Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W.S. Duvekot, Begrijpt u wat u leest? Een hedendaagse uitleg van de Openbaring van Johannes. Den Haag 1991, 280 blz. Prijs ƒ 39,90.
In 51 — wat ik zou kunnen noemen — Bijbelstudies wordt ons in het jongste boek van dr. Duvekot, boven genoemd, een 'up to date' uitleg van het laatste Bijbelboek voorgelegd, dat het lezen en bestuderen ten volle waard is. Het boek is ontstaan uit een serie preken van anderhalf jaar lang en een tweejarig bezig zijn met de Openbaring op een drietal kringen. Dus is het bepaald niet een pennevrucht, met de natte vinger geschreven.
Niemand verwacht dat ook van de schrijver die bekend staat als een theoloog die zich uitvoerig heeft beziggehouden met het jodendom. In zijn voorwoord schrijft hij: 'Wat van het gehele Nieuwe Testament geldt, geldt ook van de Openbaring: 'Het is door en door joods'.
Met dat laatste is dan ook een belangrijke koers uitgezet bij de verklaring die Duvekot geeft. Heel instructief draagt hij, 'zo objectief mogelijk lezend', een berg materiaal aan uit de joodse achtergronden van het NT, waardoor telkens weer nieuw licht wordt geworpen op de vele voor ons vaak zo raadselachtige woorden en uitdrukkingen van het boek der Openbaring. Overigens wijst hij er ook steeds op, dat het laatste woord hiermee niet altijd gezegd is.
Ik zou het boek van Duvekot kunnen typeren als een serieuze poging om de boodschap van de Openbaring te lezen a) tegen de achtergrond van de onmiddellijke context van de schrijver, Johannes, zijn herkomst en joodse achtergrond en de tijd waarin hij leefde, en b) als een troostboek voor de mens van de 20e eeuw. In beide gevallen gaat Duvekot overigens met de nodige voorzichtigheid te werk en hoedt zich voor al te concrete invullingen.
Het boek sluit af met een zevental beschrijvin­gen van de plaatsen van de gemeenten van Klein Azië nu.
Al met al een boek waarmee ieder die gediend wil zijn met een gedegen verkenning van het boek der Openbaring, zijn winst kan doen. Inmiddels is hier echter wel sprake van een zeer speciaal verstaan (begrijpen?) van de boodschap van dit Bijbelboek. Op een aantal vitale punten — moet ik zeggen — acht ik deze uitleg toch wel erg aanvechtbaar.
1. Het boek is getoonzet op de maat van een hermeneutisch omgaan met de Schrift waarin de historische achtergronden van een Bijbelboek voor de uitleg maatgevend zijn. Op zich is dat best te verdedigen. Maar of dat dan in het geval van de Openbaring moet inhouden, dat Johannes gebruik heeft gemaakt van beelden uit de Babylonische astrologie (blz. 37v), is voor mij lang nog geen uitgemaakte zaak. Een zwaarwegender bezwaar tegen de hermeneutische benadering van de Schrift door Duvekot ligt in de wijze waarop hij ook 'veranderende tijdsomstandigheden' van nu een hartig woordje laat meespreken in zijn actualisering van de boodschap van de Bijbel. 'De verkondiging van het Evangelie past zich aan aan de gewijzigde omstandigheden in elke tijd' (blz. 37v).
2. Er is kennelijk wat betreft het verstaan van de boodschap van het laatste Bijbelboek bij Duvekot sprake van een 'tweerig' denken dat inherent is aan zijn visie op de verhouding tussen christendom en jodendom, maar dat zeker niet in overeenstemming is met de diepste intenties van de schrijver van het boek Openbaring. 'Wij staan in diepe verbondenheid met Israël, accepterend de afwijkende visie van deze anderen, voor de God van Abraham, Isaak en Jacob; die verbondenheid hoger achtend dan onze verschillen in de leer' (blz. 40). 'Wij als christenen zullen ons geloof natuurlijk onder woorden brengen vanuit onze diepe verbondenheid met Jezus als de lang verwachte Messias. Maar dat betekent niet dat anderen, zoals joden, die leven vanuit dezelfde sterke hoop op de vervulling van Gods beloften in het aanbreken van Zijn Rijk, daar dan buiten gesloten zouden zijn' (blz. 188). Ik denk, dat de schrijver van het vierde Evangelie die ik voor dezelfde houd als die van de Openbaring, zulke zinnen niet voor zijn rekening zou nemen.
3. De vertaling van de boodschap van het boek Openbaring voor vandaag wordt in het geschrift van Duvekot behoorlijk vereenzijdigd en versmald. Hij leest die boodschap immers steeds als een maatschappij-kritisch protest tegen de instituering van het kwaad in de machten. 'Hoe lang zullen jullie doorgaan met het steunen van de machtigen en de onderdrukkers?' (blz. 76). Voor Duvekot is 'de macht van het geld, van de multinationals, van de wereld van de industrie en bankwezen bron van machtswellust' (blz. 177). En de roeping van de christen is volgens hem vooral: 'de eenheid van de kerken beogen (geen nieuwe kerkscheuringen), grote maatschappelijke betrokkenheid bevorderen, het milieu goed beheren, het leven van ieder mens hoogachten, ongeacht diens ras, nationaliteit of geaardheid' (blz. 53). Welnu, wie in onze dagen (van Oorlog in het Midden-Oosten) enigszins probeert achter de schermen te kijken, zal Duvekot op de genoemde punten niet direct afvallen. Maar toch is hier sprake van een horizontalisering, want humanisering en ethisering om niet te zeggen moralisering van de boodschap van de Bijbel. Wij moeten 'met vallen en opstaan ons willen inzetten om de wil van de Heer te doen', aldus de schrijver (blz. 79). Want 'God neemt allen aan die leven vanuit de hoop op een wereld van vrede en liefde...' (blz. 188). Een wereld die Duvekot ziet dagen in een 1000-jarig vrederijk, waaraan wij werken moeten.
Voor zover ik echter de boodschap van het laatste Bijbelboek versta tegen de achtergrond van het totale Schriftgetuigenis, zit de kwaal die hier wordt opgespoord, bepaald dieper en is die kwaal ook niet zo licht te genezen als Duvekot suggereert. Bovendien is daar in de Openbaring ook zoiets als de onafwendbaarheid van de oordelen van God. 'Beef, gij ganse aarde'.

Dr. G.H. Cohen Stuart (red.), Een bevrijdend woord uit Jeruzalem? In gesprek met Joodse en Palestijnse bevrijdingstheologe. Den Haag, 1991, 132 blz. Prijs ƒ 19,90.
We kunnen dr. Cohen Stuart, de theologisch adviseur vanwege de NH Kerk in Jeruzalem, dankbaar zijn voor de uitgave onder zijn verantwoordelijkheid van bovengenoemd 'bevrijdend woord uit Jeruzalem'. De Joods-Palestijnse kwestie is een 'heet hangijzer'. Dat weet iedereen. Maar weet u ook dat er 'theologen' zijn die menen, dat de 'intifada' met de vleeswording van God in Christus Jezus begonnen is en dat die zich voortzet in de 'intifada' van Palestijnse zijde nu?
Het door Cohen Stuart geredigeerde, bovengenoemde boek gaat vooral in op deze en andere bevrijdingstheologieën die op een zeer eigensoortige manier gebruik maken van bijbelse gegevens voor hun roep om bevrijding. Er zijn overigens van weerskanten bevrijdingstheologieën (van Joodse zijde: Mare Ellis en van Palestijnse kant: Canon Naim Ateek) waarin onder meer het bijbelse exodus-motief een belangrijke rol speelt. En zulke theologieën functioneren vandaag vaak als een legitiem 'oecumenisch' alternatief voor Israël-theologie'.
Heeft dit alternatief werkelijk een been om op te staan? Kan het exodus-verhaal model staan voor iedere vorm van gewenste bevrijding? Kan er werkelijk sprake zijn van verzoening tussen Jood en Arabier buiten het ootmoedige besef om, dat het (voort)bestaan van Israël en het wonen van dit volk in het land van de belofte een zaak is van Gods verkiezing? En wat houdt dat dan in m.b.t. de samenleving in het land Israël vandaag?
In het hierbij aangekondigde boek onder redactie van Cohen Stuart klinken joodse, rooms-katholieke en protestantse stemmen, alle uit Jeruzalem en alle beducht voor elke, ook nieuwe vorm van de aloude 'vervangingstheologie'. Het boek is een soort 'regenboog' met een spectrum van visies die onderling verschillen. Maar het spoort aan tot een blijvend nadenken over 'het geheim van Israël'. Het zet ons in elk geval ook op scherp, door de vele historische en theologische 'wetenswaardigheden' die ons geboden worden. En als zodanig is het een stem die ons wil wegroepen van historische en theologische dwaalwegen. Hopelijk geen stem als van een roepende in de woestijn.
Het taalgebruik vereist hier en daar voor de theologisch minder geschoolde lezer enig doorzettingsvermogen. Maar dat kan geen verhindering heten voor de welwillende lezer die er belang bij heeft, te komen tot een bijbelsonpartijdig oordeel. Men luistere ook daarom naar deze 'stemmen uit Jeruzalem'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's