Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. J. P. Versteeg, Geest, ambt en uitzicht, uitg. J. H. Kok, Kampen, 198 blz. prijs ƒ 28, 75.

Een boeiende bundeling theologische opstellen van de hand van de in 1987 helaas zo jong overleden Nieuwtestamenticus van de Apeldoomse Theologische Hogeschool der Christelijke Gereformeerde Kerken. Waardevolle artikelen in theologische en andere tijdschriften lopen soms het gevaar tussen de wal van de actualiteit en het schip van wetenschappelijke uitgaven terecht te komen in een onverdiende vergetelheid. Het is daarom een toe te juichen initiatief van mevrouw Versteeg om dit belangrijke werk van haar man aan die vergetelheid te ontrukken. Ik doe een greep uit de rijke inhoud van dit boek om de liefhebbers van bijbelse theologie te bewegen tot aanschaf van dit boek: hristus en de Geest (1978), wat ook de titel van zijn dissertatie in 1971 was, Het fundamentalisme en de historische betrouwbaarheid van de Schrift (1982), Het mensbeeld in de Bijbel (1973), De beteke­ en nis van de uitdrukking 'De engel der gemeente' in de Openbaring van Johannes 2 en 3 !", (1981), De continuïteit van heden en toekomst volgens het Nieuwe Testament (1972) waarin het thema doorklinkt van de inaugurele rede waarmee prof Versteeg in 1969 zijn ambt van hoogleraar aanvaardde ('Het heden van de toekomst') en Het behoud van gans Israël volgens Romeinen 11 : 26 (1981). In het werk van prof Versteeg staat een aantal themata centraal. Eén daarvan is wel zijn bezig zijn met de vragen rond gemeente en ambt. n.

Versteegs bijdrage aan de Zuidafrikaanse bundel 'Gereformeerde Ampsbediening' uit 1988 is ook te lezen in dit boek onder de titel: Het karakter van het ambt volgens Efeziërs 4:7-16. We vinden hierin een voortborduren op het thema van een eerder verschenen studie 'Kijk op de kerk' met als ondertitel: e structuur van de gemeente volgens het Nieuwe Testament. Op basis van de exegese komt Versteeg tot de stelling dat de structuur van de gemeente te omschrijven is als een charismatische structuur. Dat wil zeggen: od geeft iedere gelovige zijn eigen gave = charisma. En binnen deze structuur heeft het ambt zijn eigen en tegelijk onmisbare plaats gekregen. De vraag die zich dan aandient, is deze: oe verhouden die twee zich dan binnen de gemeente? Alle werk in de kerk wordt in het NT gekarakteriseerd door het woord diakonia dat dienst betekent, aldus de openingszin van Versteegs artikel. Dat woord 'dienst' mist elk element van een machtspositie van een meerdere tegenover zijn mindere. Waardoor wordt een dienst een ambt in de gemeente? Want ieder ambt is wel een dienst, maar niet iedere dienst is een ambt. Wel, is daarop het antwoord, een ambt is een dienst van sommigen in de kerk ten dienste van het dienen van alle anderen in de kerk. Anders gezegd: et ambt is er ten dienste van het charisma. Het ambt is middel en geen doel in zichzelf Het charisma schenkt God aan alle gelovigen, het ambt slechts aan enkelen. Het ambt hangt vooral samen met het institutionele aspect van het kerk-zijn. Prof Versteeg werkt deze stelling, die we al kenden uit 'Kijk op de kerk', dan verder uit aan de hand van een grondige exegese van Efeze 4. Duidelijk wordt dan hoe God de ambtsdragers heeft bedoeld om de charismata in de gemeente optimaal te laten functioneren. De toerusting van de heiligen is het doel van het werk van de ambtsdragers, zodat de gelovigen als leden van het lichaam van Christus aan hun doel mogen beantwoorden. Het Griekse woord 'haphè' vertaalt Versteeg met 'pees', 'spier'. De plaats van de ambtsdragers is te vergelijken met de plaats van de pezen in een lichaam.

Tweeërlei functie ligt daarin opgesloten: et coördinerende waardoor vastheid aan het lichaam wordt geboden èn het stimulerende, voedsel verschaffende. Het lichaam van Christus moet steeds gevoed worden. Het charisma der gelovigen is zo afhankelijk van het ambt van de ambtsdrager. Zo is het ambt nimmer doel in zichzelf Het vindt zijn doel in het charisma. Het is te verstaan dat bij zo'n visie op het ambt, heel kort bij de gelovigen gehouden, het zicht op de positie van de vrouw in het ambt verschuift. Immers, ook vrouwen zijn gelovigen, bedeeld met charismata. Waarom zouden ze dan ook niet dienstbaar gesteld mogen worden via ambtelijke verantwoordelijkheid tot opbouw der gemeente? Het charisma is het specifieke van de nieuwe bedeling immers? En daarin is toch geen onderscheid tussen man en vrouw? Het viel me op dat Versteeg wel in 1985 deze vragen oproept, maar niet meer in dit artikel uit 1988. Intussen blijkt wel dat naast het boeiende van de visie op de structuur van de gemeente hier toch ook wel vragen opdoemen. Moet niet veel meer ook het 'tegenover' van het ambt onderstreept worden? Geeft Efeze 4:11 niet zelf daartoe aanleiding als er staat dat God in Christus de ambten heeft gegeven. Goddelijke verkiezing is toch het wezen van het ambt? Door de dienst van ambtsdragers is het toch God Zelf die spreekt? Het zijn gezanten van Christus' wege. Via de ambten voltrekt zich het roepen van God. Het ambt rust niet in de erkenning door de gemeente maar in de roeping van Christus' wege. In de ambtelijke dienst gaat het toch om de Christokratie, zo hebben Calvijn en Bucer benadrukt. Hoezeer het waar is dat het ambt midden in de gemeente staat, geen doel is in zichzelf staat het tevens ook tegenover de gemeente. Maar dan wel als het tegenover van het Woord. Het gezag van Christus over Zijn gemeente komt in het ambt mee naar de gemeente toe. Vanuit deze accenten, die ook in het NT volop aanwezig zijn, blijft het Schriftuurlijk de vrouw in het ambt af te wijzen. Ook al wil daarmee niet gezegd zijn dat de vrouw geen taak en roeping zou hebben binnen de gemeente. Veel meer dan wij onder ons gewend zijn aan haar te geven. We hebben van de gaven die God ook aan de gelovige vrouw heeft gegeven veel meer gebruik te maken dan nu soms gebeurt.

We breken de bespreking van dit rijke boek hier af Het boek bevat ook de tekst van de toespraak die prof Van 't Spijker hield bij de academische herdenking van prof Versteeg. Een waardige en treffende typering van Versteeg als 'theoloog van de Heilige Geest'. Verder is opgenomen een complete lijst van de publikaties van prof Versteeg. Een tekstregister verhoogt de waarde van het boek ten zeerste. De titel lijkt me niet geheel juist gekozen. Het had meer in de lijn van Versteegs arbeid gelegen, dunkt me, om het boek 'Geest, ambt en toekomst' te noemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's