Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De religie der belijdenis bindend of scheidend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De religie der belijdenis bindend of scheidend

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe één zijn gereformeerde belijders nog in ons land en daarbuiten en hoe (kerkelijk) één kunnen en willen ze nog zijn? De vlag hangt er troosteloos bij en er lijkt vooralsnog weinig perspectief te zijn, dat het nog eens beter wordt.
Samen op Weg brengt de eenheid van gereformeerde belijders niet dichterbij en is niet een vervulling van het ideaal, dat Groen van Prinsterer ooit voor ogen had. Eerder vormt Samen op Weg een blokkade op weg naar die eenheid, omdat het feitelijk een 'midden-orthodox' gebeuren is, van twee kanten.
Daar staat tegenover dat al diegenen, die vandaag de Drie Formulieren van Enigheid hoog in het kerkelijk vaandel hebben, hopeloos verdeeld zijn en geen enkele vruchtbare weg kùnnen of wìllen bewandelen, die tot meer kerkelijke eenheid leidt.
Eerder lijkt het er op, dat we in deze tijd van om zich heen grijpende polarisatie, vanwege alleen al de moderne mondigheid, die allerwegen merkbaar is, al tevreden mogen zijn als het kerkelijke versnipperingsproces niet nòg verder om zich heen grijpt.

Een initiatief
In Christelijk Gereformeerde kring had men geen vrede met de status quo. 'Wat staat eenheid van de gereformeerde belijders in de weg?' Dat was de vraag, die centraal stond op een drukbezochte vergadering van ambtsdragers, die zaterdag 6 oktober in Amersfoort werd gehouden (plm. 600 aanwezigen). Er was een referaat van prof. dr. W. van 't Spijker en een middagvullend panelgesprek, waaraan werd deelgenomen door personen uit onderscheiden kerken van gereformeerde belijdenis: ds. J. Westerink (Chr. Geref.), drs. I.A. Kole (Geref. Gem.), ds. G. van den Brink (Nederlands Geref.), prof. dr. C. Trimp (Geref. Kerken vrijgem.) en dr. E. Masselink (Geref. Kerken syn.).
Wat men voor een dag als deze kon vrezen, geschiedde niet. Men zou kunnen verwachten, dat ieder zijn kerkelijke doosje opentrekt en na afloop van de dag weer sluit om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de kerkelijke verdeeldheid. Dat was niet het geval, al werd uiteraard de verdeeldheid niet 'even' opgelost. Het werd echter geen 'interkerkelijk eenheidsspektakel'. De nood van de verdeeldheid werd uitgezegd en de machteloosheid werd niet verbloemd. Maar het was dunkt me voor het eerst na 1972 — de conferentie van predikanten, waaruit het boekje 'Tien keer Gereformeerd' ontstond — dat het probleem nog weer eens werd gepeild en blootgelegd. Het is evenwel tekenend voor de nood en de schuld, dat de jaren door de eenheid van hen, die qua confessie bijeen horen, nog zo weinig in den brede echt ter sprake kwam. En àls er al kerkelijke besprekingen waren, kwam men meestal niet verder dan vergaderingen waar de agenda werd vastgesteld voor de vòlgende vergadering.

Zaak, noodzaak en mogelijkheden
Prof. dr. W. van 't Spijker benadrukte in een fundamenteel referaat de zaak en de noodzaak alsook de mogelijkheden van de eenheid.

De zaak van de eenheid is die van de Drieënige God, die bij alle verscheidenheid één volk op aarde heeft, zowel onder het oude als onder het nieuwe verbond. Er is een onverbrekelijke relatie tussen het éne Hoofd (Christus) en het éne lichaam (de kerk). Ook de gereformeerde belijdenis kent zó maar één kerk, daar waar ('plaatselijk') het Woord recht wordt bediend. De ene kerk is 'volk Gods', 'lichaam van Christus', 'tempel van de Heilige Geest'. En omdat alleen de Heere kent diegenen, die de Zijnen zijn, is het onjuist om de nadruk te leggen op (de eenheid van) de onzichtbare kerk. Zichtbare en onzichtbare kerk horen bijeen.


De noodzaak van de eenheid van gereformeerde belijders onderstreepte prof. Van 't Spijker o.a. vanwege de secularisatie, 'de vage, onbegrensde religiositeit van onze dagen', het Samen op Weg-proces (zonder poging tot eenheid is kritiek zinloos) en ontwikkelingen vandaag inzake 'ongezonde bevinding'.

Eén van de grondgedachten in het betoog van prof. Van 't Spijker was, dat de gereformeerde vroomheid gevaar loopt, wanneer we de gereformeerde katholiciteit uit het oog verliezen. Vereenzijdiging van de verkiezing bijv. doet de zonde 'vervluchtigen'. Verder is het zo dat de bevinding verdort en de leer verschraalt als er niet een leidende, een leiding gevende kerk is. De hevigste twisten ontstaan bovendien inzake de dingen van de tweede orde (de zgn. adiafora).

Plaatselijk
Verder benadrukte prof. Van 't Spijker dat een (de) gereformeerde kerkorde uitgaat van de pláátselijke kerk. Hij stelde ook de noodzaak van het stellen van een daad van gehoorzaamheid.


Met betrekking tot de mogelijkheden werd onderstreept onze afhankelijkheid van de mogelijkheden en de wil des Heeren. Maar de gedachte van eenheid lijkt niet meer te leven. Het zoeken naar eenheid lijkt de verdeeldheid zelfs groter te maken. We menen dat een Réveil nodig is. Maar een echt Réveil mondt uit in een Reformatie.
We vrezen verder ontrouw te zijn aan eigen kerkelijk leven en aan de strijd, die door de vaderen is gevoerd. Maar nochtans: 'Ik geloof de gemeenschap der heiligen.'
Of, zeggen we: we kunnen toch niet allen in één kerk(gebouw)?
Al deze tegenwerpingen liet prof. Van 't Spijker terzijde door te benadrukken dat de trouw aan Schrift en belijdenis vandaag vraagt om 'een creatief omgaan met de gegroeide kerkelijke structuren.' We moeten zoeken naar toenadering van gemeenten en zo mogelijk naar federatieve verbanden als eerste symptomen van kerkelijke toenadering.
Van 't Spijker sloot af met een gebed van Martin Bucer:
'Ach Heere Jezus, moge Uw bloed krachtig zijn, opdat Gij ons verenigt.'

Vragen
Het kan niet mijn bedoeling zijn op de veelheid van vragen, die op het referaat van prof. Van 't Spijker volgde, hier in extenso in te gaan. Slechts een tweetal punten stel ik nog aan de orde.
Als het wáár is dat een (de) gereformeerde kerkorde de plaatselijke gemeente zo centraal stelt — en het is waar — hoe is het dan mogelijk geweest, dat juist plaatselijk het gereformeerde leven zo versnipperd is geraakt? Geven de meest rechtzinnige gereformeerde gemeenten ('bolwerken') in ons land niet het meest trieste beeld als het om kerkelijke verdeeldheid gaat?
En als het dan ook gaat om het 'stellen van een daad', om 'creatief omgaan met gegroeide structuren', zou dat dan niet juist plaatselijk (gemeentelijk) moeten geschieden? Moet het dan juist niet mogelijk zijn — ik volg de optie van prof. Van 't Spijker in zijn consequenties — dat gereformeerde kerken ter plaatse elkaar meer erkennen als behorend tot het 'wettige' lichaam van Christus? Moet het in dat licht bezien dan niet mogelijk zijn, dat kerkeraden (wederkerig) een predikant van een gemeente buiten hun kerkverband op de kansel toestaan?


Het is duidelijk, dat ik hier niet schrijf over een theoretische kwestie. Ooit stak ds. W.L. Tukker (toen nog predikant te Groot Ammers) de uitnodigende hand uit op een COGG-conferentie naar wijlen drs. A. Vergunst (Geref. Gem.) en prof. dr. W.H. Velema (Chr. Geref.). Later deed ds. L.J. Geluk hetzelfde in de richting van ds. T. Brienen (Chr. Geref.). De kerkeraad van de Amsterdamse Noorderkerk heeft prof. dr. W. van 't Spijker een keer uitgenodigd. Tot heden kwam het niet verder dan studie van kerkelijke commissies.
Volledigheidshalve zij nog opgemerkt, dat deze zaak permanent op de agenda staat van de gesprekken, die door Deputaten voor Eenheid van gereformeerde belijders van de Christelijke Gereformeerde Kerken, ingevolge een synodale opdracht, worden gevoerd met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.

Religie van de belijdenis
De tweede kwestie is die van 'de toeëigening des heils'. Dat is een zaak, die, bij alle eenheid in belijdenis, méér kerk- en gemeentescheidend werkt dan vaak wordt toegegeven. De gesprekken tussen de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken (vrijg.) of de Nederlands Gereformeerde Kerken blijken hierop stuk te lopen, al is het anderzijds ook zo, dat binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken zèlf juist op dit punt een zekere tweedeling bestaat m.b.t. de affiniteit jegens de genoemde kerken.
Prof. dr. W. van 't Spijker wilde niet weten van een wig tussen de 'bevindelijk gereformeerden' en de 'leerstellig gereformeerden'. De Nadere Reformatie (bijv. W. Teelinck) harmonieerde ook met de Gereformeerde Orthodoxie (Gomarus).
Toch grijpt juist deze kwestie naar mijn overtuiging diep in. Het zit 'm dan toch vast op wat genoemd wordt de religie van de belijdenis'. Onzerzijds is dit ook ingebracht in de discussie. Hoezeer ook recht overeind moet blijven, dat de religie der belijdenis niet mag worden uitgespeeld tegen de belijdenis zèlve (zeker ook niet als het gaat om de belijdenis van de kerk), trouw aan de belijdenis is toch méér dan juridische binding aan een leerstellige waarheid. Het is ook 'geloven met het hart', zoals de Nederlandse Geloofs Belijdenis telkens weer zegt. De Heidelberger belijdt, dat de Heilige Geest samen met de Vader en de Zoon, eeuwig God is, maar 'ook mij is gegeven'. Daarom wordt de katholiciteit van de gereformeerde kerk niet alleen bepaald door binding aan de gemeenschappelijke belijdenis, maar ook door gemeenschap met diezelfde belijdenis. Het gaat ook om geestelijke, bevindelijke kennis. Dat is de religie van de belijdenis, waarvan prof. dr. J. Severijn desgevraagd ooit zei, op een kerkelijke vergadering van alle richtingen in 1948: 'dat zit hier!' (hij sloeg zich toen op het hart).


Grosso modo ligt de gereformeerde gezindte verdeeld juist als het gaat om de religie van de belijdenis. Dat komt tot uitdrukking in de toeëigening des heils en spitst zich toe op de avondmaalspraktijk. Geen hervormd gereformeerde gemeente (om een voorbeeld te noemen) vertoont hetzelfde beeld als een doorsnee gemeente van de Gereformeerde Kerken (vrijg.), die als geheel avondmaalsgemeente is. De vragen inzake de toeëigening des heils spelen daar niet of niet zó als in gemeenten en kerken met een bevindelijke inslag. Onzerzijds is de (veronder)stelling gewaagd, dat groepering van gereformeerde gemeenten in de Hervormde Kerk zich in de vorige eeuwen, en ook vandaag wel eens, behalve op het punt van de belijdenis als zodanig, kan hebben voltrokken op het punt van de religie der belijdenis, de zaak van de geloofstoeëigening, liever nog van het toepassende werk des Geestes.

Niet onderschatten
We moeten de verschillen tussen (louter) leerstelligheid en (ook) bevindelijkheid niet onderschatten. Het zij toegegeven: de gereformeerde katholiciteit, de éénheid van gereformeerd belijden mag er niet op stuk breken, maar de gemeenschap komt er wel door onder spanning te staan. Met het 'hebben' van een gereformeerde belijdenis is een mens nog niet (ge)rechtvaardig(d) voor God.
Het gesprek over de gereformeerde 'spiritualiteit', liever de gereformeerde vroomheid, zeg ook de bevinding moet eigenlijk misschien nog beginnen onder de 'gereformeerde belijders'. Vragen inzake de toeëigening en de aanbieding des heils hebben toch, méér dan op de betreffende vergadering door iemand voor waar werd gehouden ook alles te maken met het verstaan en het geestelijk functioneren van de belijdenis. De belijdenis belijdt namelijk ook over het werk van de Heilige Geest.
De religie van de belijdenis is kennelijk toch ook een zaak, die scheidt en/of verbindt. Ze bepaalt ook de harteklop van de prediking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De religie der belijdenis bindend of scheidend

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's