Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dorothee Sölle, Denken over God, inleiding in de theologie. Uitgeverij Ten Have BV, Baarn, 212 blz., ƒ 29,50.
Na haar boek over de verzoening, dat destijds werd gekenmerkt door een stuk theologische en systematische verantwoording van haar denken, zijn de meeste boeken van Sölle verzamelbundels gebleken: gevuld met ervaringen van haarzelf en met andere, die dan met een theologische saus waren overgoten. Weliswaar doorleefd, maar de structuur van haar denken bleef in het vage. Duidelijk was dat haar politieke theologie geheel in feministische banen was geleid, maar voor de verantwoording daarvan greep men mis.
Nu ligt er een systematische uiteenzetting voor ons, waarin zij niet alleen rekenschap aflegt van haar eigen denken, maar ook van haar denken óver en haar breuk mèt de traditie. Het boek bestaat uit ordelijk gerangschikte lezingen die zij gehouden heeft in 1987/88 aan de Universiteit van Kassel, en men komt er zelfs stukjes indeling in tegen die doen denken aan de klassieke loci-methode van de dogmatiek: Bijbel, schepping, zonde, genade, Christus, rijk van God, kerk, God.
Het schema, dat Sölle volgt, is dat zij drie grondmodellen tekent, waarbij telkens het derde het door haar gekozene is, dat dan oplicht nadat zij eerst de zwakheden zo niet onmogelijkheden van de beide eerste grondstructuren heeft ontmaskerd: de orthodoxe, de liberale, en tenslotte – haar eigen – zelfgekozen bevrijdingstheologie.
De hoofdgedachte die hierachter zit is dan ook deze, dat alleen de bevrijdingstheologie de menselijke context voluit serieus neemt. De dialoog tussen tekst (van de bijbel) en context (van de eigentijdse mens) dient geheel te geschieden binnen het kader van het geloof van het godsvolk, dat vanuit zijn verzoeningsgeloof haaks staat op de voorhanden, verscheurde samenleving. Niet Gòd wordt immers verzoend (het orthodoxe denken), evenmin mag de theologie het bestaande bevestigen (het liberale denken), maar het is de samenleving die, via ons, verzoend dient te worden. Alles wat innerlijk en meditatiefis, valt onder de dadelijke praxis van de verzoening. Degenen aan wie zij het meest ontleent, zijn zover ik kan zien Mary Daley en Gutierrez en Rosemary Ruether.
Nu kan een globale indeling van structuren in de theologie zeer verhelderend werken. Als zodanig heb ik niet zoveel tegen de opzet van Sölle. De insnijding komt dan te liggen bij de Aufklärung: de orthodoxie ging eraan vooraf en zette zich nadien voort; de liberale theologie gaf zich via rede en wetenschap er in beginsel aan gewonnen. Dat de derde structuur als wezenlijk anders en als alternatief wordt opgevoerd, spreekt echter boekdelen. De versimpeling van de theologische grondstructuren dient voor Sölle uitsluitend om haar eigen gelijk voor te bereiden.
Achter dit gelijk zitten dan twee grondgedachten, twee vooronderstellingen van haarzelf, die aanvankelijk verzwegen worden, maar er bij de beoordeling van de eerste twee structuren uitkomen en die dan de derde invullen: dat alle theologie 'Gottdenken' is dat uit de politieke en op verzoening gerichte levenspraxis opkomt, en dat het geloof de ervaring is van het godsvolk dat als een aanwijsbare verdrukte minderheid te localiseren valt, aan de hand van meestal economische criteria. Iets waardoor o.i. alles wat 'mystiek' of 'bevinding' zou kunnen worden genoemd in feite opgaat in 'emotionaliteit'. Sölle wordt gevoed door de wetenschap dat het kwaad altijd bij anderen zit, maar dat zijzelf de goede zijde heeft gekozen.
Het is een eerlijk boek, in deze zin, dat het, in plaats van een theologische verantwoording te bieden, uitzegt hoe de schrijfster vanuit haar beleving over de traditie en het mondigheidsdenken oordeelt. Dit boek zegt uit hoe Sölle de dingen vindt. Tegelijkertijd is het ook een oneerlijk boek. Er wordt niet in geluisterd. Grondbegrippen van de bijbel — zonde, genade, verzoening, schepping, kruis en opstanding — worden eerst losgekoppeld van de relatie tot God, omdat er immers geen God is Die boven of voor onze werkelijkheid uitgaat, en daarna van nieuwe, uitsluitend sociale, lading voorzien. De worsteling van de traditie om de heilsfeiten heilsfeiten te laten zijn en ze niet naar het verleden te verwijzen, maar ze nochtans volledig op de actualiteit betrokken te houden, wordt tegen de traditie gebruikt. Zelfs het pogen van de liberale theologie om het dekken van de feitelijke ontwikkelingen te boven te komen, ontvangt geen recht: het wordt alleen gebruikt om de onmacht van het liberalisme te demonstreren.
Sölle zelf betoogt dat haar uitgangspunt in het minst niet subjectief is, omdat het niet gelegen is in enige idee, maar gefundeerd is in de werkelijkheid. Men zou daartegenin kunnen brengen dat haar uitgangspunt de ideale werkelijkheid is, zoals zij deze voor ogen heeft, en dat deze geheel is ontleend aan de feitelijke situatie en daar dan het feitelijke spiegelbeeld van is. En dat dit spiegelbeeld verkregen is niet door de werkelijkheid zelf, maar door haar eigen interpretatie daarvan. Niet dat iemand die niet hebben mag, maar het is theologisch verboden deze tot een soort openbaringsgegeven te verheffen, tot een juk waar alles en ieder onderdoor moet.
Sölle beroept zich op veel theologen. Maar met uitzondering van de drie hierboven genoemde, gebruikt zij ze zoals het haar uitkomt, met voorbijgaan aan hun eigen bedoelingen en structuur. Daar zit iets van manipulatie in: Buber, Tillich, Bonhöffer vooral, worden sprekend ingevoerd om hen vervolgens te laten zeggen wat ze nooit zo bedoeld hebben. Zo hebben we geprobeerd te luisteren naar een boek van iemand die niet (meer) luisteren kan. We zijn er niet wijzer van geworden, maar hebben wel theologisch iets duidelijk boven tafel gekregen. En dit hebben we mede aan Meinema te danken.
S. Meyers, Zeist

Calvin E. Shenk, Wanneer werelden botsen: de christen en ideologieën, 99 blz. ing. ƒ 18,90.
Dit door dr. G. de Ru uitstekend vertaalde en door prof. Jongeneel uit Utrecht van een woord vooraf voorziene boekje is geschreven door een Mennonietische (Doopsgezinde) Amerikaanse hoogleraar zendingswetenschap, die naar mijn smaak met zijn Doopsgezinde standpunt voor en na wel wat erg ingenomen is. Dit standpunt is van belang voor het verstaan van het boekje, aangezien de relatie tussen christendom en ideologie te maken heeft met de verhouding tussen kerk (geloof) en staat. Het is goed te bedenken, dat de schrijver uit deze traditie komt en er kennelijk ook in wil staan.
Zijn standpunt inzake onze houding t.o.v. ideologieën verwoordt hij duidelijk op blz. 49, wanneer hij instemt met de uitspraak van Yoder, dat christenen ten opzichte van de machten een soort revolutionaire subordinatie beoefenen en op blz. 72 eveneens, waar hij stelt dat bij kritische participatie in een mede door ideologieën bepaalde samenleving een samenwerking van christenen met een ideologisch verband niet bij voorbaat onmogelijk is.
Het boekje omvat enkele beschrijvende hoofdstukken over ideologieën, een bijbelse visie, en een standpunt van geloof en kerk ten aanzien van ideologieën. Vooral op dit laatste punt vind ik het geschrift tamelijk oppervlakkig, bijv. blz. 36 in het pleidooi van Shenk voor een holistische theologie, blz. 46 in de aanduiding van het Koninkrijk van God als norm voor alle regeringsvormen, blz. 48 de bedreiging van politieke macht in het Boek Handelingen.
Gelukkig mogen we zijn met Shenks nadruk op de unieke boodschap van het heil van verzoening en verlossing in Jezus Christus, die de kerk heeft te verkondigen.
C.A. Tukker, Epe

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 oktober 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's