Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Zonder de Heere niet verder'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Zonder de Heere niet verder'

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken.' Exodus 33 : 15

We mochten weer een nieuw jaar binnengaan. Verschillenden onder ons, die met ons het oude jaar waren begonnen, hebben niet met ons het oude jaar beëindigd. De Heere nam hen weg uit dit leven. En wij staan nu aan het begin van een nieuwe jaarkring. Dan kan wel eens de vraag in ons hart zijn, en ik hoop dat het echt een vraag is die ons bezighoudt: Hoe zal het met ons gaan, hoe zal het met mij persoonlijk gaan? Zal ik het einde van mijn leven vinden in dit pas begonnen jaar? Zal ik de wisseling van dit jaar met het volgende jaar nog wel meemaken in het land der levenden?
En we moeten het zeggen, dat wij ons leven geen ogenblik zeker zijn. Wij leven nu in een tijd van grote oorlogsdreiging. Aan alle kanten staat de wereld in brand. De oorlogen zijn talrijk en de geruchten van oorlogen zijn vele. Wij leven wat dat aangaat als op een vulkaan. 15 januari dan loopt een ultimatum af. Als de agressor Saddam Hoessein dan niet aan de voorwaarden heeft voldaan bestaat de grote kans dat er een grote strijd ontstaat. Vele ernstige ziekten doen ook de ronde onder de mensen. Rondom ons heen, dichtbij in onze familiekring of kennissenkring, zie je mensen wegsterven of plotseling het tijdelijk leven verwisselen met de eeuwigheid. En wij allemaal moeten het zeggen, dat wij ons leven geen ogenblik zeker zijn. Onze levensdraad kan zo maar afgesneden worden. Wij hebben geen enkele garantie dat wij de wisseling met het komende jaar nog weer zullen meemaken. Verschillenden onder ons zullen het moeten ervaren, dat dit hun laatste levensjaar zal zijn. Wat een aangrijpende gedachte, om ons dat nu eens heel persoonlijk te realiseren. We zouden haast geen stap meer durven doen, als we bedenken dat iedere stap ons levenseinde meer in zicht brengt.
Want de grote vraag is natuurlijk: Hoe sta ik voor de Heere, mijn Schepper? Hoe sta ik voor de heilige God? Dat is die God, Die zo heilig is, dat Hij geen gemeenschap hebben kan en hebben wil met de zonde. En ik weet het maar al te goed vanuit het Woord van God, dat ik zondaar ben. Dat ik vleselijk ben en verkocht onder de zonde. Dat ik de gerechtigheid van Christus nodig heb, om voor mijn Schepper te kunnen bestaan.
Als wij dat bedenken in eerlijkheid voor Gods Aangezicht, laat dan het gebed geboren mogen worden: 'Heere, zonder U kan ik niet verder, geen lenkele schrede.' Laat dan de overtuiging geboren mogen worden, dat wij in alles diep afhankelijk van de Heere zijn. Zo heeft Mozes, de man Gods dat ook verwoord in onze ineditatietekst: 'Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken.'
Mozes gevoelt hier de verschrikkelijkheid om met zijn volk te moeten optrekken, zonder dat hij zich gedragen weet door Gods gunst. Hij weet het maar al te goed hoe wederspannig het volk is en ieder ogenblik geneigd tot opstand tegen de Heere en Zijn dienstknecht Mozes. Hij kan niet verder met hen optrekken, zonder dat hij het weet, dat Gods aangezicht met hem en zijn volk gaat. En daar smeekt Mozes de Heere om. Want alleen Zijn inkomst en Zijn nabijheid kan Mozes rust geven om toch de woestijnreis verder te gaan, op weg naar het beloofde land Kanaän.
Mag het gebed van deze man Gods ook uw of jouw gebed zijn, staande aan het begin van een nieuw jaar? Zijn we ook bevreesd het nieuwe jaar verder te moeten, zonder dat we weten dat Gods aangezicht met ons gaat. Dat Hij door Zijn Woord onze wolkkolom is bij dag en onze vuurkolom bij nacht? Is de bede ook aan het begin van het nieuwe jaar in ons hart: 'Heere, maak in Uw Woord mijn gang en treden vast, opdat ik mij niet van Uw paden zal keren?'
Wij zijn immers zulke dwaalzieke mensen van nature, maar ook na ontvangen genade iedere dag nog tot hinken en zinken gereed. Van nature verkeren we allemaal op de brede weg, de weg bij God vandaan en dat is een levensgevaarlijke weg, die onverbiddelijk leidt naar onze eeuwige ondergang, als de Heere het niet verhoedt. Als wij ons nog op die weg bevinden, dan mogen we de Heere wel smeken of Hij ons daaraan ontdekken wil. Of Hij onze blinde zielsogen openen wil voor de werkelijkheid van ons leven. Of Hij door Zijn Woord en Geest ons ontdekkend aan de zonde voor Hem ons ook ontdekken wil aan Christus Zijn Zoon, de Heere Jezus, Die Zich zo diep wilde vernederen, dat Hij vlees werd. De broederen in alles gelijk behalve de zonden. Opdat Hij in deze weg de Verlosser van zondaren zou kunnen worden. Hij is de verse en de levende Weg, die door Zijn verzoenend lijden en sterven en opstanding, de weg heeft willen openen tot het liefdehart van Zijn hemelse Vader. En Hij is ook de enige Weg. Niemand komt tot de Vader, dan door Hem.
En om Hem, om Hem alleen smeekt Mozes de Heere. Want in Hem alleen geeft Gods vriendelijk aangezicht vrolijkheid en licht. Mozes durft niet verder te trekken zonder de overste Leidsman en de Voleinder des geloofs. Hij zit om Hem verlegen. Die God tot een Middelaar en Verlosser gesteld heeft. Hij, Die geboren werd in een beestenstal, opdat hij het zondevuil in ons leven zou kunnen wegdoen. Dat is Hij, Die de Weg is en ook onze Weg wil zijn tot onze vrede en eeuwige zaligheid.
De Heere stelt aan Mozes de vraag: 'Zou Mijn aangezicht, dat is Mijn genadige tegenwoordigheid in Christus, met u moeten gaan, om u gerust te stellen?' Wat een liefde van de Heere spreekt toch uit deze vraag aan Zijn knecht Mozes. Dit zijn de woorden van een Vader, Die spreekt tot Zijn kind. De Heere weet het wel, dat Mozes niet zonder Zijn nabijheid kan. Het is als tussen een man en een vrouw, die elkaar liefhebben. Ze weten het wel, maar ze willen het van tijd tot tijd nog weer eens zo graag van elkaar horen. Zo gaat de Heere nu om met Zijn kind en knecht Mozes. Zo gaat de Heere nu om met al Zijn kinderen. Zijn levende gemeente op aarde. De Heere kent hun liefde voor­ Hem, want Hij Zelf heeft hun die liefde geschonken. Maar de Heere wil zo graag, dat zij telkens weer opnieuw uiting zullen geven van hun liefde ook ten aanzien van Hem. Zowel door hun woorden, als ook door hun daden. Door met lust en liefde te wandelen naar Zijn geboden. Want daarin wordt de Heere verheerlijkt, namelijk in Zijn eigen werk in hun leven.
Als wij aan het begin van een nieuwe jaarkring staande, zo om Hem verlegen zitten, zoals Mozes, de man Gods, dan behoeven wij niet om Hem verlegen te zitten. Want aan zulke mensen wil de Heere zo graag Zijn aangezicht medezenden in Christus Zijn Zoon, door Zijn Woord en Geest, om hen gerust te stellen. Dat is juist het liefste wat Hij doet. Als wij met dit hartelijke gebed het pas begonnen jaar in en door zullen mogen gaan, dan zullen we het mogen ervaren, dat die Heere niet een land is van uiterste donkerheid, maar het Licht is, wat de duisternis in ons leven wil laten verdwijnen. Dat Hij door het verzoenend werk van Christus Zijn Zoon de zonde uit ons leven wil wegdoen, opdat het licht zal worden in ons hart. Dan zullen wij de vre­de met God in ons leven mogen kennen. In Christus zien wij wel heel bijzonder Gods Aangezicht, Gods vriendelijk Aangezicht.
Moge Hij dat ook voor ons zijn in dit nieuwe jaar, zowel in ons persoonlijk leven, ons kerkelijk leven en ons maatschappelijk leven. Moge Hij de ademtocht en ons leven zijn. Dan zal ons leven Christus zijn en ons sterven winst. Alleen in Hem hebben wij een veilige Geleide ook voor dit pas begonnen jaar 1991. Want met Hem alleen kan het Nieuw Jaar in ons leven beginnen, in de weg van wedergeboorte en bekering, als wij door het geloof aan Hem verbonden worden. En dat Nieuwe Jaar wordt nooit meer oud. Dat Nieuwe Jaar maakt Hij vol, naar Zijn belofte op de Oudejaarsdag van het leven van Zijn kinderen. Dan zal echt al het oude zijn voorbijgegaan en zal alles waarlijk nieuw zijn geworden.
Wij wensen u allen van harte zo'n gezegend Nieuwjaar toe, tot eer van de Heere en tot heil van u allen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Zonder de Heere niet verder'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's