Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

RENSWOUDE
Wie via Woudenberg en Scherpenzeel richting Veenendaal of Ede rijdt, komt door het dorp Renswoude. Hij of zij zal de fraaie Koepelkerk zien staan, rechts van de weg tegen het kasteelbos aan. De bouw van de kerk en de geschiedenis van het dorp zijn nauw verweven met de historie van het kasteel en zijn bewoners.
Renswoude (Rijns- of Rhenens-woude) heeft een rijke geschiedenis. Reeds in 1321 staan in een koopakte namen van boerderijen vermeld, die tot heden als hofsteden in gebruik zijn.
Op de grens van het Sticht en het Gelderse heeft een versterkt huis (kasteel?) gestaan. Het heette de Borchwal en werd in 1536 als Ridderhofstad erkend. Johan van Reede kocht in 1623 het huis met de daarbij behorende bezittingen. Een van de plannen, die hij maakte: bij het huis en voor de bewoners van het dorp moest een kerk verrijzen. Dit plan behelsde tevens, dat een eigen predikant moest worden beroepen. Vóórdat deze plannen uitgevoerd werden, waren ten huize van Aert Rouw, die waarschijnlijk dicht bij de Borchwal woonde, reeds kerkdiensten gehouden.
Johan van Reede, een vermogend man, was lid van de Staten van Utrecht, tevens Domheer. Voor de stichting van de kerk ontving de baron financiële steun van o.a. de Staten van Utrecht en van de familie van stadhouder Prins Frederik Hendrik, de stedendwinger.
De bouw begon in 1638 en was in 1641 klaar. Een architect of bouwmeester blijft tot heden onbekend. Gezien de overeenkomst met de vorm van de kerk te Hooge-Zwaluwe (in dezelfde tijd gebouwd) wordt wel eens de naam van de bekende Jacob van Campen genoemd. Het bestek, dat Van Reede tekende met twee aannemers uit Utrecht, is bewaard gebleven. De plattegrond heeft de vorm van een Grieks kruis: een vierkant met aan elke zijde een korte uitbouw. Tussen het vierkant en de uitbouwsels staan telkens twee Ionische zuilen. De vier hoeken zijn sterk verzwaard; daarop rust het gewicht van de metershoge koepel. Het vierkant is hoger opgetrokken dan de zijdelen; deze zijn met een schuin dak gedekt. Hogerop is het vierkant door afsnijding van de hoeken tot een achtkant gebouwd, waarboven de acht schilden van de eigenlijke koepel. Daar staat een achtkantige lantaarn, waarin de stoel voor de twee luidklokken en het uurwerk. De wijzerplaten zijn 's avonds verlicht. Bijzonder is bij centraalbouw, dat de koepel (toren) volledig in de kerkruimte is opgenomen. Volgens deskundigen is de galm bijzonder goed.
Wie de kerk binnengaat via de hoofdingang, moet eerst een aantal treden op en staat dan op een stoep, waarop vóór de restauratie van 1935-37 een voorportaal stond, het zgn. klompenhok. Boven de dubbele deur is het wapen van Johan van Reede en diens vrouw ingemetseld. Het portaal aan de binnenzijde heeft links en rechts een deur, waardoor u de eigenlijke ruimte der kerk betreedt. Tegenover u ziet u de kansel met fraaie koperen lessenaar. Boven de kansel bevindt zich het orgel. Het is daar in 1936 bij de restauratie geplaatst. In 1977 is er een keurig wit geschilderd orgelfront tussen de pilaren geplaatst. Gaat u in het midden van de kerk zitten en kijkt u omhoog, dan ziet u, dat de binnenzijde van de achtkantige koepel beschilderd is. Het zijn medaillons met daarin verschillende wapens. Johan van Reede was als ridder lid van de Staten van utrecht, die een voor die tijd ruime subsidie t.b.v. de bouw hebben geschonken. U ziet de wapens van: Duitse orde (de zgn. Balije van Utrecht), St. Marie, St. Pieter, St. Maarten, Oud bisdom Utrecht, provincie Utrecht, St. Servaes en St. Jan. Volgens zeggen schonk elk dezer instanties een pilaar.
Een tweede reeks wapens hangt boven de kapittelen der zuilen. Na onderzoek van dhr. J.D.H. van den Brink is gebleken, dat deze wapens zijn van Stadhouder Prins Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms en beider familie. Hoe deze wapens in de kerk gekomen zijn, is een verhaal apart. Om kort te gaan: de wapens hangen daar uit dank voor de steun, die Johan van Reede voor de kerkbouw ontvangen heeft.
Nog een derde rondblik is mogelijk. Er hangen rouwborden van de families Van Reede en Taets van Amerongen. (Toen Maria Duijst van Voorhout, weduwe van Frederik Adriaan baron van Reede in 1754 kinderloos stierf kwam de familie Taets van Amerongen op het kasteel wonen en erfde deze de heerlijke rechten, die hierbij hoorden.) Aanvankelijk werd er in de kerk begraven. Het graf van de familie Taets van Amerongen ligt nu aan de Noordzijde tegen de kerk aan. Ik wijs u nog op een marmeren gedenksteen, die in juni 1959 is ingemetseld. Uit de inhoud blijkt duidelijk, hoe sterk de banden waren tussen de kasteelheren en de kerk. Immers, de kerk was tot 1922 eigendom van de Heren Van Reede en Taets van Amerongen.
De consistorie is naderhand tegen de kerk aangebouwd. Aan de muur hangt een serie foto's van predikanten, die in de loop der eeuwen het Woord Gods hebben bediend. Ook is er een duidelijke beschrijving van de wapens van de familie van Prins Frederik Hendrik.
'Men moet dit Godshuis ondergaan als een stuk getuigenis.' Veel symboliek is direct aanwijsbaar. Ik noem er enkele: a. Voedsterheren der kerk hebben door initiatief en offers gezorgd, dat het Evangelie is gebracht; b. De preekstoel met de daar opengeslagen Bijbel staat in het midden. De banken met 410 zitplaatsen staan daaromheen geschaard; c. Het hoogste punt van de kerk is de windwijzer in de vorm van een vis. In het Grieks Ichthus, de eerste letters van Jezus, Christus, Gods Zoon, Zaligmaker.
Een groot aantal historische gegevens staan hierboven vermeld.
'Als men dan gaat nadenken over zin en doel van zulk een gebouw, dan komt men als vanzelf bij de eredienst terecht... De gemeente schaart zich rondom het geopende Woord om te luisteren naar de verklaring van de heilsboodschap... De Geest gaat uit van het Woord en vervult het gehele huis... Hier ligt het raakvlak van tijd en eeuwigheid... Het kerkgebouw... enerzijds "Huis Gods" en anderzijds "Huis der Gemeente". Deze tweeledigheid komt te staan in het teken van het Kruis', s1)

si) Citaat uit het 'Woord Vooraf' van de hand van de Voorzitter van de Kerkvoogdij, J.T. Wolleswinkel, in het boekje van S. Laansems: Geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk van Renswoude (Walburgpers, Zutphen, 1980). Van de inhoud van dit geschrift heb ik dankbaar gebruik gemaakt.
Op verzoek van p.l. ds. D.N. Verheij heb ik dit verkort overzicht geschreven,

L. van de Peut. em. pred.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's