Naam

God is te kennen, omdat Hij ons Zijn Naam bekend gemaakt heeft. De Heere Jezus zegt tot Zijn Vader in het hogepriesterlijk gebed: 'Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, die Gij mij uit de wereld gegeven hebt'. God wil geen onbekende zijn, Hij wil 'Naam hebben' onder de mensen. Hij wil door mensen aanbeden en verheerlijkt zijn, bij Name gekend en erkend.
Het mag duidelijk zijn dat in de Bijbel een naam heel wat meer is dan een simpel onderscheidingsteken. De naam van een mens heeft in het algemeen te maken met het geheimenis van de persoonlijkheid. De naam geeft aan wat iemand is, en van wat er van hem of haar verwacht mag worden. Zoals zijn naam is, zo is hij ook echt, dat werd bijvoorbeeld — in negatieve zin — van Nabal gezegd, die David geen recht deed. 'Dwaas' betekent die naam. En positief was Noachs naam een belofte van Gods troost.
De naam is een kostbaar bezit, dat men niet zomaar laat aantasten. 'De naam is uitgelezener dan grote rijkdom', zegt de Spreukendichter. Daar moet men zuinig op zijn. Het wordt als een gericht ervaren als de naam van de aarde wordt uitgewist. Zo is het daarentegen een bijzondere troost te mogen weten dat de naam bij God bekend is, Die in Zijn genade de persoonlijkheid van Zijn kinderen niet verloren laat gaan. Hij geeft ze immers een 'nieuwe naam' (Openb. 2 : 17).
Oneindig veel meer dan de naam van een mens is de Naam van de levende God van waarde. God is geen anoniem hoger wezen, geen onpersoonlijke macht, maar de Heere, Die Zijn Naam als het geheim des Levens aan Zijn volk bekend maakt. Hij wil gekend zijn, en daarom heeft Hij uit vrije gunst Zijn Naam van den beginne geopenbaard. Die Naam is men begonnen aan te roepen in de dagen van Enos. Die Naam was Abrahams levensgrond, Davids kracht, Jobs enige houvast. Die Naam werd Mozes bekendgemaakt bij de brandende braambos: Heer, ik zal zij die ik zijn zal.
Vandaar dat het misbruik van de Naam zo diep ernstig is. Het is zich bezondigen aan de rijke genade als de Naam Die gegeven is om aan te roepen tot zaligheid wordt misbruikt. Het middel van genade om God te mogen zoeken en kennen als de God des heils verkeren tot een middel om zich van Hem af te maken. Daar kan niet anders dan de dood op volgen.
God heeft ons Zijn Naam bekendgemaakt. Die Naam kennen, dat is gemeenschap mogen oefenen met de Heere, Hem ook aanspreken mogen op Zijn Naam, Die in Zijn Woord wordt uitgeschreven. Zijn Naam doet ons Hem kennen in het hart. En nooit heeft God Zijn Naam heerlijker laten klinken dan in de Enige Naam onder de hemel gegeven om zalig te maken, de naam van Jezus Christus. 'Gezegend Hij Die komt in de Naam des Heeren', dat werd over de Heere Jezus uitgeroepen. In Hem heeft God Zijn Naam doen wonen. Hij is de Eniggeborene des Vaders, Die ons Zijn Naam verklaart, vol genade en waarheid. 'Laat ons alom Zijn lof ontvouwen: in Hem verblijdt zich ons gemoed, omdat wij op Zijn Naam vertrouwen, Dien Naam zo heilig, groot en goed'. En de Heilige Geest verzekert: 'En het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen