Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Trooster en Zijn werk (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Trooster en Zijn werk (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer over het werk van de Heilige Geest gesproken wordt, komt al snel de naam Trooster bij ons boven. Toch wordt die naam veel minder in de Bijbel genoemd, dan we zouden verwachten. Komt het werkwoord troosten overvloedig voor, de naam Trooster, Paraklètos, wordt slechts vijf keer gebruikt in het Nieuwe Testament, uitsluitend in de geschriften van de apostel Johannes. In het Johannes-evangelie wordt daarmee vier keer de Heilige Geest aangeduid. Christus noemt Hem in Joh. 14 : 16 'de andere Trooster'; in Joh. 14 : 26, 15 : 26, 16 : 7 heet Hij eenvoudig 'de Trooster'. Daarna komt de uitdrukking nog één keer voor, maar dan met de vertaling 'Voorspraak'. In 1 Joh. 2 : 1 noemt de apostel Christus de Paraklètos, als hij schrijft: 'Wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige'.
Die verschillende vertalingen geven al aan, dat het Griekse woord 'Paraklètos' meerdere betekenissen heeft. Letterlijk betekent het: de erbij geroepene. We kunnen denken aan iemand die te hulp wordt geroepen in een tijd van nood; een bijstand in de zorgen van het leven, die inspringt, wanneer iemand de last niet alleen kan dragen. Maar de uitdrukking heeft toch vooral te maken met de rechtsspraak. Daar is de Paraklètos iemand, die te hulp wordt geroepen om de ander in een proces bij te staan. In het oosten gebeurde dat dikwijls, omdat de getuigen in een rechtszaak een belangrijke rol vervullen. 'In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan'. Zij konden zowel aanklagen als vrijpleiten. We vinden daarvan voorbeelden in het proces tegen Naboth en de veroordeling van Christus door het Sanhedrin, waar de getuigen als aanklagers optraden. Maar in de meeste gevallen functioneerden getuigen als voorspraak, advocaat. Zij kwamen voor de beklaagde op en bepleitten zijn zaak. Soms hielpen ze hem door bepaalde dingen ter sprake te brengen, die hij zelf vergeten was. Zo waren ze pleitbezorgers, die op verschillende wijze te hulp schoten. In de theologie werd het ene woord Paraklètos dan ook op uiteenlopende manieren uitgelegd. De Griekse kerkvaders kozen in het algemeen voor de vertaling 'Trooster'. De Latijnse kerkvaders gebruikten soms de uitdrukking Trooster, maar veel meer: oorspraak, Advocaat'. Luther volgde de Grieken en zijn keuze beïnvloedde talrijke anderen. Hoewel hij de elementen van de voorspraak en bescherming niet vergeet, heeft Calvijn ook een duidelijke voorkeur voor de naam Trooster. 'Christus heeft door deze Naam ons geloof willen versterken, opdat wij door geen aanvechtingen overwonnen zouden worden'. Zoals al duidelijk werd uit de eerder aangehaalde voorbeelden, gebruikt de Statenvertaling beide betekenissen. Soms wordt naast de ene vertaling ook de andere mogelijkheid genoemd, zoals in de kanttekeningen op Johannes 14 : 16, waar in de tekst de naam 'Trooster' gebruikt wordt. De kanttekenaren schrijven: 'Of advocaat en voorspraak, namelijk de Heilige Geest, Die u niet alleen zal troosten en sterken, maar ook ingeven, hoe gij u verantwoorden zult in tijd van benauwdheid en vervolging'. Deze verschillende vertalingen geven aan, hoe veelkleurig het werk van de Heilige Geest in het leven van Christus' Kerk is.

Andere Trooster
We vinden de uitdrukking 'Trooster' voor het eerst in de afscheidsgesprekken van de Heere Jezus met de discipelen. Er breekt een nieuwe tijd aan, Christus gaat lijden en sterven. Hij weet, dat Zijn weg door de vernedering naar de verhoging zal gaan, door de dood naar het leven. Op die weg zal niemand van Zijn discipelen Hem kunnen volgen. Hij treedt de pers alleen. Daarmee sluit Hij een periode af. Zijn omwandeling op aarde is voorbij. Nu komen de roeping en de belofte, waarmee Hij Zijn discipelen had geroepen, in volle kracht tot hen: 'Volgt Mij na en Ik zal u vissers der mensen maken'. Dat zullen ze alleen in Zijn kracht kunnen volbrengen. Ze komen voor een enorme opdracht te staan en zullen bij de uitvoering daarvan bemerken, dat een dienstknecht niet meer is dan zijn heer. De wereld heeft Christus gehaat, ze zal ook hen haten en vervolgen. In die strijd zullen de discipelen de aanwezigheid van hun Meester moeten missen. 'Nog een kleine tijd en gij zult Mij niet meer zien', zegt Christus. Dat grijpt diep in bij de discipelen. Drie jaar was Christus met hen opgetrokken. Waar ze ook gingen, wat ze ook meemaakten. Hij was er altijd. Zijn Woord vertroostte hen. Hij wees hun de weg in allerlei vragen en problemen. Hij bewaarde hen in de storm, toen wind en golven hen met de dood dreigden; Hij kwam voor hen op, toen de schriftgeleerden hen aanvielen; Hij voedde hen en leidde hen voort. Terwijl zij Hem zo dikwijls vergaten, dacht Hij aan hen in Zijn voorbede tot de Vader.
Zo was Hij hen werkelijk tot Trooster, de Bijstand uit de hemel, van de Vader gegeven tot hun Zaligmaker. In Hem was de vertroosting van Israël nabij, zodat de mensen uitriepen: God heeft Zijn volk bezocht. Dat zou nu allemaal een einde nemen. Is het een wonder, dat bij Christus' afscheid droefheid het hart an Zijn discipelen vervult? Ze weten niet, hoe ze verder moeten. Daarom troost Christus hen. Hij gaat wel heen, maar om hun een plaats te bereiden in het Vaderhuis met de vele woningen. Ook in de hemel zal Hij hun Bijstand blijven: 'Zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen'. Johannes heeft dat later pas goed verstaan. Daarom schrijft hij aan christenen in aanvechting en strijd: 'Wij hebben een Voorspraak in de hemel, de Heere Jezus Christus'.
Hij laat Zijn Kerk niet los, maar draagt haar op aan de Vader. Zo treedt Hij als de hemelse Advocaat voor mensen in, die alles missen en pleit op Zijn volbrachte werk. Die gedachte komt ook elders in de brieven van het Nieuwe Testament terug. Christus is de grote Voorbidder in de hemel, door Wie wij met vrijmoedigheid mogen toegaan tot de troon der genade. Het is, alsof de apostelen ons in koor toeroepen: Christus leeft altijd om voor Zijn volk te bidden. Hij is wel weg van de aarde, maar Hij zet Zijn werk als Parakleet in de hemel voort, tot heil van allen, die in Hem geloven.
Toch laat Hij Zijn Kerk op aarde niet los. 'Christus is naar Zijn menselijke natuur niet meer op de aarde', zegt de Catechismus, 'maar naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons.' De Heilige Geest is de andere Trooster, Die het werk van Christus voortzet. Waar de Geest komt, is Hij Zijn representant. Er is eenheid in het werk van de eerste en de tweede Trooster. Christus zegt niet: 'Ik zal u een andere tróóst geven, maar een andere Trooster'. De troost die de Heilige Geest geeft, is geen andere dan die Christus eerst aan Zijn discipelen gegeven heeft. Wel valt nu veel open, wat in Christus' woorden en daden voor de discipelen verborgen was gebleven. De Geest spreekt immers vanuit de volheid van Christus' volbrachte werk. Hij past het toe aan zondaarsharten en geeft deel aan de volle troost van de ganade. In dat opzicht kunnen we zeggen, dat het werk van Christus nu in alle heerlijkheid openbaar is gekomen. Op Pinksteren doet de ten hemel gevaren Koning door Zijn Geest al de Zijnen delen in de volheid van Zijn genade, die Hij met Goede Vrijdag en Pasen verworven heeft. 'Zo is de tegenwoordigheid van de Heilige Geest voor de gelovigen beter en van groter nut dan de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus zou zijn, nu Hij het ene offer, dat Hij voor de zonde moest brengen, volbracht heeft' (Owen).

Gezonden Trooster
Wanneer de Heilige Geest neerdaalt op Gods Kerk in deze wereld als de Trooster werkzaam wordt, is dat het werk van de Drieënige God. De Heilige Geest komt van de Vader (Joh. 15 : 26), uit de hemelse heerlijkheid om op aarde Christus te verheerlijken. Hij komt als de Geest der heiligmaking, maar ook als Trooster en Voorspraak. In Johannes 14 lezen we, dat de andere Trooster door de Vader gegeven wordt op het gebed van Christus, de Middelaar. Die gave is gegrond op het volbrachte werk van de Zaligmaker. De Vader zendt Hem dan ook in de Naam van Christus, dat wil zeggen: in Zijn kracht en als Zijn Vertegenwoordiger, om het werk van de Middelaar toe te passen aan de gelovigen. Daar grijpt heel het werk van de Drieënige God ineen. De Vader, Die in Zijn welbehagen Zijn Zoon zond tot een Zaligmaker der wereld, zendt in dezelfde liefde vervolgens de Heilige Geest. De Trooster daalt neer om die liefde van de Vader bij Zijn kinderen thuis te brengen en daar deel aan te geven. Wanneer we dat in het geloof overdenken, gaat het ons duizelen. Wat is God goed voor zondaren! Hoe meer we er zicht op krijgen, des te meer gaan we Gods eeuwige liefde aanbidden.
Maar ook Christus Zelf is bij die zending betrokken. Petrus spreekt daarover op de Pinksterdag: 'Hij dan, de belofte des Heiligen Geestes (beter vertaald: de beloofde Heilige Geest) ontvangen hebbende van de Vader, heeft dit uitgestort, wat gij ziet en hoort' (Hand. 2 : 33). Als de ten hemel gevaren Koning vervult Christus Zijn belofte aan de discipelen: 'Ik zal u de Trooster zenden van de Vader'. Hij laat Zijn Kerk niet alleen op de aarde, maar zendt haar een Bijstand en Voorspraak, Die haar troost in het gemis en vervult met al de zegeningen die Hij als haar Heiland heeft verworven. Zo is de Geest 'de band, waarmee Christus ons met Zichzelf krachtig verbindt en verenigt' (Calvijn). Hij daalt neer om de verbinding te leggen tussen hemel en aarde en tussen de gelovigen onderlingen. Hij blijft niet alleen bíj hen, maar wil ín hen zijn, zodat er sprake is van de meest innige gemeenschap door het geloof. De Geest komt niet alleen om de gaven van Christus uit te delen, Hij is ook Zelf een gave. Hij is als de Geest van de Vader en de Zoon werkzaam in zondaarsharten, vernieuwt en vertroost en leidt voort op de weg van het geloof. Wanneer we deze Bijstand kennen, zijn we nooit alleen. Daar komt ook plaats voor de groei van het geloof, die de Heilige Geest schenken wil aan allen, die de Heere vrezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Trooster en Zijn werk (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 november 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's