Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het onmogelijke mogelijk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het onmogelijke mogelijk?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Hervormde kerkorde beginpunt en hoofdlijn voor de toekomstige kerkordelijke vormgeving van de SoW-kerk?
Het zou geen probleem moeten zijn volgens de Raad van Deputaten Samen op Weg.
De 'Verklaring van Overeenstemming' inzake het samen kerk zijn bevat passages waarin van eenstemmigheid in het belijden gewag gemaakt wordt in bewoordingen, die vrijwel overeenstemmen met Art. X over het belijden uit de Herv. Kerkorde. Zo konden de leden van de synoden van onze Herv. Kerk en Gereformeerde Kerken lezen in het rapport voor de gezamenlijke vergadering van woensdag 14 februari jl.
Bovendien werd nog eens de Schets '84 geciteerd, dat een kerkorde als die van de NHK heel goed een overkoepelend dak kan vormen, waaronder de gereformeerde inrichting en boedel kan worden ondergebracht. Dit dak moet een 'open' constructie zijn, dat andere reformatorische kerken — met behoud van integriteit — daaronder een plaats kunnen ontvangen.
De Raad van Deputaten achtte het voorliggende voorstel dus helemaal in de lijn van eerder gedane uitspraken. Hierover werd echter anders gedacht door een aantal leden van de werkgroep Toekomstige Vormgeving.
Prof. G.D.J. Dingemans, drs. J. Kroeze, dr. J. Hendriks zegden hun lidmaatschap op, alsook ds. J. Monteban. Eveneens twee leden van de subwerkgroep Werkorde, prof. dr. A. v.d. Beek en drs. E. Hazelaar stelden hun plaats ter beschikking.
Zij konden niet vinden zich in het standpunt, dat de Raad, na een brief van het Herv. Moderamen van 12 april '89, had ingenomen. Temeer daar door de Raad hun verdere arbeid aan de Schets '88 was opgeschort.
Zij vonden nu een goede pleitbezorger in één lid van de Raad van Deputaten, mr. P. Ingwersen.
Weliswaar was het mogelijk gebleken één rapport op te stellen en de synoden voor te leggen, waarin beide standpunten waren opgenomen, maar toch lagen twee besluitsvoorstellen ter tafel. Eén van de meerderheid binnen de Raad, een tweede van dhr. P. Ingwersen.

Schets '88
Het besluitsvoorstel Ingwersen greep terug op de 'Statuuts-gedachte' van de Schets '88. Een 'Statuut' (Kerkorde in ontwerp) in de vorm van een 'lege huls', waarin gaandeweg bepalingen kunnen worden opgenomen van bindend kerkelijk recht voor de gehele kerk. Een blanco vel papier dus, dat stap voor stap ingevuld moet worden. Dit zou uitzicht moeten geven op een volledig nieuwe wijze van Kerk-zijn.
In 1988 was dit idee reeds geopperd en aan de synoden ter bezinning voorgelegd. Maar door een onverwachte motie van Gereformeerde zijde was het destijds een besluitsvoorstel geworden. Een meerderheid van de Herv. Synode keerde zich er in 1988 tegen, omdat dit niet volgens de door de moderamina gemaakte afspraak was. Bovendien moest van Hervormde zijde de commissie voor kerkordelijke aangelegenheden nog geraadpleegd worden. Dit alles resulteerde in de eerder genoemde brief van het Herv. moderamen.
Dhr. Ingwersen wees de synoden erop, dat zij in oktober '88 zelf de opdracht gegeven hadden verder te werken aan de Schets '88. Door de brief van het Herv. Moderamen achtte hij een wissel omgezet. Hij wees de synoden erop, dat zijn voorstel een consistent beleid was. 'Er zijn wissels gepasseed! U mag dit achteraf goedvinden'!
Hij achtte zijn voorstel op twee punten een goed voorstel: 'Het is een groeimodel en biedt duidelijkheid. U kunt zelf beslissen wat daarin komt. Als de hereniging er is, dan zeg je: Bij die kerk hoort deze kerkorde'.
De Raad stelde echter, dat binnen één jaar, uitgaande van de Herv. Kerkorde, een nieuwe kerkorde feit zou kunnen zijn.
Dhr. Ingwersen zag dit niet zitten. Zijn mening was: 'Alles kan ter sprake komen, dan komt alles ter discussie. Dat gaat tien jaar duren! Weer horen de plaatselijke kerken niets. Achter elke boom zal een nieuw probleem opduiken. Diegenen in de kerken, die hopend op werkelijke vernieuwing, nog niet afgehaakt hebben, horen weer niets!

Verontrusting
In de loop van de discussie had het nieuwe lid van het Herv. Moderamen, dr. J. Hoek zijn verontrusting uitgesproken over een uitlating van dhr. Ingwersen, waarin deze stelde het niet erg te vinden, dat 'sommigen uit de boot vielen', wanneer de vernieuwing er maar kwam.
Ingwersen reageerde nu: 'Mijn zorg zijn de mensen, die door dit soort discussies uit de boot vallen'!
De praeses van de Geref. Synode, ds. Overeem, durfde het na alles, wat te berde gebracht was, niet op een stemming te laten aankomen. Hij wilde slechts een meningpeiling houden.
Eerst kwamen de Herv. Synodeleden aan de beurt. Onder hen werden vijf voorstanders van de visie van mr. Ingwersen gevonden. Kortom: De Herv. Synode stelde zich in grote meerderheid op achter het standpunt van het Herv. Moderamen! Frappant was het volstrekt omgekeerde beeld bij de Gereformeerde Synodeleden.
Slechts enkelen gaven te kennen voor de Herv. Kerkorde als hoofdlijn en uitgangspunt te zijn. Duidelijk werd, wat ook in de lange rij Gereformeerde sprekers al duidelijk was geworden (veel minder Hervormden dienden zich aan!), dat men niet wenste te buigen onder het 'juk' van de Herv. Kerkorde. Hoewel één en andermaal onderstreept was, dat alle artikelen bespreekbaar zouden zijn. En dat juist deze kerkorde sinds 1951 bewezen had in een grote verscheidenheid van meningen 'samenbindend' te kunnen werken.
De standpunten van de beide synoden liggen dus diametraal tegenover elkaar. Na de avondmaaltijd kwamen de gezamenlijke moderamina en de Raad van Deputaten met het voorstel een 'commissie ad hoc' uit de beide synoden in het leven te roepen, die binnen drie maanden een nieuw rapport zou moeten voorleggen, waarin de zo uiteenlopende visies van Herv. en Geref. Synoden tot één visie verwerkt moeten zijn. Volgens ds. Overeem was immers de wil gebleken samen verder te komen.

Onverwacht
Dit onverwachte voorstel behaalde bijna alle stemmen.
Zo staat deze toekomstige commissie voor de schier onmogelijke opgaaf de volstrekt tegengestelde opvattingen bijeen te brengen in een 'stapelcompromis'.
De naast de rails staande treinwagon, waarbij SoW deze dag vergeleken is, moet en zal weer op de rails gezet worden! Het onmogelijke moet mogelijk worden.
Ondertussen is de vraag: Wat deed met name de Hervormde leden zo eenparig stemmen? Bewoog hen de liefde voor Art. X van onze Kerkorde (Over het belijden)? Of was het een voorkeur een 'hotel kerk' met als optie enkele kamers voor Gereformeerden en Luthersen erbij? Dan kunnen alle 'modaliteiten' ook in de toekomst zichzelf blijven. Was het de vrees voor een onbekend statuut en onduidelijke kerkelijke toekomst, waarin misschien niet voor ieder alle speelruimte is?
Waarom stemden de Gereformeerden zo massaal voor een minderheidsvoorstel van één man? Was het angst om onder het Hervormde juk door te moeten? Of vreesde men het spreken over het belijden (de binding aan de belijdenis) in de Herv. Kerkorde?
Zijn velen wellicht dit 'station' reeds gepasseerd, zodat zelfs de herinnering al frustreert?
In ieder geval volgde de grote meerderheid de visie 'Ingwersen' op een 'nieuwe kerk'.
Het in het leven roepen van bovengenoemde commissie is naar mijn mening een bijna blindelings voorbijgaan aan in de meningpeiling duidelijk aangegeven feiten. De voortgang van het Samen op Weg-proces is doel op zichzelf geworden. De werkelijke eenheid, de eenheid in Christus en daarmee de eenheid in belijden, blijkt verder af dan ooit. Beter dan de nu gekozen weg ware geweest het inlassen van een periode van bezinning en gebed. De signalen staan te duidelijk op rood. Het heeft geen zin de wagen nu op de rails te zetten en met geweld in de richting van op rood staande seinen te duwen. Dat moet op verdere moeilijkheden en ontsporingen uitlopen.
Gods Woord roept allen ertoe op één kerk te zijn. Het lichaam van Christus kan niet gedeeld zijn. SoW blijkt om tot deze eenheid te komen steeds meer een onmogelijke weg.
Blijven wij ondertussen de toeschouwers aan de zijlijn?
Wij ontkomen niet aan de vraag of de een­heid der Kerk ons wel ter harte gaat. Voor die vraag stelt niet SoW ons, maar de Schrift zelf. Hoe serieus nemen wij hierbij de woorden van de Koning der kerk, die ons voorhoudt: Maar wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God!?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het onmogelijke mogelijk?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's