Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een apostolisch gebed om versterking door de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een apostolisch gebed om versterking door de Heilige Geest

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Om deze oorzaak buig ik mijn knieën tot de Vader van onze Heere Jezus Christus, uit welke al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens'. (Efeze 3 : 14-16)

'Zie hij bidt'. Dat zei de Heere eens tot Ananias van Saulus van Tarsen, nadat hij op de weg naar Damascus neergeveld was. 'Zie Hij bidt'. Dat kunnen wij van dezelfde Paulus zeggen, als hij in Rome gevangen zit. Hij bidt voor de christelijke gemeente van Efeze. 'Om deze oorzaak buig ik mijn knieën tot de Vader van onze Heere Jezus Christus'. Wat bedoelt hij met deze oorzaak? Het feit, dat niet alleen joden deel hebben aan het heil in Christus, maar ook heidenen. Dat is een groot wonder. Paulus noemt het in vers 3 van Ef. 3 een verborgenheid en zegt, dat God hem dat door een openbaring heeft bekend gemaakt. Van Godswege is hij aangesteld als apostel der heidenen. Trouw heeft hij zijn werk gedaan. En door Gods genade zijn er heidenen tot geloof en bekering gekomen. De christelijke gemeente van Efeze bestaat voornamelijk uit heiden-christenen. Paulus bidt voor hen. Hierin is hij een voorbeeld voor alle ambtsdragers. Laten zij maar veel bidden voor de mensen, die aan hun zorgen zijn toevertrouwd. Omgekeerd hebben de gemeenteleden de plicht om te bidden voor hun predikanten, ouderlingen en diakenen. En laten de gemeenteleden niet vergeten om ook voor elkaar te bidden. Onderschat de waarde van de voorbede niet! Paulus buigt zijn knieën. Gewoonlijk bad men in Israël staande. Alleen bij grote nood of diepe ernst boog men de knieën. Het is een teken van eerbied tegenover en afhankelijkheid van God. Wij buigen in het persoonlijke gebed toch ook wel de knieën? Dat is nodig. Want in het gebed spreken wij niet tot een mens, maar tot de hoge God. Paulus richt zich tot de Vader van onze Heere Jezus Christus, uit welke, zo zegt hij, al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt. Met dat geslacht bedoelt hij de Kerk des Heeren. Al het geslacht in de hemelen wordt gevormd door de gezaligden, al het geslacht op de aarde door de ware gelovigen. Zij worden genoemd uit de Vader van onze Heere Jezus Christus. Want Hij heeft zich in Christus over hen ontfermd en hen uit de duisternis getrokken tot Zijn wonderbaar licht. De gezaligden zijn de strijd te boven. De gelovigen op aarde staan er nog midden in. Maar in Christus mogen zij tot God naderen. En dat met vrijmoedigheid. Want in Christus' bloed is er een verse en levende weg ontsloten tot de Vader. Laten wij dan van die weg gebruikmaken en in het gebed naderen tot de Vader van onze Heere Jezus Christus. Verzuim het gebed niet, ook de voorbede niet.
Paulus bidt voor de gemeente van Efeze. Bidt hij voor hun materiële welvaart en voor hun gezondheid naar het lichaam? Neen. Mag dat dan niet? Zeker wel. Al onze noden mogen wij God bekend maken. Er staat in de Bijbel: 'Werpt al uw bekommernissen op Hem, want Hij zorgt voor u', 1 Petrus 5 : 7. Maar laten wij met Paulus wel bedenken, dat de wereld voorbij gaat met al haar begeerlijkheid. Daarom moeten wij allereerst en allermeest gericht zijn op onze geestelijke welvaart en op die van onze naaste. Paulus bidt voor de Efeziërs tot de Vader van onze Heere Jezus Christus: 'Opdat Hij u geve, naar de rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in de inwendige mens'. Wij zijn zo totaal van de Heere afhankelijk. In onszelf is geen kracht om goed te doen. Voor onze bekering niet, maar daarna evenmin. Daarom moeten wij het nooit van onszelf verwachten. In ons is geen goed, in ons is geen kracht. Wij kunnen niet op tegen de macht van de boze, van de wereld en niet te vergeten van ons eigen vlees, onze oude mens. Van nature zitten wij er helemaal in de ban van. En als wij door genade in het geloof mogen leven, hebben wij er iedere dag mee te maken. Daarom is het zo nodig, dat wij met kracht versterkt worden door de Hei­lige Geest in de inwendige mens. Onze inwendige mens is ons hart, het centrum van ons leven. De Heere wil door Zijn Geest in ons werken. Niet voor niets is de Geest op Pinksteren uitgestort. Maar de Heere wil er wel om gebeden zijn. Leeft u nog buiten de Heere Jezus Christus? Bidt dan om de Heilige Geest. Hij overtuigt ons van zonde. Dat doet Hij niet om ons dwars te zitten, maar om ons uit te drijven uit onszelf naar onze Heere Jezus Christus toe. Wat een zegen is het, als wij het door de bediening van de Heilige Geest van Christus mogen verwachten. Maar dan moeten wij wel steeds weer opnieuw met kracht in ons hart versterkt worden door de Heilige Geest. Anders verdorren en verdrogen wij geestelijk. De Geest werkt door middel van het Woord en van de heilige Sacramenten. Laten wij daar dan ernst mee maken. In het geestelijke leven blijven wij afhankelijk van de Heilige Geest en hebben wij iedere dag Zijn werking nodig. Moge Hij ons dan in onze inwendige mens, in ons hart met kracht versterken. Want wat kan er in het leven des geloofs veel twijfel zijn, veel moedeloosheid, veel beproevingen, veel verlokkingen van de kant van de wereld. Als wij aan onszelf overgelaten zouden worden, zou er niets van terecht komen. Daarom bidden wij: 'Vader van onze Heere Jezus Christus, geef, dat wij door de Heilige Geest met kracht versterkt mogen worden in onze inwendige mens. Doe dat naar de rijkdom van Uw heerlijkheid'. Daarop pleit Paulus. Bij onszelf is geen pleitgrond. Nu niet en nooit.
Wij zijn zondige mensen. Maar er is wel een pleitgrond voor het gebed in God. Wij mogen pleiten op de rijkdom van Zijn heerlijkheid. Zijn heerlijkheid blijkt allereerst in Zijn majesteit. God is groot van majesteit. Tegen al onze problemen en zorgen is Hij opgewassen. Hij kan ons helpen! Maar dat niet alleen. Hij wil ons ook helpen. Want Zijn heerlijkheid blijkt niet alleen in Zijn majesteit, maar ook in Zijn barmhartigheid. Bij Hem zijn milde handen en vriend'lijk' ogen. Pleitend op de rijkdom van Gods heerlijkheid bidden wij daarom: 'Vader van onze Heere Jezus Christus, werk door Uw Geest in onze harten. Doe het, opdat wij onszelf mogen kennen en onze Heere Jezus Christus mogen kennen. Dat hebben wij zo nodig, voor het eerst, maar ook bij de voortduur. Opdat wij niet verdorren in het geestelijke leven, maar in de kennis van Christus mogen wassen en toenemen.'

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een apostolisch gebed om versterking door de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's