Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Messiasbelijdende joden vroeger en nu onder redactie van ds. C. den Boer, drs. M. van Campen en ir. J. van der Graaf, Boekencentrum 1989, 232 pag., ƒ 34,90.

Een vergeten groep die in de kerkgeschiedenis steeds over het hoofd gezien is, is die van de Jezus als Messias belijdende joden. In een bundel van bewerkte radiolezingen die voor de EO gehouden zijn worden ze onder onze aandacht gebracht. De medewerkers, die grotendeels afkomstig zijn van het 'bezinningscomité Israël', laten in hun bijdragen van uiteenlopende aard zien hoezeer zij geboeid zijn door de kennismaking met deze groep belijders van Jezus als de Messias, die veelal een zeer moeilijke positie tussen Kerk en Israël hebben ingenomen. Door de joden niet als mede-joden erkend en door de christenen vaak als te judaïstisch bestempeld, hebben ze nochtans niet de moed verloren om te getuigen van hun geloof dat ze in Jezus de Messias hebben gevonden, die hen niet van hun joodzijn vervreemdt, maar hun juist daarvan de volle waarde van de vervulling wil geven.
De inhoud van het boek biedt allereerst een historische tekening van de positie van joodse Messiasbelijders in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis, van het joden-christelijk begin tot een uitsluitend heiden-christelijke voortzetting na de vierde eeuw van de Kerk, in hoofdstukken van de hand van dr. A. Noordegraaf, ds. C. den Boer en dr. H. Vreekamp. Vervolgens een grote sprong naar de Nadere Reformatie, in het hoofdstuk waarin dr. J. Haitsma het veelbewogen leven van twee Messiasbelijdende predikanten uit de traditie van de Nadere Reformatie op ontroerende wijze beschrijft. Veel aandacht is er ook voor de vorige eeuw en de eerste helft van deze eeuw in de bijdragen van ds. mr. J. Haeck, drs. H. de Leede en drs. M. van Campen over respectievelijk de jodenzending in de vorige eeuw in Amsterdam, de visie op de geschiedenis in chiliastische zin in Da Costa's bijbellezingen en de beweging rond Elim in Rotterdam. Drs. J.A. van der Velden geeft ons in zijn bijdrage een weergave van de diverse meningen die vooral in de periode na de laatste oorlog opgeld doen onder de Messiasbelijdende joden rond het blad 'Hadderech'. Dr. G. Cohen Stuart doet verslag van zijn teleurstellende, vrijwel vergeefse, speurtocht naar een eerlijke, voor joden niet ergerniswekkende, Messiasbelijdende gemeenschap in het Israël van vandaag, en ten slotte schrijft ir. J. van der Graaf over het Zionisme als verbindende schakel tussen Messiasbelijdende joden en christenen. Dit boek biedt ons een boeiend geheel met veel historisch materiaal, en tussen de bedrijven door ook veel wat te denken geeft en wat dienstig kan zijn voor de bepaling van onze houding in de vragen van de verhouding van Kerk en Israël. Een aantal dingen roept nogal wat vragen op. Vooral het artikel van Vreekamp stelt de zaken op scherp, evenals de confrontatie met de opvattingen die in het hoofdstuk over 'Hadderech' worden weergegeven. Duidelijk is dat er ook onder joden die Jezus als de Messias belijden, evenals onder 'heiden-christenen' overigens, geen eenheid van denken is. Ik kreeg de indruk dat ten tijde van de Nadere Reformatie en ook tot voor de oorlog duidelijk andere tonen te horen waren in het getuigenis van joden die in Jezus leerden geloven, dan in de laatste tijd. De joodse predikanten uit de nadere Reformatie, en ook de zendelingen en evangelisten van joodse komaf in latere tijd, hebben hun jood-zijn niet verloochend toen ze tot bekering kwamen; ze bleven zich bewust deel voelen van het volk van het Oude Verbond, maar ze zijn in hun geloof wel tot een onverkort christelijk belijden gekomen, waarin ze geheel in de traditie van de kerk der eeuwen hebben gestaan. Dat kan niet gezegd worden van sommige Messiasbelijdende joden van de laatste tijd, die veel van het belijden van de Kerk der eeuwen als 'Grieks' tussen haakjes zetten. Zo komen ze dicht in de buurt van joodse waarderingen van de persoon van Jezus, die Hem geheel aan de verkondiging van het Nieuwe Testament, vooral de prediking van Paulus, onttrekken. De bijdrage van Vreekamp geeft me de indruk dat een opnieuw plaats geven aan de jodenchristelijk getuigenis binnen de 'heidenchristelijke' kerk een onaanvaardbare relativering van het oud-christelijk dogma met zich meebrengt. Wat hij zegt over het oog-hebben voor de beweging in leer en leven tegenover het statische van het dogma klinkt me teveel als kritiek vanuit een al te absoluut tegenover elkaar stellen van joods en Grieks denken.
Het is een vraag die bij de lezing van dit boek opkomt in hoeverre de parallel van de historische situatie van de joden-christenen in de Kerk van de eerste eeuwen en de positie van Jezus als Messias belijdende joden nu, in een heel andere fase van de historie, werkelijk opgaat. Is het niet te simpel als tussen de regels door gesuggereerd wordt dat de oplossing van de tegenstelling te vinden zou zijn in een terugkeer tot voor Constantijn? Nog een vraag is, wat de bekering tot Jezus als Messias werkelijk betekent. Bij mensen als Duytsch en Da Costa bijvoorbeeld merken we duidelijk een overgang van duister naar licht met achterlaten van veel wat ook in het joodse geloof geestelijke donkerheid was. Bij sommige Jezus als Messias belijdende joden van vandaag lijkt het komen tot geloof in Jezus niets te veranderen aan de joodse wijze van leven en denken, met alle ceremoniële elementen die gehandhaafd worden, besnijdenis en sabbat, etc, en dat ook buiten de levenssfeer van de staat Israël. Het geloof in Jezus is iets wezenlijk belangrijks en bevrijdends wat erbij komt en wat het joodse vol maakt, dat wel, maar betekent het ook geen breuk? Een volgende vraag is of het joodse denken trouwens zo dicht te zetten is naast het Oude Testament. Liet de bekering van bijvoorbeeld Duytsch niet zien dat het ook een bekering was van Talmud naar Tenach? Het lijkt mij in het licht van de prediking van Christus en de apostelen, vooral ook de Hebreeënbrief, niet echt mogelijk tot geloof in Christus te komen zonder radicale consequenties naar veel wat wezenlijk is voor het joodse geloof Paulus bleef in hart en nieren een zoon van Abraham, met hoop voor de toekomst van Zijn volk. Maar er ligt m.i. wel even wat meer verschil tussen Saulus en Paulus dan sommigen ons willen doen geloven.
Het mag duidelijk zijn dat ik, vooral waar het de ontwikkeling van het joods-christelijk denken in de laatste decennia aangaat, blijf zitten met vele vragen. Dat is waarschijnlijk ook de bedoeling van dit boek. Het dient zich aan als een voorziening in een 'duidelijke lacune'. Het is niet de eerste keer dat er iets van en over het leven en werken van Messiasbelijdende joden is gepubliceerd, maar wellicht wel de eerste keer dat verschillende componenten van een gecompliceerde geschiedenis die zoveel eeuwen bestrijkt in een overzicht worden aangeboden. Als zodanig is het een waardevolle bijdrage, waarin het moeilijke gesprek van Kerk en Israël in een bijzonder licht komt te staan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 1990

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's