Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. B. Wentsel, God en mens verzoend. Incarnatie, verzoening, koninkrijk van God, Dogmatiek deel 3b. J.H. Kok, Kampen, 1991. 746 blz., ƒ 156,–.
Een nieuw en indrukwekkend deel, dat Wentsel aan zijn dogmatiek heeft toegevoegd, tevens de tweede band van zijn verzoeningsleer. Het vorige deel bevatte vooral de leer aangaande God, in samenhang met die aangaande de mens, en de zondeleer. Dit wordt nu aangevuld door deze band, die vooral de uitwerking van de verzoening in de wereld en in het mensenleven tot inhoud heeft.
Hierin komen naast klassiek ook heel eigentijdse vragen aan de orde. Klassieke: de maagdelijke geboorte, de verzoening door Christus (de hilasmos), de inhoud van de verkondiging van de kerk, de satan, de hemel en de hel. Eigentijds: de functie van de wetenschap in het licht van het koninkrijk van God, onze politieke positiekeuze, de vraag naar de theodicee, naar het lijden van God, naar de zin van bevrijdende en op welzijn gerichte arbeid, de betekenis van het wegvallen van het ijzeren gordijn en van de naderende opheffing van de rassenscheiding in Zuid-Afrika voor het koninkrijk van God, de zorg om- en opdracht voor- de derde wereld. Ik doe hier slechts enkele grepen.
Het is o.i. opmerkelijk, hoezeer Wentsel in toenemende mate gaat steunen op wat de bijbelse theologie en de historisch-kritische exegese oplevert, en daarmee ook op het Oude Testament. Voor de zondagsviering wordt teruggegrepen op Torah en Pèsach. Voor het ambt van Christus naar het Levitisme, en dus naar de plaats en betekenis van Leviticus in de Schrift. Voor de maagdelijke geboorte naar de betekenis van de geslachtsregisters. Voor het profetisch ambt van Christus naar die van het boek Deuteronomium. Voor het heil naar die van de synoptische evangeliën. En zo kan ik weer doorgaan.
Hiermee staat dan ook in verband dat Wentsel, waar nodig, het gesprek — de anti-kritiek — beoefent met de vorm- en de godsdienst-historische school, mede de reden waarom dit boek een schat aan materiaal bevat. Dit wordt dan aangevuld door het vele dat Wentsel aandraagt in zijn polemieken met bijv. de bevrij­dingstheologie en de (Roomse) wortels daarvan, waarna hij dan weer terugbuigt naar het O.T. en de plaats van de gerechtigheid aldaar.
De ordening van de stof is origineel, maar ook niet vrij van een zekere eigenzinnigheid. Een klassiekere indeling heeft het voordeel dat doublures niet voor de hand liggen: men weet waar iets hoort te staan. Toch zit er ook een verrassingselement in deze eigenzinnigheid: dingen komen ter sprake op plaatsen waar ze echt óók horen.
Traditiegetrouw is Wentsel over de hele linie, iets wat opvallend blijkt uit zijn anhypostatisch denken, dat z.i. aan het ware mens-zijn van Christus niet tekort doet. Zo'n theologisch oordeel is bepaald niet 'in'. En dan te weten hoe ook in zijn eigen kring vroeger al onder orthodoxen de onpersoonlijke menselijke natuur, door Christus aangenomen, op de tocht werd gezet. En het laatste stuk, over hemel en hel, de dubbele uitkomst, niet als conclusie op grond van ongelovigheid van mensen maar als deel van de ene geopenbaarde waarheid, een leerstuk waaraan Wentsel onverkort vasthoudt, heeft hem kennelijk worsteling gekost, getuige mede het grote dogmenhistorische overzicht.
Het is, althans voor mij, nog niet mogelijk het groeiende geheel te toetsen. Ik geeft als mijn — voorlopig — oordeel dat Wentsel de neiging heeft de verbondsgedachte te overbelasten, en daardoor soms ook die van de dialoog, en dat hij door zijn schematiseringen vaak uiteentrekt wat in wezen één is. Voorts dat we hier een echt gereformeerde dogmatiek voor ons hebben, die bovendien een onschatbare hoeveelheid gesorteerd materiaal biedt en die niet voert tot ghetto-vorming omdat er een oprechte bewogenheid om deze wereld zoals deze nu is achter schuilgaat. Wentsel is bezig aan een standaardwerk dat via lange adem zijn invloed zal moeten oefenen. Vandaar de lengte van deze bespreking.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's