Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. R.J. van Pagée, De uitverkiezing, pastorale overwegingen bij enkele misverstanden. Uitg. Kok, Kampen, 60 blz., prijs ƒ 12,90.
Wie geschriften leest waarin de uitverkiezing ter sprake komt, stuit steeds op waarschuwingen voor grensoverschrijdingen. Zo begon prof. Berkouwer zijn studie over 'De verkiezing Gods' (1955) met een regel als: 'Hoe menigmaal heeft niet een misverstand in de verkiezingsleer en een caricatuurvorm van deze leer zich vastgezet en haar gevolgen doen gevoelen tot in verre geslachten!'. En in de evaluatie van zijn studie 'Van Calvijn tot Barth' (1987) spreekt prof. Graafland van een aangrijpende tragiek die het kenmerk is van de geschiedenis van het dogma der verkiezing in de Gereformeerde traditie (blz. 593). En wie komt ze niet nog soms heel aangrijpend tegen in het pastoraat onder met name oudere gemeenteleden: misverstanden terzake de verkiezing Gods waardoor mensen zijn vastgelopen in een kil rationalisme of een ondoordringbare passiviteit. De Christelijke Gereformeerde emeritus-predikant Van Pagée wil met zijn korte en bondige geschrift trachten opruiming te houden in de caricatuurwinkel van Godsbeelden en onnodige gevoelens van moedeloosheid. Op zichzelf is zulk een poging vanuit pastoraal oogpunt toe te juichen. Kennelijk is het steeds moeilijk gebleken de belijdenis van de verkiezing Gods zo door te geven en voor te stellen dat misverstanden uitbleven. Ds. Van Pagée heeft in zijn leven gezien hoe orthodoxe mensen uit de impasse trachten te komen. Een deel van hen hoopt dat ze tot de uitverkorenen horen. Anderen houden zich op de been door de verkiezing helemaal te vergeten. Nog weer een deel begrenst het begrip van de verkiezing door te stellen dat uit-verkiezing altijd is verkiezing tot dienst. Hoe is het steeds weer tot allerlei caricaturen gekomen onder hen, die in de lijn van Calvijn de uitverkiezing hebben beleden als het hart der kerk? Van Pagée ziet als een grote boosdoener het typisch Westerse denken in het subject-object-schema. God is het Subject, dat wil zeggen: Hij doet alles en de mens is object en dat wil zeggen: hij doet helemaal niets. Ziedaar de patstelling. Maar wie als ds. Van Pagée tegen caricaturen wil strijden, moet ze niet zelf oproepen. Ik meen dat hij dat doet als hij schrijft dat het in de lijn van dit denken zo zou zijn dat God een mens schept met daarbij het vaste voornemen dat Hij het met die mens verkeerd zal laten aflopen omdat Hij die mens zou nodig hebben om als de Rechtvaardige God verheerlijkt te worden in de eeuwig tongenkauwende en tandenknersende, verdoemde mens. Ik kan me niet voorstellen dat iemand in Dordt (1618-1619) zo'n voorstelling aangaande de God der verkiezing heeft gehad. Ds. Van Pagée biedt dan als zijn alternatief aan, wat hij noemt, de intersubjectiviteit. De houding en het gedrag van de één wordt steeds bepaald door de houding en het gedrag van de ander. Voor Gods kant is het woord 'verkiezing' kenmerkend. Voor de kant van de mens het 'geloof of het 'ongeloof. De vrij macht van God wordt in deze stellingname zo ver opgerekt, dat er ruimte binnen komt voor de menselijke wil. Maar dan ook weer niet zo dat deze het laatste woord zou hebben. Sleutelregel in het gehele betoog lijkt me wat er dan ergens staat: 'Wij hebben de vrijheid behouden om ons te bekeren òf ons van Hem af te wenden'. Dat is de belijdenis van Dordt op z'n kop. Maar wat nog ingrijpender is: de bijbelse strekking van de verkiezing is zo van z'n kern beroofd. Genade is geen genade meer. Uitverkiezing is voor ds. Van Pagée niet meer dan de garantie voor de mens dat God voor zijn heil instaat. Zo wil hij graag opkomen voor de goedheid van zijn God. God is niet de boeman gelijk hij ten onrechte in veler ogen is geworden. Met dit bedoelen van de schrijver kunnen we meevoelen. Maar is zijn oplossing niet even rationeel als de caricatuur waartegen hij zich keert? Hoort het niet bij de belijdenis van de verkiezing Gods dat wij op grenzen stuiten waarvoor wij eerbiedig halt houden? Moeten we hier niet ootmoedig leren buigen voor het geheimenis Gods? 'Deze belijdenis zal altijd ergernis wekken èn ook moeite geven, totdat ons hart leert bij Christus Gods eeuwig welbehagen over ons, zondaren, te ontdekken. Dàn wordt de moeite weggenomen en dan wordt wat moeite is voor het vlees tot lof voor God in de Geest: uitverkoren in Christus vóór de grondlegging der wereld. Zou die onmetelijke schat van eeuwige, uitverkiezende liefde niet buiten het geloof om voor ons onverstaanbaar zijn?' (prof. J. Kamphuis). Ik heb het geschrift van ds. Van Pagée niet als een werkelijke oplossing kunnen lezen. Bovendien haalt het een dikke streep door het belijden van de kerk waartoe ook de zijne behoort! Dient dit geen konsekwenties te hebben voor hem?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's