Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van Kerst tot Pinksteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van Kerst tot Pinksteren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verhaal gaat dat er een dominee moet zijn geweest die op Eerste Kerstdag de gemeente liet zingen Psalm 68 vers 9: 'Gij voert ten hemel op vol eer; De kerker werd Uw buit, o Heer! Gij zaagt Uw strijd bekronen Met gaven tot der mensen troost, Opdat zelfs 't wederhorig kroost Altijd bij U zou wonen.'

In zijn preek (over 'Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond') motiveerde hij de keuze van dit lied door te betogen dat mensen eeuwig zullen wonen bij de Heere als gevolg van het feit dat Hij eerst kwam wonen onder ons. Er moet ook een predikant zijn geweest die tot ontsteltenis van zijn gemeente op Eerste Kerstdag preekte over het vierde kruiswoord: 'Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ' Op Goede Vrijdag verraste hij zijn gemeente opnieuw door zijn tekstkeuze, want toen stelde hij de engelenzang aan de orde: 'Ere zij God in de Hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.'

Voor het waarheidsgehalte van deze verhalen sta ik niet in. Ik geloof ook niet dat het voorbeelden zijn die navolging verdienen. Zelfs in de begintijd van de Reformatie, toen de Synoden nog pogingen deden om de feestdagen af te schaffen als 'paepsche superstition', adviseerde men toch nog om op de zondag voor Kerst te preken 'van de menswordinge onzes Heeren Jesu Christi'. Met Kerst behoort er gepreekt te worden over de geboorte van Christus en op Goede Vrijdag over Zijn dood en be­ grafenis. Toch zaten bovengenoemde predikanten er niet helemaal naast. Ze hadden in ieder geval begrepen dat Kerst en Goede Vrijdag en Pasen en Hemelvaart en Pinksteren alles met elkaar te maken hebben.

Een dalende lijn?

Voor de goegemeente zit er in de opeenvolging van de feestdagen een dalende lijn. Nietwaar, ook onder ons is het Kerstfeest het eerste en hoogste van alle feesten. De Eerste Kerstdag wordt al voorafgegaan door Kerstwijdingen en Kerstvieringen en Kerstzangdiensten. De dag zelf — althans de morgendienst — is qua kerkbezoek een 'topper' die zelfs het record van de vroeger zo populaire Oudejaarsavond heeft gebroken.

Goede Vrijdag laten we maar buiten beschouwing. Het is voor de meeste mensen een werkdag met 's avonds een (matig bezochte) kerkdienst. Pasen mag zich nog in een redelijke belangstelling verheugen, maar hadlt het toch niet bij Kerst. Hemelvaartsdag is in verreweg de meeste gemeenten een dieptepunt, 'het stiefkind onder de feestdagen'. En dan Pinksteren, als het niet op zondag viel zou het er even bekaaid afkomen als de Hemelvaartsdag. Ik ben me bewust met het bovenstaande niets nieuws te hebben gezegd. Ieder kan deze verschijnselen in eigen gemeente constateren.

Een opgaande lijn!

We moeten ons wel afvragen of deze waar-dering van de feestdagen in overeenstemming is met de heilsfeiten die we op die dagen vieren. Want de feestdagen geven eerder een opgaande dan een dalende lijn te zien. Dat de Zoon van God Mens werd, of, zoals Paulus schrijft, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is, is inderdaad van het hoogste belang. Was ons dit Kindeke niet geboren, we waren al te saam verloren...

En toch is Kerst nog maar het begin. Christus' heilige ontvangenis en geboorte waren nodig, wilde Hij als waarachtig Mens onze Middelaar kunnen zijn, de last van de toorn van God tegen de zonde kunnen dragen. Niet in Bethlehem, maar op Golgotha is de zonde verzoend, de ongerechtigheid op één dag weggenomen (Zach. 3 : 9).

Maar ook Golgotha is niet het eindpunt. 'Christus is het Die gestorven is, ja wat méér is. Die ook opgewekt is. Die ook ter rechterhand Gods is' (Rom. 8 : 33-34). Bedoelt Paulus daarmee dat de opstanding van Christus een 'plus' is, in vergelijking met Zijn lijden en sterven? Ik denk dat we de heilsfeiten niet op deze manier tegen elkaar mogen uitspelen. Maar wanneer Christus in de dood en in het graf gebleven was — stel dat dat mogelijk zou zijn geweest! — dan was Zijn offer niemand ten goede gekomen. Want door Zijn opstanding — zegt de Heid. Cat. terecht — kan Hij ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood voor ons verworven had, deelachtig maken (Zondag 17).

In die opgaande lijn staat ook de Hemelvaart. 'Het is u nut dat Ik wegga', zegt Christus. Om met Zijn offer voor het aangezicht van de Vader te treden, oni plaats te bereiden. Maar vooral ook: Indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen' (Joh. 16:7).

Zo wordt Pinksteren het voorlopige eindpunt en hoogtepunt van de christelijke feestdagen. De Heilige Geest komt op aarde en in Zijn Gemeente wonen en werken. Komt Christus en Zijn werk verheerlijken. Vandaar dat Petrus op de Pinksterdag in Jeruzalem een preek houdt, waarin niet de Heilige Geest centraal staat, maar de opgestane en ten hemel gevaren Christus! We zeggen weleens, als iets onmogelijk is: als Pasen en Pinksteren op één dag vallen'. Maar in de preek van Petrus vallen Pasen en Pinksteren op één dag: Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde... heeft dit uitgestort, wat gij nu ziet en hoort' (Hand. 2 : 33).

Het voorlopige eindpunt, zei ik, want hèt eindpunt moet nog komen. De grote dag van de toekomst van Christus. Wanneer God zal zijn alles en in allen. De laatste en tevens de eeuwige feestdag van de Gemeente die gekocht is met Zijn bloed.

De prediking van de heilsfeiten

Wil de gemeente beter de samenhang van, en het verband tussen de heilsfeiten verstaan, dan zal — naar mijn bescheiden mening — de prediking daaraan een belangrijke bijdrage hebben te leveren. Wij, dienaren van het Woord, moeten in de Adventsweken niet doen alsof wij de Messias nog verwachten, en op de Kerstdagen niet alsof het Kind nu pas geboren is! Die nedergedaald is, is Dezelfde Die opgevaren is, verre boven alle hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou (Ef 4 : 10).

Wij kennen immers het Kind van Bethle-

hem ook als de Man van smarten en als de Vorst van Pasen, Die nu in heerlijkheid zit aan 's Vaders rechterhand, Die wederkomen zal met heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden en Wiens Rijk geen einde zal hebben.

Wij moeten, aldus K. Dijk, 'geen ogenblik vergeten dat wij, de nieuwtestamentische gemeente, de Heiland kennen. Die gekomen. Die geboren, Die verschenen is (...) onze Adventsprediking ga heel nuchter uit van het feit, dat wij Bethlehem maar ook Golgotha en Jozefs hof en de Olijfberg en Pinksteren gepasseerd zijn en wachten op onze Heer uit de hemel; zij verlieze geen moment het eenmalige ook van de volheid der tijden en van de voorbereiding van deze volheid uit het oog...' (K. Dijk, De dienst der prediking, pag. 315).

Nergens wordt het verband tussen de heilsfeiten zó nadrukkelijk en compact beschreven als in de lofzang die Paulus aanheft (nota bene aan het slot van een hoofdstuk waarin hij de vereisten voor ambtsdragers aan de orde stelt) in zijn eerste Timotheüsbrief: En buiten alle twijfel, de verborgenheid der Godzaligheid is groot: od is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid' (1 Tim. 3 : 16).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1989

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Van Kerst tot Pinksteren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1989

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's