Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet Sinaï, maar Sion!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet Sinaï, maar Sion!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij zijt niet gekomen tot de tastelijke berg..., maar gij zijt gekomen tot de berg Sion. Hebr. 12 : 18 en 22

Wat is de Kerk van het Nieuwe Testament zeer bevoorrecht boven die van het Oude Testament. Wat zijn echter Gods kinderen zich dit vaak weinig bewust. En wat zoeken anderen, die ook onder de kinderen van God gerekend willen worden, dit op een manier te bereiken die vreemd is aan de weg die de Heere Jezus heeft geopenbaard in het Evangelie. Wat leven er velen Oudtestamentisch in plaats van Nieuwtestamentisch. Wat staan er weinigen in die vrijheid waartoe Christus hen geroepen heeft, die weer of nog steeds met het juk van de dienstbaarheid bevangen zijn. Die wel de Geest der aanneming tot kinderen hebben ontvangen door Wie wij roepen: Abba, Vader, maar nu weer lijken de Geest der dienstbaarheid te hebben ontvangen. Die hen doet vrezen en God doet dienen met een meer slaafse vrees. Hoe komt dat toch? Dat komt omdat wat op de berg Sinaï te horen is, al die bevelen, voorwaarden, bedreigingen en verschrikkingen ons natuurlijk hart veel meer aanspreekt dan wat er te horen is op de berg Sion. Wat op de Sinaï gehoord wordt, komt veel meer overeen met wat wij van nature aan gedachten hebben over hoe wij God kunnen behagen. Wij denken dat wij om zalig te kunnen worden ook zelf nog zoveel moeten doen. Daarom is het van groot belang dat wij gaan verstaan wat het betekent: Gij zijt gekomen tot de berg Sion.
Wat Israël te horen en te zien kreeg toen het genaderd was tot de berg Sinaï was vreselijk. Daar was het alles verterende vuur van Gods toornegloed. Daar was donkerheid en duisternis en onweer. Donderslagen deden de woestijn beven en bliksemen vlogen in het rond. Het waren tekenen van de Majesteit van God. Dat Hij Zich daar vertoonde als een strenge Rechter. Daartoe diende ook het geklank van de bazuin waarmee het afkondigen van Zijn heilige wet gepaard ging. Met zo'n heiligheid was de Sinaï omgeven, dat zelfs een dier wanneer het de berg zou aanraken dit met de dood zou moeten bekopen. De heiligheid van de Sinaï was niet te verdragen. Daarom smeekte het volk dat God niet langer op deze wijze tot hen zou spreken. En Mozes riep uit: Ik ben gans bevreesd en bevende.
Verwacht het daarom niet langer meer van de Sinaï, van de Wet. Door de zondeval zijn wij zo verdorven geworden, dat wij geheel onbekwaam zijn tot enig goed. Zelfs zij die veel genade kennen, hebben slechts een klein beginsel van de gehoorzaamheid die God van ons in Zijn Heilige Wet eist. Daarom moeten ook zij met David uitroepen: Heere, ga niet met Uw knecht in het gericht, want niemand die leeft zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn. Houd u er daarom ook mee op te denken God te kunnen behagen door uw doen of laten. Het is wel goed dat u met de Sinaï in aanraking komt. Echter alleen om afgebracht te worden van al uw verkeerde gronden van vertrouwen en van uw gedachten dat het met u wel meevalt. Het is goed om met de Sinaï in aanraking te komen om genezen te worden van de gedachte God door het uwe te kunnen behagen en u gaat vluchten tot Christus en uw ogen opengaan voor de onwaardeerbare grote genade van God, geopenbaard op de berg Sion. Dit is het grote voorrecht van de Nieuwtestamentische gemeente. Gekomen te zijn tot de berg Sion. Die voorrechten zijn wel niet voor het oog te zien, niet tastbaar. Toch gaan ze ver uit boven wat het volk van het oude verbond bezat. Ja, groot heerlijk en aantrekkelijk is de genade die aan ons in het Nieuwe Testament geopenbaard wordt en waartoe de Kerk nu gekomen is. Wij ontvangen groter eer dan Mozes, die wel de Sinaï beklimmen mocht, maar de berg Sion niet. Ook die Hebreeën deelden in dit grote voorrecht, die dreigden afvallig te worden. Die wel gedoopt waren, maar nog niet door een oprecht gelovig hart dit heerlijke Evangelie en Christus in het Evangelie en al de door Hem verworven voorrechten aangeboden in dat zelfde Evangelie, ootmoedig en eerbiedig hadden aangenomen. Door de schatten van het Evangelie zo heerlijk voor te stellen, lokt de briefschrijver hen daartoe weer uit. Hij verkondigt de grootheid van deze genade ook aan die Hebreeën, die door onkunde niet beseften hoe rijk zij wel waren en daarom aan het verachteren waren in de genade.
Ook u bent gekomen tot de berg Sion! En dan doordat u gedoopt bent en doordat u geroepen wordt door het Evangelie. Tot deze weldaden roept God ons namelijk als Hij ons door het Evangelie tot Zich roept. Echter alleen zijn die als een arme zondaar van harte op dit Evangelie hun vertrouwen stellen hebben daar ook persoonlijk deel aan, ook al zien zij dat niet. Wij zeiden het al dat door onkunde dit niet altijd beseft wordt. Velen zijn tot de berg Sion gekomen als was het de berg Sinaï. Daarom is er zo weinig blijdschap en zekerheid. Het zou groot zijn als daar nu verandering in zou komen. Dat ook u, als u het nog niet ziet, het gaat zien wat de schrijver van deze brief hier zegt: Maar gij zijt gekomen tot de berg Sion. Daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Niet Sinaï, maar Sion!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's