Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Strijd om de zondag
Recent onderzoek wijst uit dat een meerderheid van mensen in ons land bereid is op zaterdag en op onregelmatige tijden te werken. Hoewel je tegelijk moet vragen: hoever strekt zo'n onderzoek, gelet op de stakingsacties bij het grootwinkelbedrijf tegen een half uur langer winkelopening op werkdagen? Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat eveneens een meerderheid nu nog niet voelt voor werken op zondag. Prof. drs. K.A. Schippers reageert daarop in Evangelisch Commentaar van 20 april als volgt:

'Gelukkig, lijkt me, maar het is de vraag of de doorsnee werkgever er zo gelukkig mee is. Nederland wordt in de jaren negentig betrokken in een spannende maar waarschijnlijk ook moordende concurrentieslag in het kader van de éénwording van Europa. Ik vermoed dat het niet eens zo erg lang zal duren of ook de zondag wordt geofferd aan de vrijemarkteconomie. Dat is waarschijnlijk alleen maar een kwestie van tijd. Het is veel te duur om een continubedrijf een hele dag stil te leggen. En wat is er mooier dan dat een mens zelf in alle vrijheid (?) haar of zijn uitgaansdag kan kiezen? Maar staat er niet meer op het spel?'

De zondag bedreigd door de economie, door de geld- en genotscultuur. In wezen is dit verschijnsel ook weer niet helemaal nieuw. Ik moet denken aan wat K.H. Miskotte in 1949 schreef over het thema 'Sabbat en zondag' in De Waagschaal: 'De moderne mens jeremieert, dat er nergens stilte meer is. Maar hij is al ééuwen op de vlucht voor de stilte, omdat hij het ruisen van de tijd niet meer als het suizen van de zachte stilte der heilsgeschiedenis verstond. En hij kon dit zo niet verstaan, omdat hij de sabbatdag versubjectiveerd had tot stemmingsdag of verneutraliseerd tot de zoveelste kalenderdag.' En even verder schrijft hij: 'Wee de wereld, die dit voor romantiek houdt. Zij moet verwilderen, heidens en frivool, of kerkelijk en kwezelachtig, hoogkerkelijk jodelend of laagkerkelijk zwoegend! Wee de mens, die geen stilte meer verdraagt, omdat inderdaad niemand de naakte stilte verdragen kan, tenzij hij eerst deze stilte van de pure tijdsduur, de harteklop en polsslag van Gods leven temidden der creaturen heeft leren kennen.' (Verz. Werk I, 280).
Het nieuwe waar wij thans voor staan is echter dat het dreigende wegvallen van de zondag alles te maken heeft met de moderne geldslavemij. De kerken dienen te beseffen dat het in deze kwestie om de vrijheid gaat om in het toekomstige Europa nog iets anders te leren dan alleen wat economisch nuttig is.

Zondag, rustdag, welke rust?
Prof. Schipers schrijft in het al genoemde artikel:

'Wij hebben Pasen gevierd en elkaar weer bemoedigd met de woorden, dat de Heer waarlijk is opgestaan. Wij geloven dat Hij op de eerste dag van de week uit het graf is verrezen. Eeuwenlang heeft dit feit de agenda van Euro­pa gestempeld. De christelijke geloofsgemeenschap heeft deze dag gekozen om bijeen te komen en om te vieren, dat het laatste woord niet is aan de dood.
Maar wie vandaag de dag een agenda zoekt, komt al gauw tot de ontdekking dat er bijna geen meer zijn, die met de zondag als eerste dag van de week beginnen. De maandag — de eerste werkdag — begint het te winnen. Dat lijkt mij typerend voor de Westerse samenleving. Zij wordt meer en meer in de houdgreep genomen door de economie. We kunnen geen moment meer stoppen met productie en het creëren van geld. De zondag wordt derhalve naar het eind van de week geschoven.
Is dat nu zo erg? Paulus leerde ons toch al dat het hem niet zit in dagen en maanden en jaren maar in de vrijheid van de Geest? Nog sterker, de eerste christelijke gemeente kwam wel op zondag bijeen, maar dan na het werk. Voor hen was de zondag wel de eerste dag, maar de eerste dag was geen zondag. Moeten we dan twintig eeuwen later veel stampij gaan maken over iets wat maar zeer ten dele met het hart van het evangelie te maken heeft?'

Al is het waar dat zondagsviering als zodanig slechts betrekkelijk met het heil als zodanig te maken heeft, de viering van het heil heeft er wel alles mee te maken. De samenkomst van de gemeente op de eerste dag der week is een onopgeefbaar goed, afgezien nog van het feit dat we ook nog van doen hebben met een goddelijk gebod terzake de heiliging van de rustdag. Hoezeer de viering van de zondag insnijdt in het gehele leven van mensen, laat Schippers ook zien.

'In de viering van de zondag wordt duidelijk hoezeer het religieuze en het sociale met elkaar verbonden zijn. Deze twee zijn niet te scheiden. Het gaat dan ook niet om een godsdienstig hoogstandje. Wij kunnen onze God dienen op elke dag van de week en misschien wordt deze dienst wel dieper wanneer we gedwongen zouden worden op zondagavond bijeen te komen. Dat is dan ook het punt niet. De profeten hebben ons al duidelijk gemaakt hoe moe God kan worden van onze vieringen, wanneer zij niet ingebed zijn in het verlangen naar recht en vrede en liefde. En wij hebben van Jezus geleerd dat de mens er niet is voor de sabbat, maar dat de sabbat is er voor de mens. Datzelfde geldt van de zondag. De voluit menselijke — niet alleen christelijke (!) — betekenis van deze dag is, dat wij worden herinnerd aan het feit dat het leven meer is dan brood en dat de cultuur meer is dan produceren.
Dat staat op het spel. En daarom moeten de kerken niet aarzelen hier zowel naar binnen als naar buiten duidelijk te spreken. Wij komen veel sneller dan we denken terecht in een nieuwe slavernij. De slavenmeester is de god mammon, die ons modelleert en uniformeert naar zijn wensen, die alle neerkomen op geldcreatie. Het is een vruchtbaarheidsgod van de eerste orde, die niet zal rusten tot we allemaal pepsicola drinken en macdonalds eten. Die niet zal rusten voordat we allemaal geloven, dat produceren en produceren de allernoodzakelijkste bezigheid is op aarde en dat alles daaraan ondergeschikt moet zijn. Die niet zal rusten totdat wij allen onze dagen privé hebben gemaakt zodat er maatschappelijk geen enkel verzet meer is. Die niet zal rusten totdat vrij allemaal verslaafd aan onze hebzucht van maandag tot zondag onze ziel en zaligheid zoeken in de internationale beursberichten.'

Menselijk bestaan bedreigd
Waar Gods geboden en inzettingen worden losgelaten, breekt veelal de barbarij los. We zien en merken er al genoeg van om ons heen. We staan daar zelf mede schuldig aan. Prof Schippers sluit zijn artikel af met:

Toch is het niet onmogelijk, dat wij op dit punt al te snel hebben gecapituleerd voor de tijdgeest. In ieder geval is er een "point of no return". Dat moment lijkt snel dichterbij te komen. Gemeenschappelijk en individueel, als kerken en als christenen uit het Oosten en het Westen van Europa moeten wij tijdig alarm slaan. Zo nodig zullen wij de overheden of liever de werkgevers — want wat hebben de overheden eigenlijk nog in te brengen? — moeten laten merken, dat hier het menselijk bestaan op het spel staat en dat we in dit opzicht culturele ongehoorzaamheid niet zullen schuwen.'

We kunnen alleen, maar van harte instemmen met zijn slotconclusie. Het is alleen jammer dat pas nu zulke zware woorden worden gesproken, nadat eerst vele jaren zoveel is getolereerd en nauwelijks nog is geprotesteerd, althans zinvol bezwaar is aangetekend tegen maatschappelijke ontwikkelingen die thans zulke rampzalige gevolgen dreigen te krijgen.
Datzelfde betreft ook de ernst van de milieuproblematiek. In dezelfde aflevering van 'Evangelisch Commentaar' geeft prof. dr. J.T. Bakker aandacht aan het milieu. Hij schrijft:

Toen de opzet van het nieuwe milieuplan uitlekte had Trouw als kop op de voorpagina: Het bos wordt opgegeven. Eerste zin: Ook minister Alders ziet geen kans de zure regen terug te dringen beneden het niveau, waarbij 80% van de bomen sterven. Over de percentages laat zich twisten. Time kwam tot een schaal waarbij Nederland in het midden zat met 50% overlevingskans.
Maar dat de kop denkbaar is zonder dat er opstand uitbreekt. Want het is in wezen natuurlijk een onbestaanbare zin: het bos wordt opgegeven. Het is een zin, die tien jaar geleden gewoon onverstaanbaar geweest was: hoezo, opgegeven? Voor de belasting of zo? Nu lijkt het een communiqué uit een oorlog, die bij voorbaat verloren verklaard wordt. En als we niet oppassen gaan we aan dit soort communiqués wennen; zo gaat dat immers in een oorlog. Maar het blijft een waanzinnige zin. Stel je voor, dat je het aan je kleinkinderen moet uitleggen, wat er indertijd gebeurd is: ja, het bos hebben we toen indertijd wel verspeeld, jammer hoor.
Maar zo'n vaart zal het natuurlijk niet lopen; dat kan immers niet. Wat kan niet? Toen onlangs van de atoomfabriek Windscale bekend werd, dat ze vermoedelijk onvruchtbaarheid of afwijkingen bij kinderen veroorzaakte, stelde men voor dan wat voorzichtiger te zijn wie men op de gevaarlijke plaatsen liet werken; geen mannen, die kinderen zouden verwekken. Ook weer zo'n communiqué, waarbij van de mens en de natuur gevraagd wordt zich wat meer bij de economie aan te passen. Waarom gaan die bomen ook dood van de zure regen? Er moeten toch bestendige variëteiten te kweken zijn? Zeker, vast wel. Je kunt ook best muizen kweken, die ongevoelig zijn voor mijngas. En dan kun je tot aan de knal denken, dat er niks aan de hand is!'

Ook hier merken we op de barbaarse gevolgen die het 'economisch nuttigheidsdenken' heeft voor mens, dier en boom. De dienst aan de mammon realiseert langzamerhand een hel op aarde, terwijl het economisch denken aan een 'hemel' op aarde werkt.

Bekering tot de Thora nodig
Hoe dienen we als christelijke gemeente in zo'n tijd te handelen? Waar ligt voor ons Gods eis? In Tijding, contactblad van de IZB, verschenen in de maand april 1990, staat een artikel te lezen van drs. W. Dekker (Rotterdam-Delfshaven) onder de titel 'Kerkverlating: is daar wat aan te doen?' Hij geeft o.a. aan wat er in de maatschappij aan de hand is. We zullen ons om te beginnen, aldus drs. Dekker, moeten afvragen: hoe waarderen wij een cultuur, geschapen door wetenschap en techniek, die intussen wel God heeft buitengesloten? Is onze manier van leven wel goed? God kan Zich onmogelijk thuisvoelen in een consumptiemaatschappij die in stand gehouden wordt ten koste van tweederde van de wereldbevolking. In zo'n tijd is het eigenlijk niet vreemd dat wij klagen over Godsverduistering, aldus terecht naar mijn mening ds. Dekker. Wat moet er dan veranderen, juist ook bij onszelf, bij de gemeente? Ik cituur nu ds. Dekker als volgt:

'Laten we elkaar als gemeenteleden eens gaan helpen heel kritisch om te gaan met onze welvaarts-en genotscultuur. De mentaliteit van onze cultuur: Ik eet wat ik lekker vind; ik doe wat ik lekker vind; ik kus wie ik lekker vind, die mentaliteit leidt tot de ondergang. Daar hoef je nog niet eens zo gelovig voor te zijn om dat te zien. Dat kan ieder zien, die zijn ogen open doet. Het hele 'ik' denken leidt tot de ondergang. Wanneer wij ons niet grondig distantiëren van dit klimaat, zal God ook voor ons steeds meer de Afwezige worden.
De thora, Gods goede wet ten leven, leert ons het heilzame van de besnijdenis van het leven. De letterlijke vleselijke besnijdenis op die plek, waar de levensdrift van de mens zich manifesteert, symboliseert o.a. het heilzame karakter van de besnijdenis van het totale leven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de besnijdenis van de tijd. Wij hebben geen zeeën van tijd tot onze beschikking: een waandenkbeeld van onze moderne tijd, waardoor we het thans drukker hebben dan ooit. De thora leert ons de besnijdenis van de tijd. Vanuit de sabbath ontstaan de weken, vanuit de heilige feesten beleven we het jaar. Vanuit de vaste gebedstijden wordt de dag ingedeeld. Onbesneden heidenen menen, dat ze zelf zeeën van tijd hebben.
Onbesneden heidenen menen ook, dat ze alles kunnen eten wat ze lekker vinden. Israël kent een heilzame besnijdenis van de consuptie door middel van de zogenaamde spijswetten. Israël kent ook een besnijdenis van de produktie, o.a. tot uitdrukking komend in de wetten omtrent het sabbathjaar en het jubeljaar. Israël kent een heilzame besnijdenis van de sexualiteit, tot uitdrukking komend in een uitgebreide regelgeving ook op dit terrein.
Te gemakkelijk heeft de kerk wel gemeend, dat al deze wetten van de thora verouderd zouden zijn. Zo werd ze echter weerloos ten opzichte van een nieuw heidendom.
We zullen in onze cultuur opnieuw moeten zoeken naar eigentijdse vormen, waarin de heilzame kracht van de oorspronkelijke geboden en ordeningen weer manifest kan worden. In de 'Veronicacultuur' kan het geloof in ieder geval nimmer opbloeien. De 'onbesnedenheid' van onze cultuur is één van haar meest wezenlijke kenmerken. En onbesnedenheid is heidendom. De gemeente heeft zich te bezinnen op een eigen ethiek. Niet alleen als uitvloeisel van het geloof, maar ook als voorwaarde voor het ontstaan en de bloei van het geloof'

Kan juist niet deze tijd ons weer opnieuw grondig bepalen bij wat het 'vreemdelingschap' concreet inhoudt? En zijn wij juist daarin niet veel wereldgelijkvormiger dan we menigmaal in reformatorische kring voor waar willen houden? Want je kunt heel streng zijn in bepaalde uitingen die ons bekend en vertrouwd overkomen als bijv. in een bepaalde manier van zondagsheiliging, omgaan met de media, manier van kleding, etc., terwijl we voorts net als de wereld ook jagen naar geld en het bezit van onder ons geaccepteerde statussymbolen. Waar ligt ons hart, ons leven? Waar het doel van ons streven? Hebben we bijv. onze jongeren niet te leren in een positieve Godsvreze te leven, in een toewending naar God en Zijn geboden?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's