Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vreugde der wet (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreugde der wet (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wellicht knippert één van ons met de ogen bij het lezen van de titel voor dit artikel en een aantal die hierna volgen. Wanneer wij immers over de wet spreken, denken wij doorgaans aan een knellende band. In de wet wordt ons voorgehouden wat wel òf niet geoorloofd is. Zit daarin dan niet een beperking van onze vrijheid en wanneer dit het geval is, kan men dan nog wel spreken van vreugde der wet?
Voor het oog lijkt het er inderdaad op dat de wet ons weinig vreugde schenkt. Er wordt meer vreugde gevonden in het ontduiken van de wet dàn in het gehoorzamen en doen daarvan. Is het dan maar niet beter òf van onderwerp te veranderen òf deze serie artikelen een andere titel te geven? Ik denk dat noch het één noch het ander gedaan behoeft te worden als wij maar een juiste visie inzake de wet hebben en op het functioneren daarvan. Bovendien houdt 'de wet' nog wel iets meer in dan alleen de decaloog (de tien geboden òf de tien woorden). Ik hoop dat verderop aan te tonen, alsmede wat de vreugde der wet allemaal kan inhouden.
Om deze reden laat ik het woord 'vreugde' staan. Want de wet geeft (hoe paradoxaal dat mag klinken) vreugde. De wet in engere en in ruimere zin is niet saai. Zij beperkt on sniet in onze vrijheid. Hooguit beteugelt zij onze bandeloosheid. Echter... zoals God Zijn wet heeft bedoeld, kan zij niet anders dan vreugde schenken in het leven van de mens. En zelfs zodanig, dat men een loflied op de wet laat horen. Daarom hoor ik David in dit verband zeggen: 'Hoe lief heb ik Uw wet' en ook 'Uw wet is al mijn vermaking'. Ja, wij lezen het goed: Gods wet is niet alleen maar vermaning, doch vermaking. David heeft een vermaak, een genoegen in wat God in de wet tot hem zegt. Hij is als een kind zo blij uit Vaders mond dingen te horen, die tot zijn welzijn dienen. Dat alles geeft hem vreugde. Hij kent de vreugde der wet en laat daarom meer dan eens een ode (een loflied) op de wet horen. Dat deze wet in zijn geval meer inhoudt dan de zedewet, zal duidelijk zijn. Doch daarop kom ik zoals ik schreef later terug. Als slot van deze inleiding wil ik niet verhelen, dat het woord 'vreugde' geen verdacht woord is. Soms kan men zich wel eens niet aan de indruk onttrekken alsof het onbijbels zou zijn om vreugde te bedrijven. Wie zijn Bijbel kent, zal weten dat vele, vele malen over vreugde in de Schrift wordt gesproken. Zelfs kan een zekere uitbundigheid de gelovige Israëliet niet ontzegd worden. Dit zal wel samenhangen met zijn aard en karakter, die verschillend zijn van die van ons. Maar ook al zijn wij ingetogener van aard en zit onze karakterstructuur anders in elkaar en zullen wij daarom die uitbundigheid missen, niettemin zal er toch vreugde zijn, wanneer wij in het geloofgemeenschap oefenen met God. Vreugde om Wie Hij is, vreugde om wat Hij heeft, vreugde om wat Hij geeft. Ook om wat Hij geeft in Zijn geboden en verordeningen. Kortom: vreugde in Zijn Woord. Misschien een getemperde vreugde vanwege onze aard en/of vanwege de droefheid over de zonde, maar tóch vreugde. En in 't bijzonder dàn wanneer onze ziel van blijdschap opspringt in de God van ons heil. Jazeker, de Heere geeft vreugde. Ook de vreugde der wet.

Feestdag
Als wij over de vreugde der wet spreken, denken wij o.a. ook aan de joodse feestdag die deze naam heeft gekregen. In het Hebreeuws wordt 'de vreugde der wet' Simchat Thora genoemd. Dit feest vindt plaats op de tweede dag van het tweedaagse slot van het loofhuttenfeest. Dit is op de drieëntwintigste van de joodse kalendermaand Tisjrie. Dit jaar wordt dit feest gevierd in de maand oktober. Wat wordt er nu op die feestdag herdacht? Wel, op 'de vreugde der wet' herdenkt men op een bijzonder feestelijke manier dat de Thora gedurende een jaar in wekelijkse gedeelten in de synagoge is doorgelezen en opnieuw weer is aangevangen. Het feest wordt gevierd met het ronddragen van de Thorarollen en daarbij looft men de Naam des Heeren. Dit laatste doet men luid, maar wel zó, dàt het niet onwelluidend klinkt. Er is zelfs van welluidendheid sprake!
In meer Oosterse synagogen gaat het er wel zeer uitbundig aan toe. Al dansende beweegt men zich daarbij voort en kust de rollen. Bij dat dansen zullen wij moeten denken aan het huppelen, dat David voor de ark deed. Het kussen van de Thorarollen (het Woord Gods) geeft het één en ander weer van de liefde tot God en Zijn Woord. Men houdt zoveel van de Thora dat men die innig kust. Veel meer dan wij geeft de jood expressie aan zijn verbondenheid met het Woord. Wij zullen niet snel de Schrift kussen om daarmee te laten zien, hoe lief wij het Woord hebben. Dat behoeft ook niet op deze wijze door ons gedaan te worden. Ik wees al eerder op verschillen in aard en karakter die ook in de expressie van het geloof uitkomen. Neen, op eenzelfde manier als bij de joden behoeft het niet. Als het dan maar wel gebeurt op de wijze die bij òns mens-zijn past. Als men het dan maar in onze woorden kan horen en uit onze daden kan opmerken dat wij leerjongeren van het Woord zijn en er bij ons vreugde wordt gevonden om het Woord te horen, d.i. te gehoorzamen. Dit drukt men namelijk uit in de synagoge, wanneer men de Thorarollen kust.
Maar er is nog iets! Wie de eer te beurt valt het laatste dan wel het eerste deel die dag (de drieëntwintigste van de joodse kalendermaand Tisjrie) te lezen, wordt respectievelijk 'bruidegom van de wet' of 'bruidegom van den beginne' (Gen. 1 : 1) genoemd. Op die dag krijgt hij in de synagoge een erezetel. Ook hierin komt weer uit: de grote liefde voor het Woord Gods. Zoals al de liefde van een bruidegom is voor de bruid, zo is de liefde van de gelovige Israëliet voor God en Zijn Woord.
Ook zij nog opgemerkt, dat op 'de vreugde der wet' aan de kinderen zoete versnaperingen worden uitgedeeld. Waarschijnlijk een symbool om de kinderen bij te brengen welk een 'zoetigheid' er wordt gevonden in de Thora.

Orde
Afgezien van de plechtigheden waarmee het opnieuw lezen van de Thora-rollen in de synagoge gepaard gaat, valt mij op de orde die er is bij het lezen. Er wordt op de sabbath niet meer uit een willekeurige rol voorgelezen. Men leest dàt gedeelte, dat aan de beurt is. Dat heeft z'n voordelen waarvan wij toch ook wel het een en ander kunnen leren. Immers, op die wijze komen alle gedeelten van de Schrift aan de orde. Het gevolg daarvan is dat er niet zo snel eenzijdigheden zullen ontstaan. Het dagelijkse en het toekomende leven worden dichter bij elkaar gehouden. Het heil wordt niet alleen geprojecteerd op de eeuwigheid, maar is ook van betekenis voor het leven van iedere dag. Een continulezing van de Schrift bewaart aan de ene kant voor de gedachte dat het heil door ons op aarde gerealiseerd moet worden, maar aan de andere kant wil het ons waarschuwen voor het gevaar alsof het heil Gods louter betekenis heeft voor het hiernamaals. Beide klippen worden omzeild bij een continu-lezing. Daarbij maak ik wel één voorbehoud. Men moet dan natuurlijk bepaalde gedeelten uit de Schrift niet gaan vergeestelijken. Gedeelten die op het 'hier en nu' betrekking hebben. Doet men dit wèl, zo zal men de klip van eenzijdigheid niet omzeilen.
Het is mij niet bekend of Calvijn de continu-lezing van de Schrift in de erediensten heeft overgenomen van de synagoge. Wel weet ik, dat hij hierdoor zijn gemeente uitstekend onderwijs heeft gegeven en heeft laten zien dat het geloof niet alleen een innerlijke kant bezit, maar ook het een en ander naar buiten uitstraalt.

Niet in de kerk, dan thuis
Continu-lezing door de predikanten in de kerk is misschien een moeilijke zaak. Maar thuis kan men dit wel ter hand nemen. Wie het doet, zal er winst mee doen. Men leert de grote lijnen van de Schrift kennen. Men krijgt onderwijs voor het geestelijk leven, alsmede hoe men als christen in de samenleving heeft te staan. Men ontvangt brood voor het hart, maar ook hoe dat brood voedzaam is in de verbanden waarin men staat. Ziel en lichaam, hemel en aarde worden veel minder uiteengerukt. Weliswaar onderscheiden, maar niet gescheiden. Dit leert ons de gehele Schrift. Daarom ook de gehele Schrift gelezen.
Toen ik aan een oude christen vroeg waarom hij steeds opnieuw de Bijbel las, van voren naar achteren, gaf hij als antwoord, dat hij graag heel goed wilde weten wat de Heere in Zijn Woord van hem vroeg. Letterlijk zei hij: ik dien een precies God die wil dat ik mij precies aan Zijn Woord houd. En u moest eens weten — zo zei hij verder — hoeveel ik van mijn God en Zijn Woord houd. Dat Woord is voor mij een liefdesbrief. Zoals een jongen nooit uitgelezen raakt in een brief van z'n vriendin of verloofde, waarin zij haar liefde voor hem betuigt, zo raakt een christen nooit uitgelezen in de Schrift, de liefdesbrief van God aan Hem.

Orde, om een nog andere reden
De liefde tot de Thora en wat daarin gevonden werd, gaf zoveel vreugde, dat men ieder jaar weer opnieuw begon die te lezen. Zo hebben ook wij de Schrift te lezen. Achter elkaar, van voren naar achteren. Niet alleen die gedeelten die wij begrijpen. Meestal zijn dat de historie-verhalen. Neen, ook de andere gedeelten van de Schrift moeten wij nauwkeurig lezen en niet overslaan omdat wij er toch niets van begrijpen. Uit de synagoge is mij niet bekend òf er ooit één sabbath is geweest waarop het voorgeschreven gedeelte voor die dag is overgeslagen, want wat er stond werd toch niet begrepen. Neen, men heeft ook de zogenaamde moeilijke gedeelten altijd gelezen en daarbij uitleg gegeven. Zo moeten ook wij maar doen met name in onze huisgodsdienstoefening. Het zal juist zijn wanneer men de opmerking maakt, dat niet alles altijd wordt begrepen. Maar hoe vaak is het al gebeurd, dat mensen bepaalde delen van de Schrift reeds tientallen keren hadden gelezen en dat zij opeens gingen verstaan wat God daarin tot hen wilde zeggen, terwijl zij tevoren daarvoor als het ware geen antenne hadden bezeten. De Heilige Geest liet echter op dat moment — een gegeven mo­ment — licht vallen over dat moeilijke gedeelte òf over die moeilijke tekst en men ging door het werk van de Heilige Geest het verstaan. Trouwens, het verstaan van bepaalde teksten of van bepaalde gedeelten door de Heilige Geest voor ons persoonlijk, kan ook gebeuren dàn wánneer het ons overbekend is. Dan zeggen wij, wanneer de Heilige Geest ons daarover licht schenkt: 'tientallen keren heb ik die tekst of dat gedeelte gelezen, maar nu weet ik wat de betekenis daarvan is voor mijn persoonlijk leven d.i. in de verhouding tot God'. Ik legde even de nadruk op het persoonlijk geestelijk leven, maar de Heere geeft de Zijnen met name in de heiliging van het leven ook zicht op deze aarde. En daartoe gebruikt Hij Zijn Woord. Daaruit wordt het onderwijs ontvangen. Daarom wordt een christin of christen wel genoemd: de vrouw òf man van het boek. Dat wil zeggen: de man of vrouw die nauwgezet op Gods Woord let zoals Hij dat ons in de Heilige Schrift heeft laten neerschrijven. Er moge dan spottend worden gezegd, dat een christen de 'papieren paus' d.i. de Schrift aanhangt, maar daarvan behoeft hij zich niets aan te trekken. En hij zal zich er niets van aantrekken, wanneer hij — evenals de gelovige Israëliet — en dan denk ik nogmaals aan David — al zijn vermaak vindt in het Woord Gods.
(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vreugde der wet (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's