Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 'Kerk en Theologie' troffen we het volgende overzicht van de ontwikkeling van het aantal studenten in de theologie.

Openbaar Gereformeerd Rooms-Katholiek Leiden Groningen Utrectit AA'dam UVA 200 195 509 153 A'dam VU Kampen 1 Kampen II Apeldoom 273 361 149 83 Nijmegen A'dam KTUA Utrecht KTUU Tilburg Heerlen 191 105 183 259 154 1987 1977 1057 1402 866 1083 892 938

Op grond van de statistische gegevens omtrent de aantallen lidmaten der verschillende kerkelijke groeperingen kan moeilijk anders verwacht worden als dat deze daling van het aantal theologische studenten in de periode 1987-2000 zich verder zal voortzetten.

In Ecclesia (orgaan van de Vrienden van Kohlbrugge) staat de rede afgedrukt die drs. A. de Reuver op de laatstgehouden conferentie van de vrienden van Kohlbrugge hield. Hier volgt het aansprekende slot van dit referaat:

Om te illustreren hoe Kohlbrugge juist het aangevochten geloof weet vast te klinken in deze onophefbare eeuwigheidsgrond, rond ik af met een ervaring uit Kohlbrugge's pastoraat te vermelden, waarvan hij zelf verslag doet aan het slot van zijn avondpreek op 17 december 1871. Zijn tekst was uit Hosea 2: 'Ik zal u l\/lij ondertrouwen in eeuwigheid'. Hij vertelt dan: 'Eens werd ik geroepen aan het sterfbed van een man die in diepe duisternis verkeerde omdat hij alles kwijt was. Kwijt? Was er dan toch ooit iets geweest? Ja. Lang geleden was hij krachtig geraakt door een Bijbelwoord. Welk? Hosea 2: "Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid".

— Hoe lang is dat geleden, vroeg ik.

— 35 jaar!

— Wat heb je toen eigenlijk precies gelezen?

— Ik zei al: "Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid".

— Dat stéét er niet! — Wat zegt u?

— Dat het er niet staat!

In 'Op weg met de Ander' (herv. geref. gehandicaptenzorg) hadden mevr. A. D. Ooms-Slob (Giessenburg) het volgende 'gedicht dichterbij', getiteld 'De moeder':

Verbitterd sprak hij, In 't zadel wendend:

Vaarwel, o moeder!

Nooit keer ik weer... En door de lanen Zag zij hem gaan en Sprak geen vervloeking, maar weende zeer.

Sprak geen vervloeking... Doch, bijna blijde. Beval den maagden:

Laat immer meer Zijn zetel staan en De lampen aan en De poort geopend, de slotbrug neer

Maar toen na jaren

Melaatse zwerver Ter poorte klaagde: Uw zóón keert weer... Zag zij hem aan en Vond gene tranen.

Voor zó veel vreugde geen tranen meer.

Dit is een gedicht van Geerten Gossaart. Deze dichter werd in 1884 in Rotterdam geboren en zijn naam is Frederik Carel Gerretson.

Hij schreef dus zijn gedichten onder een andere naam, en dat noemen we dan pseudoniem.

Hij was letterkundige, politicus en historicus. Een groot geleerde dus, een zeer productief leven. Voor een klein deel is zijn leven gevuld geweest met het schrijven van poëzie. Met de bundel 'Experimenten' heeft hij zijn naam gevestigd als een dichter van groot formaat.

Het thema dat telkens weerkeert in zijn gedichten is de verloren zoon.

Toen u dit gedicht las — De moeder — dacht u waarschijnlijk ook direct aan de gelijkenis van de verloren zoon, uit Lukas 15.

Een verschil is er wel, niet een vader, maar een moeder, ziet uit.

De moeder beval de gedienstigen in dit gedicht; laat de slotbrug neer de poort open de lampen aan en laat zijn stoel staan.

De vader uit de gelijkenis van de verloren zoon wachtte ook altijd op de thuiskomst van zijn zoon.

En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader.

Prachtig wordt in dit gedicht — in de derde strofe — de thuiskomst weergegeven.

Na jaren keert hij weer als een melaatse zwerver. Klagend zegt hij: Uw zoon keert weer...

En de moeder is er en ze ziet hem aan en vond geen tranen, voor zóveel vreugde geen tranen meer! De gedichten van Geerten Gossaart kunnen nog altijd ontroeren en bezielen.

Een eenvoudig taalgebruik hateerdedeze dichter en daardoor zijn ze zo hanteerbaar.

De schoonheid van de taal is voelbaar bij deze dichter.

Godsdienst was voor deze dichter geen zaak van het verstand, maar van beleven.

Geerten Gossaart overleed in Utrecht in 1958. Ik besluit met een uitspraak van deze dichter: Het is geen verdienste dichter te zijn.

Indien iets, dan geldt hier Gezelles uitspraak, 'geen kunst maar gunst, heb je ooit een geridderde nachtegaal gezien? '

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 1989

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 1989

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's