Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Trooster en Zijn werk (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Trooster en Zijn werk (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is uw enige troost, beide in leven en in sterven? Die vraag van de Heidelbergse Catechismus is nog steeds aktueel. Dat hoeft ons niet te verbazen, want hij raakt het hart van ons bestaan en stek de diepste noden van ons leven aan de orde. Het is ook een moderne vraag; steeds meer mensen zijn immers op zoek naar wat hen houvast kan bieden. Jarenlang stond het geloof in technisch kunnen centraal. God was dood en wij mensen konden Hem wel missen. Nu wordt alles omgekeerd. De kilheid van de computermaatschappij doet velen vragen naar geborgenheid. Waar vinden we warmte, liefde, vrede voor ons hart? Hoe kunnen we God vinden? Is Hij voor ons niet de grote Onbekende geworden? Velen spreken over godsverduistering. Anderen menen het antwoord gevonden te hebben: God is in jezelf, alles draagt een goddelijke kern in zich. Wie echt houvast zoekt, moet met zichzelf en de omringende wereld in harmonie komen. De oude dichtregel 'Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten' wordt door velen allang niet meer als godslastering gezien, maar wordt als een uiting van de diepste religiositeit van harte beleden.
Alom ontmoeten we een toenemende individualisering op geestelijk gebied. Wat ik voel en wat ik beleef is normatief. Velen zijn van het evangelie vervreemd en staan kritisch tegenover oude waarheden; gezag en ideologie hebben afgedaan. Ieder moet zijn of haar geloof op een eigen wijze beleven. Waar de één getroost wordt door een bijbelwoord of een psalm, vindt een ander rust in meditatie en mystiek. Hoe verschillend die uitingen ook zijn, we moeten ze volgens velen alle als werk van de Geest beschouwen. De verwarring neemt toe en bewegingen als New Age brengen allerlei oude ketterijen in nieuwe verpakking aan de man en vinden ook binnen de kerken gretig aftrek. Maar ook waar men aan Gods Woord vasthouden wil, grijpt het individualisme om zich heen.
De uitersten vinden elkaar in een afwijzing van ambtelijke structuren, de geordende prediking en het zoeken van bijzondere geestelijke ervaringen. Ieder heeft een eigen opvatting over het werk van de Heilige Geest en probeert die met klem van argumenten aan anderen over te brengen. Intussen is bij velen bepaald geen sprake van een krachtig geestelijk leven en wordt de werking van de Geest node gemist.
Daarom is het goed om de oude vraag van de Catechismus opnieuw aan de orde te stellen en zo door te stoten naar het persoonlijke leven met God: Wat is uw enige troost? We letten daartoe met name op het werk van de Heilige Geest als de Trooster. Dat heeft een bijzondere plaats in het leven van het geloof. De Heilige Geest werkt niet alleen het geloof door de prediking van het Woord, Hij onderhoudt het ook, versterkt en vermaant en leidt voort op de weg van Christus. De Heidelbergse Catechismus spreekt in antwoord 53 over de Heilige Geest en Zijn werk en zegt daar onder meer: 'Ten andere, dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij trooste en bij mij eeuwig blijve.'

Troosten
Opvallend is, dat hier bij het werk van de Heilige Geest opnieuw over troost gesproken wordt. Daarmee neemt de Catechismus het thema van de eerste vraag weer op. Zo wordt het werk van de Geest midden in het leven geplaatst. Door alle eeuwen heen hebben mensen behoefte aan troost gehad. Sinds de val in het paradijs trekken ziekte en dood diepe sporen in ons leven. De vloek op de zonde heeft Gods goede schepping ontwricht, waardoor de aarde doornen en distelen voortbrengt. Mozes schrijft: het uitnemendste van het leven is moeite en verdriet. Sommigen proberen dat weg te lachen. Bij de oude Grieken leefden velen onder het motto: 'Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij'. Het leven was kort, de dood het definitieve einde, daarom maakte men er maar het beste van en genoot van de korte tijd die men op aarde was. Ook in onze dagen heeft deze gedachte brede aanhang, de oppervlakkigheid viert hoogtij. Andere Grieken hadden een sombere kijk op het leven. Iemand schreef: 'Het beste voor stervelingen is nooit geboren te worden; voor hen die al geboren zijn is het echter het beste zo vroeg mogelijk te sterven'. Het tekent de diepe troosteloosheid van het leven zonder God; het is uitzichtloos en zinloos. Al is er veel veranderd, nog steeds is het leven zonder God een leven zonder troost, omdat alles buiten de Heere namaak is, die ons ontvalt en met lege handen achterlaat. Dan vinden we nooit de echte troost voor leven én sterven. Dat kan ook niet anders, want zonder Gods Woord en Geest wordt de diepste werkelijkheid niet gepeild: op de bodem van alle vragen ligt der mensen zondeschuld. Wie dat niet erkent, zal ook de weg tot de troost niet vinden.
Daarom ontdekt Gods Woord ons de diepe nood van ons hart. Waar de Heilige Geest komt werken, voelen we niet alleen het verdriet over wat we aan leed moeten meemaken, maar nog meer de pijn vanwege onze zonde en schuld. Dat gaat verder dan het gewone verdriet, het verbreekt zondaarsharten in schuldbesef. Het keert ook in het geloofsleven telkens terug, omdat we in de voortgaande ontdekking onze zondige aard hoe langer hoe meer leren kennen. Daar is ook sprake van een voortdurende strijd met de doodsvijanden, die niet ophouden de gelovigen aan te vechten: de duivel, de wereld en ons eigen vlees. Daarom is het geen wonder, dat de Catechismus begint met de vraag naar onze enige troost. Dat is het geheim van het geloof: wie God vreest, staat niet alleen op de wereld, maar kent Hem als de God van alle vertroostingen. Dat is in het bijzonder het werk van de Heilige Geest, Die door Christus Zelf de Parakleet, de Trooster, genoemd wordt.
Die naam hangt samen met het werkwoord parakaleo, dat in de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, dikwijls voor troosten gebruikt wordt. Eigenlijk heeft het Griekse werkwoord meer betekenissen. Het is ook: iemand tot zich roepen, hem vermanen, moed inspreken. Maar als een stralende ster in een donkere nacht wijst het ons de weg naar de ware troost. Die is alleen bij de Heere te vinden. In tere beelden tekent het Oude Testament de liefde van de Heere. Hij is de Herder, Die Zijn schapen leidt; Hij troost meer dan een moeder troosten kan. Zo spreekt Hij door Zijn Woord tot elk, die voor Hem leeft. Hij oordeelt door Zijn profetisch Woord, maar Hij troost er ook mee. De profeten vermanen, ze stellen het volk schuldig voor God en roepen het terug tot de Heere. Maar terwijl ze dreigen met Zijn oordeel, verkondigen ze ook het wonder van Gods liefde en trouw. Hij zal naar Zijn volk omzien. Jesaja zingt het lied van de troost voor aan een volk in het oordeel: 'Troost, troost mijn volk, zal ulieder God zeggen'. Hij wijst ook aan Wie dat doen zal: de Knecht des Heeren komt om alle treurigen te troosten (Jes. 61 : 2). In Hem brengt God in het laatste der dagen de ware troost nabij. Naar Hem hebben de gelovigen op de grens van Oud- en Nieuw Testament uitgezien. Simeon en Anna maakten deel uit van de kring gelovigen, die de vertroosting van Israël verwachtten.
Zo krijgen de woorden troost en vertroosting in het Nieuwe Testament altijd hun vulling vanuit Christus en Zijn evangelie. Daarmee worden de gemeenten vermaand. Wie vol is van Christus' genade kan ook anderen aanvuren in de strijd van het geloof. Barnabas bemoedigt de gemeenten als zoon der vertroosting. Paulus schrijft over de rijkdom van de troost, waarmee de God aller vertroosting hem heeft vertroost en niet alleen hem, maar ook de gemeente. Dat is het geheim van Christus' Kerk in een wereld, die in duisternis en wanhoop ten onder dreigt te gaan. Terwijl sommigen vluchten in de geneugten van het leven met de gedachte, dat met de dood alles uit is, mag de Gemeente van Christus weten van de erfenis die wacht. Daar wordt gesproken over de troost van het eeuwige leven, dat als een schat bewaard wordt door haar Koning.
Dat geeft het leven zin. Het is geen tredmolen, waar een mens in voortgaat totdat de dood hem uit zijn lijden verlost. Het is een leven, waarin de Heere nabij is. Christus vermaant niet alleen om voort te gaan op Zijn weg, maar is Zelf ook de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij trekt mee door de duistere dalen en baant de weg door water en door vuur. Hij hoort naar het gebed en heeft antwoord in Zijn Woord. Ja nog meer. Hij heeft Zijn Heilige Geest gezonden. Die blijft bij allen, die Hem liefhebben. Door die Geest worden zondaren vertroost met de genade van Christus en de liefde van de Vader. Dat geeft moed en kracht. Al gaat het door veel verdrukkingen heen, wie Christus volgt, zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen. Die hoop verzacht het leed en houdt overeind in vervolging en de strijd. Dat is het werk van de Heilige Geest, Die de gelovigen leert in Gods kracht het kruis vrolijk te dragen. Hij is de Trooster, Die het oog verlicht en de duisternis op doet klaren, zodat er zicht komt op de Zaligmaker, in Wie de bron van troost gelegen is. Over die Trooster spreekt Christus in Johannes 14 : 16, al heeft het Griekse woord Parakleet een ruimere betekenis dan de vertaling Trooster aanduidt. Maar daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Trooster en Zijn werk (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's