Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opstandingsgeloof na Auschwitz

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opstandingsgeloof na Auschwitz

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Auschwitz... een naam, die symbolisch is voor alle verschrikkingen in de Tweede Wereldoorlog. Het is plaats, die in de herinnering van mensen na 1945 boven komt, als het gaat om de moord op zes miljoen joden. Het is de naam, die alle vernietigingskampen samenvat. Het christelijk geloof heeft na Auschwitz een geduchte aanvechting opgelopen. Zo is er sprake van een theologie 'na Auschwitz'. Maar niet alleen in de christelijke gedachtenwereld, ook in de joodse religie is Auschwitz steeds aan de orde gesteld.

De wereldwijd bekende joodse schrijver Elie Wiesel heeft in een reeks van boeken zijn verwerking van het leed in de vernietigingskampen beschreven. In zijn boek De nacht beschrijft hij de aankomst in Auschwitz. Een gedetineerde kwam naar hen toe en zei: 'Stakkers, jullie gaan allen naar het crematorium'. Wiesel zegt dan: 'Het leek wel alsof hij de waarheid sprak. Niet ver vandaar sloegen de vlammen uit een grote kuil, reusachtige vlammen. Er werd iets verbrand. Een vrachtauto reed naar de kuil en wierp zijn lading erin: het waren kinderen. Baby's, ja. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien... kinderen in de vlammen.'
In het joodse gebed voor de doden wordt gezegd: 'dat Zijn Naam geheiligd en geloofd zij...' Voor het eerst, aldus Wiesel, kreeg ik bij het aanhoren van dit gebed een gevoel van opstandigheid. En toen hij later met andere gedetineerden getuige moest zijn van het ophangen van lotgenoten, hoorde hij iemand achter zich vragen: 'Waar is God toch?' En binnen in zichzelf hoorde hij een stem, die zei: 'Hier, Hij is hier opgehangen aan deze galg'.

F.O. van Gennep
In zijn boek 'De terugkeer van de verloren vader' komt wijlen prof. dr. F.O. van Gennep ook een aantal malen te spreken over Auschwitz. Hij noemt Auschwitz 'een bij uitstek christelijk drama, dat mogelijk andere culturen niet op gelijke wijze heeft getroffen als de Europese'. Wat mensen heeft geschokt, aldus Van Gennep, is dat God niet bij machte geweest is in te grijpen. 'Wie na Auschwitz nog wil geloven, moet een antwoord vinden op de vraag hoe het mogelijk is, dat de levende God heeft kunnen toezien, hoe zes miljoen joden, het door Hem uitverkoren volk, naar de gaskamers werden gedreven of op andere wijze werden afgemaakt'. Juist een christelijk volk kwam tot een zo systematische en technisch geperfectioneerde volkerenmoord. Voor het eerst in de geschiedenis — zo concludeert Van Gennep — werden vragen als deze niet meer alleen door christenen gesteld maar door de mensheid als geheel.
Het is ondoenlijk om in het bestel van één artikel alles de revue te laten passeren wat Van Gennep dan, tastend naar een antwoord op deze vragen, te berde brengt. Van Gennep komt, als hij de vraag van het lijden, van dìt lijden nader aan de orde stelt, uit bij een mee-lijdende God. 'Zo min als men het lijden van God in en mèt Zijn Zoon kan losmaken van het lijden van God dóór en òm Zijn kinderen, net zo min kan men dat unieke dieptepunt in de geschiedenis op Golgotha losmaken van al die andere dieptepunten en nederlagen: de kruistochten, Auschwitz, de genocide in Cambodja, of ook de dood van één enkel kind'.


Me dunkt dat het een beslissend moment in het boek van Van Gennep is, als hij dan opmerkt dat het geen zin heeft te zeggen dat alle tragedies in de geschiedenis verbleken in het licht van de kruisdood op Golgotha 'als het dieptepunt in de geschiedenis tussen God en mensen'. 'In het lijden en sterven in alle godverlatenheid is er geen méér en geen minder. Godverlatenheid wil zeggen, dat God noch zijn Zoon, noch Zijn kinderen te hulp kan komen krachtens de vrijheid van zijn liefde'.

Van Gennep tekent hier het beeld van de machteloze, mee-lijdende God. Het Kruis en Auschwitz staan op één lijn. Is het daarom dat hij, in de geruchtmakende uitspraken, die hij kort voor zijn heengaan deed over de lichamelijke opstanding van Chris­tus, zei dat hij niet geloven kon dat God één jood weer deed terugkomen uit het graf en 'een lijk deed rondwandelen', terwijl zes miljoen joden in de dood bleven? Er is immers 'geen méér en geen minder'? Auschwitz is niet minder dan Golgotha. Van Gennep valt dan de Duitse theologe Dorothee Sölle bij, die gezegd heeft dat een God, die het lijden veroorzaakt ook bij de overwinning van dit lijden niet meer geloofwaardig is.


Wat gebeurt er — in de visie van Van Gennep — dan in feite nog op de paasmorgen? 'Het is de Vader (cursief van mij, v.d. G.), die opstaat uit de dood van Zijn Zoon en uit zijn dood als Vader. Wij kunnen daarom op de paasmorgen met recht spreken van "de terugkeer van de verloren Vader".
'En vanuit de Zoon bezien betekent de opstanding van Christus, dat de gebeurtenissen op de paasmorgen voor de discipelen van Jezus Christus de gelijkenis (curs. van mij, v.d. G.) zijn geworden, waarin hun het verhaal van de toekomst van Gods Koninkrijk werd verteld. Het wordt hen en ons duidelijk, dat zijn dood wel het einde is van zijn aardse leven, maar niet van zijn bestaan als Zoon van de Vader. Hij blijft ook na Zijn dood de volkomen zelfopenbaring van de Vader.' Hij leeft aan diens rechterhand en zal aan het eind van de tijden de toekomst van gerechtigheid en vrede verwerkelijken.
De typering van de boodschap aangaande de Opstanding als gelijkenis en het leven van de Zoon in de Vader is hier van beslissende betekenis.
Is Christus waarlijk opgestaan? Of is dit een kwestie van gelijkenis? Het geloof, dat náár de Schriften is, belijdt: de Heere is wáárlijk opgestaan!

Kroongetuige
Ik zal de laatste zijn om de geweldige vragen van en ná Auschwitz te bagatelliseren. Het zijn die vragen, die overigens ook een mens kunnen aangrijpen wanneer hij in zijn persoonlijk leven getroffen wordt door diep leed en smartelijk lijden. Waar is dan God? En hoe zit het met Zijn almacht. Is het dan echt waar dat Hij niet bij machte is om in te grijpen en het lijden af te wenden? Is Hij dan echt de machteloze God?
Hoe goedkoop is het intussen niet om even voor ànderen — wat Auschwitz betreft voor de joden — deze existentiële levensvragen dogmatisch op te lossen. 'U moet berusten in uw lot, want God wil het zo', is dan te vlak, te leeg. De Almachtige heeft mij beroerd, klaagt Job. Nu zegt Van Gennep echter, dat wie op één of andere manier Auschwitz tracht te 'plaatsen' een misdaad begaat jegens de slachtoffers.

Maar het christelijk geloof heeft - nochtans! - een andere dimensie, een andere blikrichting. Het mag het lijden zien in het licht van Golgotha. Van Christus in Zijn lijden geloven en belijden we, dat Hij onze krankheden op Zich heeft genomen en onze smarten heeft gedragen. Zo immers, en zo alleen kan God, namelijk in Christus, inkomen in ons menselijke lijden.

Ik kom hier nu bij een onverdacht getuige, bij iemand die zelf het vernietigingskamp aan den lijve heeft ervaren: ds. Jan Overduin. In zijn 'Hel en hemel van Dachau' zegt hij, na een mishandeling: 'Dit was inderdaad een hel. Toch bleef de hemel niet uit. Die daalde toch weer neer. Ik weet nog goed dat ik onder die mishandeling, in de kolen neergetrapt als een hoopje vuil, nochtans altijd in mijn hart zong:

Als ik, omringd door tegenspoed
Bezwijken moet, schenkt Gij mij leven!
Is 't dat mijns vijands gramschap brandt,
Uw rechterhand zal redding geven.
De Heer is zo getrouw als sterk.
Hij zal Zijn werk voor mij volenden.
Verlaat niet wat Uw hand begon,
O Levensbron, wil bijstand zenden.
Dan zijn we toch weer de gelukkigste van de mensenkinderen naar de geest, al zijn wij rampzaligen naar het buitenkantsleven'

Overduin verwijst ook naar psalm 103: 'Loof den Heere mijne ziel... Die al uw krankheden geneest, Die uw leven verlost van het verderf... Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk de toorn behouden... Gelijk Zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt zich de Heere over degenen, die Hem vrezen... Loof den Heere, mijne ziel'.
En tot zijn gemeente zei hij, na zijn terugkeer uit Dachau: 'alles wat ik gepreekt heb in dagen van voorspoed en rust, is waar. God heeft die prediking in de vuurproef gegooid, maar het is als boodschap Gods goud en nog eens goud... En die waarachtig gelooft zal zalig worden. Zalig ook in een concentratiekamp'.

Na Auschwitz
Ook na Auschwitz belijden we de triomf van Christus over de machten. In Auschwitz trad niet Gods machteloosheid maar de radicale verdorvenheid van de mens aan het licht.
Bij Elie Wiesel hing God aan de galg, waaraan mensen mensen ophingen.
Bij Van Gennep is de God, die we belijden ná Auschwitz, een andere dan die van vóór Auschwitz, namelijk de machteloze, meelijdende God.
Voor Overduin bleef het geloof in Gods almacht en liefde echter ongeschokt, kwam juist die liefde door de loutering heen temeer aan het licht.
In Auschwitz ging het geloof in de mens ten onder, maar het geloof in God bleef nochtans levend bij allen, die in Christus het lijden konden dragen. God kan dáárom in liefde naar een verloren mensheid omzien, omdat Hij op het Kruis afrekening hield met onze zonde, schuld en vervloeking. Hoe verschrikkelijk Auschwitz ook was, het is minder, nochtans minder dan Golgotha. De straf, die ons de vrede aanbrengt was op Hem. Door Zijn striemen is ons genezing geworden.
Van Gennep zegt, dat wie vanuit Gods macht denkt in plaats vanuit Zijn onmacht 'God tot de commandant van het executiepeloton van Zijn Zoon maakt'. Maar zo diep ging het er inderdaad door. Christus ging door onder de toorn van God, waaronder wij eeuwig moesten wegzinken. Hij, van God verlaten. Hij voor ons, daar wij anders de eeuwige dood hadden moeten sterven. 'Die ook Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven. Hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken.' Op Golgotha ging het om plaatsvervangend lijden en sterven. En de Vader aanvaardde het offer van de Zoon. Daarom kwam Christus terug uit de dood en zullen de Zijnen met Hem leven.
Niet de Vader stond op maar de Zoon. En de Vader nam genoegen met het offer van de Zoon. Het open graf is daarvan de garantie.

Gericht
In Johannes 5 lezen we dat, zoals de Vader het leven heeft in Zichzelf, alzo heeft Hij ook de Zoon het leven gegéven in Zichzelf. Maar Hij heeft Hem ook macht gegeven om gericht te houden. Het uur komt, dat allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen. 'En zij zullen uitgaan. Die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis'.

Er komt een uur van het gericht. De rechtvaardigen gaan in tot de opstanding van het leven. Omdat het gericht al achter hen ligt. Dan zal aan het licht treden wie die goeden, die rechtvaardigen waren. Er zullen rechtvaardigen zijn, die in verwondering zich vragen: 'Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en gespijzigd, of dorstig en te drinken gegeven? En wanneer hebben wij U een vreemdeling gezien en geherbergd, of naakt en gekleed? En wanneer hebben wij U krank gezien of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?' Maar ze mogen het Koninkrijk beërven, dat God bereid heeft van de grondlegging der wereld af.
Maar die het kwade gedaan hebben staan op tot de opstanding der verdoemenis. Ook de beulen van Auschwitz komen in het gericht. Maar niet alleen zij. 'Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een ieder wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, hetzij goed, hetzij kwaad'

Zalig wie delen mag in de opstanding der rechtvaardigen. Christus verrees uit het graf met het smetteloos witte kleed van Zijn Borggerechtigheid. Hij bracht het Recht aan het licht. Hij bekleedt dan ook de zijnen met het kleed der gerechtigheid. En daarom kan dóór alle Auschwitzen heen en ná alle Auschwitzen in de geschiedenis desalniettemin met Hoop geleefd worden.
Hoop op God, want Ik zal Hem nog loven. Hij is de menigvuldige verlossing van Mijn Aangezicht en mijn God.
Maar de keerzijde van de verlossing is het onverloste leven.
Rechtvaardigen of onrechtvaardigen, dat zijn de twee mogelijkheden. Het is een zaak van leven of dood. Pasen is de triomf van het recht. Omdat het lijden van Christus uniek was. Hij alleen was in de hel, zoals mensen dat nooit hier op aarde kunnen doorleven. Maar Hij alleen bracht zo ook het leven teweeg, dat uit geen enkel lijden tevoorschijn komt.
Lof zij u, Christus. Pasen is de triomf over Auschwitz.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1990

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Opstandingsgeloof na Auschwitz

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1990

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's