Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

D. Koole en W.H. Velema (red.), Zichtbare liefde van Christus, Het diakonaat in de gemeente. Uitg. Kok-Voorhoeve, Kampen 1991. Prijs ƒ 39,90.
Dit boek bestaat uit een aantal diakonale opstellen. Drs. W. Steenbergen opent met een hoofdstuk Bijbelse achtergronden.
Zorgvuldig loopt hij teksten en pericopen langs, die bijzonder van diakonaal karakter zijn. Dat levert een uitvoerige Bijbelse oriëntatie op, aangevuld door dr. B.J. Oosterhoff met een bijdrage over de diakonale kernwoorden liefde, barmhartigheid en gerechtigheid. De laatste twee begrippen acht hij vrijwel synoniemen te zijn (pag. 57).
C. Huizinga schrijft over rentmeesterschap als een centraal en wezenlijk element in het diakonaat.
Het tweede hoofddeel bestaat uit een historisch overzicht vanaf de Vroege Kerk tot heden. Grotendeels geschreven door dr. W. van 't Spijker. Dit deel van het boek heb ik het boeiendst gevonden, vooral door interessante, mij tot nu toe onbekende historische gegevens en citaten.
Drs. J.C.L. Starreveld schrijft over de diakonie in de 19e eeuw en K.T. de Jonge over de 20e eeuw.
Na een korte 'tussenbalans' van dr. W.H. Velema, die de beide eerste hoofdstukken bondig samenvat, volgt het vierde deel: de diaken en de diakonale gemeente. Dr. T. Brienen schrijft over de diaken binnen de gemeente. H.H. van Well volgt met een hoofdstuk over Werken als diaken buiten de gemeente en, opnieuw, dr. W. van 't Spijker over de diaken en de kerkelijke vergaderingen. Tenslotte schrijft dr. Velema het sluitstuk: Diakonale roeping, samen met D. Koole.
Velema handelt over die roeping in onderling verband en in de samenleving, Koole over diakonale roepingen en de wereldnoden.
Een uitvoerige literatuuropgave van de hand van drs. J.N. Noorlandt verwijst naar verdere lectuur.
Het verschijnen van dit werk betekent een verrijking van de diakonale literatuur. Het is zeer de moeite waard om er kennis van te nemen, vooral voor diakenen, maar zeker ook voor andere ambtsdragers en gemeenteleden. Natuurlijk roept het boek hier en daar vragen op of nodigt het uit tot het maken van opmerkingen. Ik noem er enkele:
a. Zowel in het Nieuwe Testament als in de kerkgeschiedenis is sprake van de inschakeling van vrouwen in het diakonaat, zoals b.v. bij Calvijn en het Convent van Wezel, soms diakonessen genoemd met een heel eigen functie in de kerk, soms kennelijk 'helpsters' van de (mannelijke) diakenen, zoals bij Voetius.
Dit wordt op verschillende plaatsen door de scribenten geconstateerd, maar geen van hen gaat er echt op door. Een wezenlijke bijdrage in de discussie over de vrouw in het diakenambt wordt zo gemist.
b. Steenbergen vindt de diaken niet terug in het jodendom van de synagoge. Hij schrijft, dat de Geest van Christus, de grote Diaken, de figuur van de diaken in het leven heeft geroepen. Dat is mooi gezegd. Graag had ik iets gelezen over de diakonale praktijk van de synagoge, die er wel degelijk was.
c. Frappant is de spanning tussen diakonaat en overheid in de gereformeerde wereld zowel van Genève als de Republiek. Mij trof de zin: 'Het zou zelfs tot 1568, vier jaren na Calvijns dood, duren voordat men in de kerk van Genève in de openbare eredienst collecteerde voor de armen' (pag. 88). De overheid werkte tegen!
d. Starreveld en in zijn voetspoor Velema noemen het hervonnde diakonaat in de 19e eeuw afstandelijk en zakelijk, in de massaliteit van de volkskerk, zonder de bewogenheid van het reformatorisch diakonaat (pag. 101, 149). Dat globale oordeel zal niet geheel onjuist zijn, maar miskent toch te zeer de vele uitzonderingen.
e. Interessant is de tekening van het verschil tussen het diakonaat in de kerken van de Afscheiding en dat van de Doleantie. 'Een ander klimaat', vindt Starreveld terecht: 'De generaal en de strategen komen in het gezichtsveld. A. Kuyper is de generaal en de predikanten H. Hoekstra, N.A. de Gaay Fortmann en W. van den Bergh zijn de strategen' (pag. 110).
f. Handelt het eerste gedeelte van het boek over diakonaat in den brede, het tweede gedeelte telt verscheidene paragrafen die zich beperken tot beschrijvingen van het diakonaat in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daardoor wordt het boek niet dat breed opgezette diakonale handboek waarop ik hoopte. Wel nemen we zo kennis van intens diakonaal leven en werken in één van de verwante kerken in de gereformeerde familie!
g. Ik begrijp dat de Christelijke Gereformeerde Kerken een nieuw (vernieuwd? ) Formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen hanteren. Graag had ik dat in zijn geheel zien afgedrukt. (Brienen citeert het gedeeltelijk op pag. 154).
h. Brienen schrijft inspirerend en vindingrijk over de concrete diakonale taken. Diakenen moeten van hem zelfs controleren of de avondmaalstafels nog stevig genoeg zijn! (pag. 172). Hij wil de diakenen en het diakonaat ruimer betrekken bij de samenkomsten van de gemeente, zowel bij de voorbereiding als bij de voltrekking ervan (pag. 170). Hij laat de lezer echter toch in het onzekere, hoe hij dat precies ingevuld wil zien. Overigens overlapt het opstel van Van Well gedeeltelijk dat van Brienen. Ook elders in het boek komen overlappingen voor.
i. Velema schrijft een fijn opstel over de diakonale roeping. Hij weest zeer terecht op de eenheid van diakonaat en pastoraat. Ook over de verbondenheid van diakonaat met evangelisatie maakt hij waardevolle opmerkingen. Meer moeite heeft hij met het 'samenlevingsdiakonaat'. Politiek diakonaat — in partijpolitieke zin — wijst hij af. Dan gaat zijns inziens de kerk de grens over. Hij wijst op de taak van de burgers. Politiek toegespitst diakonaat gaat zijns inziens ook de macht der kerk te boven. Wel echter ziet hij een taak voor het diakonaat om bij structurele noden de betreffende instantie te wijzen op haar verantwoordelijkheid. Ik moest denken aan de hervormde kerkorde, ordinantie 15.1.2, waar staat dat het diakonaat (mede) gestalte krijgt in het dienen van de Kerk in haar taak om overheid en samenleving te wijzen op haar roeping ten aanzien van de sociale vraagstukken de gerechtigheid te betrachten. Ik denk dat ik minder bevreesd ben dan Velema voor een kerk, die — als kerk — een directe verantwoordelijkheid neemt voor de samenleving en haar noden. Toch laat ik me door schrijver gevoelig maken voor de gevaren en de grenzen die hier liggen,
j. Koole tenslotte is diep onder de indruk van de noden en de ongerechtigheden in de wereld van de armen. Hij ziet duidelijk wat anderen dan hij genoemd hebben: 'wij zijn deel van het probleem'. Hij pleit voor internationaal gerichte barmhartigheid via 'allerlei bonafide charitatieve instellingen' (pag. 234). Dit moet gebeuren, aldus schrijver, 'hoewel het buiten de directe verantwoordelijkheid van het diakonaat ligt'. Dit vermag ik niet in te zien. De Kerk heeft een Woord èn daad voor de wereld: zending èn werelddiakonaat. Wel dienen die twee, hoe onscheidbaar ook, van elkaar onderscheiden te blijven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's