Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het conflict in de eerste christengemeenten aangaande de besnijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het conflict in de eerste christengemeenten aangaande de besnijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Handelingen 15)

De apostel Paulus wordt — na zijn plotselinge bekering — van een vijand van de christelijke gemeente tot een van haar belangrijkste leiders en verkondiger van het evangelie van Jezus Christus.
Mede door Paulus' zendingswerk ontstaan er in Klein-Azië christengemeenten. Deze bestaan veelal uit christenen afkomstig uit de plaatselijke joodse gemeenschap èn uit christenen afkomstig uit de heidenwereld. De joodse christenen volgen de wetten door Mozes gegeven, als daar zijn: de besnijdenis, het sabbatsgebod en de spijswetten. Deze wetgeving is voor de heidenchristenen een veelszins onbekende — en vreemde zaak.
In de gemeente breekt — met Paulus' verkondiging — geleidelijk door wat de kern is van de christelijke verkondiging: Jezus Christus heeft de Wet vervuld en nu is er voor wie in Hem geloven de vergevende genade Gods. De Wet van het Verbond, de Tien Woorden, blijft evenwel van kracht. Echter zij zal worden nagekomen, niet om voor God verdienstelijk te zijn, maar uit dankbaarheid voor de verlossing in Christus Jezus (1 Kor. 6 : 20).
Maar, de verschillen van afkomst tussen joden en heidenchristenen blijven in de gemeente nawerken. Met name over de besnijdenis is er geschil. De besnijdenis is het merkteken van de opneming in het Oude Verbond. Dit is het Verbond van de Heere God met het volk Israël, hetwelk in het Verbond met Abraham reeds een voorvorm had. Jezus Christus heeft nu, met Zijn leven en sterven, in Zijn bloed het Nieuwe Verbond gevestigd. De Heilige Doop is thans het teken van de opneming in dit Verbond.

Het besnijdenisconflict in Antiochië
De apostel Paulus komt na een uitgebreide rondreis door Klein-Azië opnieuw in de stad Antiochië. Daar is een belangrijke christelijke gemeente al eerder door hem gesticht. Veel jodenchristenen aldaar willen de Mozaïsche wetsvoorschriften blijven nakomen. Met name zijn dit de zgn. judaïsten. die daarin zeer streng zijn. In het bijzonder vinden dezen, dat de besnijdenis een voorwaarde is om Gods genade te kunnen ontvangen. Dit ontmoedigt de heidenchristenen en brengt velen van hen in verwarring.
Tegen dit streven der judaïsten verzetten zich Pauliis en zijn helper Barnabas. Dit leidt er toe, dat de gemeente deze beiden en nog enkele broeders opdraagt om dit geschil voor te leggen aan de apostelen en de oudsten te Jeruzalem. Deze komen daar in vergadering bijeen: bekend onder de naam van Apostel-convent. Echter ook in deze vergadering zijn er bekeerde Farizeeën, die vinden dat christenen uit de heidenen besneden moeten worden en ook verder de Wet van Mozes moeten onderhouden.
Daarover ontstaat nu een ernstig meningsverschil. Dan neemt Petrus het woord en wijst er op, dat God, van de aanvang af, hem heeft verkoren om aan de heidenen het evangelie te verkondigen (Hand. 15 : 7). Wij denken hier aan de opdracht die Petrus ontving toen hij, daartoe geroepen, verbleef in Joppe 'bij een zekere Simon, een leerlooier' (Hand. 9 : 43). Daar wordt Petrus, in een aan hem verschenen gezicht, aangespoord de joodse onderscheiding van reine en onreine spijzen op te geven. En in aansluiting hieraan wordt hij door Gods Geest geleid naar het huis van de Romeinse hoofdman Cornelius te Caesarea, die Israëls God vereerde. Hier ervaart hij, dat de Heilige Geest Gods komt over allen, die daar op uitnodiging van Cornelius waren. Daar leerde Petrus, dat God ook de heidenen bekering ten leven en vrede door Jezus Christus schenkt. En zegt de Schrift: 'hij (Petrus) beval hen te dopen in de naam van Jezus Christus'. Deze ervaring van Petrus en opening voor het evangelie naar de heidenwereld staat beschreven in Handelingen 10.
Daarom kan Petrus nu tot het samengekomen convent zeggen, dat God ook aan de heidenen de Heilige Geest gegeven heeft. En zij worden op dezelfde wijze als de jodenchristenen alleen behouden door de genade van de Heere Jezus Christus. Legt dan, zegt hij, op de gelovigen van het Nieuwe Verbond, heidenen zowel als joden, niet de lasten van het voorbijgegane Oude Verbond.
Na Petrus neemt nu Jacobus, de broeder des Heeren, het woord. Hij stelt voor de heidenchristenen niet te belasten met de veelheid van wetsbepalingen van het Oude Verbond. De jodenchristenen zouden daarover elke sabbat in de synagoge kunnen horen. Maar voor dezen èn voor de christenen uit de heidenen moeten enkele bepalingen uit deze wetgeving blijvend van kracht zijn. Het Apostel-convent verenigt zich met dit voorstel. Er wordt een brief opgesteld, die dit omschrijft, en — door Judas en Silas, te zamen met Paulus en Barnabas — naar de gemeente in Antiochië zal worden gebracht.

Besluit van het Apostel-convent
Deze brief zegt, dat het de Heilige Geest en het saamvergaderde convent heeft goedgedacht de christenen in Antiochië geen andere lasten op te leggen, dan enkele onthoudingen, die reeds van oude tijden af geldig waren. Verboden wordt: 1. het eten van afgodisch offervlees, 2. het drinken van bloed, 3. het eten van niet uitgebloed vlees, 4. het bedrijven van ontucht. De besnijdenis te onderhouden wordt niet bevolen.
Bij 1. ligt het verbod afgodisch offervlees te eten voor de hand. Bij 2. en 3. denken wij aan het Noach-verbond (zie Gen. 9 : 3 en 4). Dit zijn Goddelijke voorschriften, van vóór de tijd van Gods Verbond met Abraham (Gen. 17 : 1-14) die na de zondvloed geldend waren voor de gehele wereld. Het verbod bloed te drinken, heeft in het verleden binnen de Gereformeerde gezindte de vraag doen rijzen of met bloed bereide spijzen gegeten mochten worden. Aan het verbod van eten van niet uitgebloed vlees wordt in de joodse gemeenschap voldaan door het slachten volgens ritueel voorschrift.
Bij 4. valt ook te denken aan huwelijken in de — bij joodse wet — verboden graden van bloedverwantschap (zie de huwelijksen kuisheidswetten in Leviticus 18). In de veelszins verwereldlijkte samenlevingen in onze tijd werken, door de algemene genade Gods, deze verboden in de burgerlijke wetgeving door.

De doorwerking van het Apostelenbesluit
Evenwel is met dit besluit van het Apostelconvent het laatste woord in de controverse judaïsten-heidenchristenen nog niet uitgesproken. De apostel Paulus maakt daar melding van in zijn Brief aan de Galaten. Hij beschrijft daar in hoofdstuk 2 een ontmoeting die hij heeft met de apostel Petrus (Kefas). Tijdens een bijeenkomst in Antiochië zondert Petrus zich, samen met Barnabas, af van de christenen uit de heidenen: dit uit vrees voor de daar aanwezige judaïsten-christenen. De gemeente dreigt dan weer uiteen te vallen. Paulus bestraft, temidden van de gehele broederkring. Petrus hierover. In Gal. 2 : 15-21 zet Paulus dan uiteen, dat voor Christus, jood en heiden onder hetzelfde oordeel vallen. Ook de jood wordt door God niet gerechtvaardigd op grond van door hem vervulde Wetswerken (zie o.a. Rom. 3 : 31). Voor God zijn gerechtvaardigd zij die op Christus al hun vertrouwen stellen en die Hem daarvoor zo dankbaar zijn, dat zij uit liefde Zijn geboden zoeken en onderhouden.
Toch zijn de besluiten van het Apostelconvent een belangrijke stap in de geschiedenis en in de ontwikkeling van de christelijke kerk. Zij is ontstaan binnen de omraming van het Oude Verbond, evenwel neemt de evangelieverkondiging, na Pinksteren, haar weg tot alle volken in het spoor van het Nieuwe Verbond in Christus Jezus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het conflict in de eerste christengemeenten aangaande de besnijdenis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's