en 3

Wat is het heerlijk als je weet, dat je vakantie krijgt! De vakantiesfeer brengt ons in een feestelijke stemming! Oók koning David is in een feestelijke stemming. Alleen weten we niet precies wanneer. Want er staat, dat hij die psalm heeft gemaakt op 'Muth-Labben'. We weten niet, wat dat betekent. Maar misschien is koning David wel zo blij geweest over heel veel dingen. En nu denken we misschien, dat deze Israëlitische koning in zo'n feestelijke stemming is, omdat hij veel voorspoed heeft gehad. Maar in deze psalm ontdekken we, dat je niet altijd blij en gelukkig behoeft te zijn, wanneer alles je meezit. Want het vreemde is, dat het deze koning vaak helemaal niet mee zat! David zegt meteen, wat zijn bedoeling met dit lied is: 'Ik zal de Heere loven met mijn ganse hart...' Waarom? Hij zegt: 'Ik zal al Uw wonderen vertellen.' Want Davids vijanden zijn achterwaarts gekeerd, gevallen en vergaan. Blijkbaar was er sprake van gevaarlijke vijanden, maar zij hebben het verloren. Van wie? Van koning David? Ongetwijfeld had David een goed leger. Daarom is het te opvallender, dat deze koning hier zegt: 'Mijn vijanden zijn vergaan van Uw aangezicht!' En dat hij tegen God zegt: 'Gij hebt mijn recht en rechtszaak afgedaan!' En ook: 'Gij hebt de heidenen gescholden, de goddelozen verdaan.' Dat is voor David de grootste vreugde, dat hij in zijn leven heeft geleerd, dat God een Hoog Vertrek is voor de verdmkte. Dat wil zeggen dat Hij een God is, bij Wie wij, als mj het moeilijk hebben, schuilen kunnen. Een God, waar je niet tevergeefs een beroep op doet. Een God, Die je niet aan je lot overlaat. Een God Die leeft en Die Zich om je bekommert. Nu is het de vraag of wij die God óók kennen. Of wij die vreugdevolle stemming van koning David herkennen. God is voor ons gevoel dikwijls vaag en ver. Weinig concreet. We hebben wel van Hem gehoord, maar Hem nooit ontmoet. Als we bidden weten we eigenlijk niet goed tegen wie we spreken. De bange vraag bekruipt u misschien wel eens: Bestaat Hij wel? Soms hebben we het onuitgesproken gevoel, dat Hij er helemaal niet is! Want wat merkt u van Hem? Het is bekend, dat dit voor veel jongeren èn ouderen tegenwoordig een groot probleem is. Want 'geloven', wat is dat? Ja, dat is misschien voor u dat je aan de Bijbel vasthoudt. Dat u in de vakantie de zondag zoals thuis doorbrengt. Dat u probeert een dienst bij te wonen. Maar nu concreet: Wat houdt het voor uw gehele leven in? Wat doet u wanneer groot verdriet en eenzaamheid zich aandienen? Wat maakt het nu voor verschil of u gelooft? Kortom? We weten er in de praktijk maar moeilijk raad mee. Het is allemaal zo vaag! Voor David is het helemaal niet vaag. Want dit is heel concreet: 'Gij hebt de heidenen gescholden, de goddelozen verdaan!' God heeft wonderen gedaan. 'Want Hij zoekt de bloedstortingen. Hij gedenkt dezelve; Hij vergeet het geroep der ellendigen niet!' En kijk eens naar vers 19: 'Want de nooddruftige, de hulpbehoevende zal niet altoos vergeten worden...' Er is verwachting van God! God handelt. God grijpt in! De Heere doet recht en gerechtigheid. Dat kan veel geduld vergen. Maar we mogen vragen, wanneer we de moed dreigen te verliezen: 'Sta op Heere, laat de mens zich niet versterken.' Want mensen denken soms dat alles kan. Maar dan mag u ook tegen de Heere zeggen: 'O Heere! jaag hun vreze aan; laat de heidenen weten, dat zij mensen zijn!' Want de mens blijft mens. En God blijft God! Hij is en blijft de Allerhoogste. Hij regeert. Oók in deze tijd, waarin het lijkt, dat mensen door niets of niemand belemmerd worden in hun onrecht. Waarin het lijkt dat er geen God bestaat en sommigen daarom ook die conclusie trekken. God leeft en regeert. Hij zal de wereld richten in gerechtigheid en de volken oordelen in rechtmatigheden. En David heeft het ondervonden. Aan den lijve. Zijn vijanden niet minder: Zij hebben het tot hun schade moeten ondervinden, dat met God niet te spotten valt. Want God heeft ze gescholden, verdaan en hun naam uitgedelgd. Davids God is geen God 'op papier' maar een levende God. Maar, hoe heeft David nu geleerd en ondervonden, dat de Heere leeft? Dat heeft hij geleerd en ondervonden in de moeiten en zorgen van het leven en door veel strijd. Hij zegt, vers 11: 'En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij Heere, niet hebt verlaten dege­ nen, die U zoeken.' Het is zaak, dat wij de Heere in ons leven nodig leren krijgen. En dat is vaak in omstandigheden, waar we niet naar verlangen. In momenten, waarin wij merken, dat wij het niet meer alleen af kunnen. Als je in nood zit, want dan heb je een Helper nodig. David heeft vaak in nood gezeten. En wat deed David dan? Dan zocht hij de Heere. En hij moest dat vaak doen met veel geduld en volharding! En hij heeft dat gedaan met vertrouwen. In het geloof en de verwachting, dat het goed zou komen. Omdat hij er op vertrouwde, ja omdat hij in zijn hart zeker mocht weten, dat de Heere niet verlaat degenen, die Hem zoeken. Ziet, in dat geloof mocht David nu leven en dat geloof mocht David nu beoefenen in zijn leven en gebeden. Hij hield het bij de Heere en op de Heere.

Dat was zijn leven. Dat was de praktijk! In alles, door alles heen. Hij liet niet af de Heere alles voor te leggen. David begon bij de Heere, hij eindigde met de Heere. En als hij het moeilijk had en er was niet meteen uitkomst, dan zei hij niet: Ik houd het met de Heere voor gezien, neen, dan bad hij de Heere des te sterker. Want dat kon niet, dat de Heere degenen, die Hem zoeken zou verlaten. En dat de Heere geen Rechter meer zou zijn. Herkent u dat? Want juist in de moeiten en zorg wordt de Heere ons dikwijls bekend, wanneer we het vol mogen houden Hem daarin te zoeken. Ja de Heere toont Zijn nabijheid in die ogenblikken, wanneer wij het niet meer weten. Wanneer wij moeten zeggeni

Onze vijanden hebben zich vermenigvuldigd en zijn sterker dan wij! En wanneer wij moeten zeggen: Het is me teveel geworden! Weet u, Israël werd verlost door de Heere bij de Rode Zee en er was geen weg. Want door het water kan niemand gaan. Maar de Heere liet zien: Mijn weg is door het water en Mijn pad door de zee. Hebben wij dat van Hem al geleerd? Juist ook in de Persoon en het werk van Christus Jezus? Want onze schuld voor de Heere is groter, dan dat wij die kunnen betalen. Zelfs iemand als Paulus voelt zich er ellendig bij. 'Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen van het lichaam dezes doods? ' Het lukt maar niet. Wanneer ik het goede wil, ligt het kwade mij bij! We kunnen het vaak niet eens met onze man of vrouw goed houden of met de kinderen. Juist in de vakantie met al die vrije tijd als we niets om handen hebben. En wilde u het zo? Maar het gebeurt! Zo oppermachtig is die vijand, de zonde. Oppermachtig? Neen, want de Heere is de Allerhoogste. In Jezus Christus heeft Hij die machtige vijand overwonnen. Hij wil het óók in uw en jouw leven laten zien! Hoe? Door uw schuld weg te nemen, uw hart en uw leven te vernieuwen. Door van u een ander mens te maken. Een jongen, een meisje. een man of vrouw, die de Heere kent. Uit eigen ondervinding! Omdat u het heeft meegemaakt en nu kunt zeggen: Toen was Hij mijn Hoogvertrek! Toen heeft Hij mij recht gedaan. En toen heb ik het meegemaakt, dat de goddeloze zich verstrikte in het boze werk van zijn eigen handen. En toen heb ik het zelf gemerkt, dat de Heere de nooddruftige niet vergeet! En dat de verwachting van de ellendige niet verloren is! Dat maakt intens blij! Vooral als je dat in de Heere Jezus mag merken. Want u voelt hoe u onuitsprekelijk blij bent van binnen, omdat u merkt, dat u rustig wordt als u let op het bloed van de Heere Jezus. En u weet het héél zeker: Hij is voor mijn schuld gestorven en nu is het écht goed. Hij zal mij helpen. Oók als ik ga sterven. Dan zal het óók goed wezen, eeuwig goed! Want dan mag ik voor eeuwig bij Hem komen. Hij zal helpen! Want Hij is mijn Verlosser. Wat een vrede geeft dat geloof, dat Christus kent. En wat een vreugde! Een vreugde in God door Christus Jezus. Daarom: 'Ik zal de Heere loven met mijn ganse hart; ik zal al Uw wonderen vertellen!' Wij zullen het er druk mee krijgen tijdens onze vakantie en straks thuis!

Bennekom,

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Heere loven met mijn hele hart...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's