Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sions gruis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sions gruis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De redactie vroeg mij, wat de woorden van Psalm 102 : 15 voor mij vandaag betekenen. Deze woorden zijn gesproken door een verdrukte, toen hij overstelpt was en zijn klacht uitstortte voor het aangezicht des HEEREN. Dat is niet gering! Mij dunkt, dat wij wat beschroomd moeten zijn ze al te gemakkelijk tot de onze te maken. Wij zijn niet zo gauw een 'gans ontblote' bidder (vs. 18). Ik kan deze Psalm nooit lezen, zonder te denken aan de indrukwekkende preek erover van Alexander Comrie in het tweede deel van zijn Leerredenen.

We hebben in Psalm 102 te maken met een bidder, die zucht onder de al zo lang durende ballingschap. Midden in zijn nood en dood krijgt zijn geloof echter houvast aan het woord van Gods toezegging, dat er een einde zal komen aan de ballingschap. Hetzelfde gebeurde met Daniël, van wie we lezen, dat hij in de boeken merkte, 'dat het getal der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot de profeet Jeremia geschied was, in het vervullen van de verwoestingen van Jeruzalem, zeventig jaren was' (Daniël 9). Dit ontwaakte geloof doet de dichter uitroepen: 'Gij zult opstaan. Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen!' Pas dan gaat hij spreken over de liefde en de ijver van Gods knechten. Dit is erg belangrijk. Het leert ons, dat een waarachtig herstel van Sion niet begint bij onze liefde en bij ónze bewogenheid en bij onze ijver, maar in Gods vrijmachtige ontferming en in (zoals de berijming het noemt) Zijn gunstrijk welbehagen.

Nu zegt de dichter dat Gods 'knechten' (de kanttekenaar merkt op dat dit betekent: wij. joden) een welgevallen hebben aan haar stenen. Wie wordt bedoeld met haar? Ongetwijfeld de stad Jeruzalem. Ten tijde van de ballingschap was deze een puinhoop. Zo vertolkt de dichter het bij de ballingen levende verlangen, dat het vervallen Jeruzalem mocht worden hersteld in haar vroegere schoonheid. Vraagt men, wat dit Schriftwoord vandaag voor mij betekent, dat wil ik duidelijk stellen dat Jeruzalem voor mij nü de Kerk des HEEREN is. Ik denk bij dit vers beslist niet aan het huidige Joodse land. Sion is de Kerk, uit Jood èn heiden. Ik zou mij geen raad weten, als ik bij het zingen van de Psalmen steeds bij de woorden Sion, Jeruzalem en Israël aan het huidige, aardse Palestina zou moeten denken. Dit zou voor mij een terugval betekenen in het oude, aardse Joodse denken waarmee ook de discipelen aanvankelijk maar al te zeer waren bezet.

De betekenis van de woorden van Psalm 102 lijkt mij duidelijk voor onze tijd. De Kerk Gods vertoont, droevig genoeg, alle tekenen van een rokende puinhoop, 's HEEREN Kerk heeft bitter en ernstig geleden onder de tijdgeest, het materialisme, de veroppervlakkiging, het groepsdenken, de verwereldlijking en onder zoveel andere dingen meer, die als stormrammen hebben gediend om Sions muren tot gruis te maken. Ik denk bij de woorden 'en hebben medelijden met haar gruis' nog niet eens in de eerste plaats aan de kerkelijke verdeeldheid. Die is er; zij is droevig genoeg, met name wanneer het om kinderen Gods gaat die één zijn in het werk des HEEREN, maar toch om welke reden dan ook niet met elkaar willen optrekken. Dit verzwakt het getuigenis van Gods Kerk naar buiten zeer ernstig. Maar aan de andere kant moeten wij eerlijk bekennen, dat er over de kerkelijke verdeeldheid al krokodilletranen genoeg zijn gestort, die echt niet allemaal voortvloeiden uit medelijden met Sions gruis. De kwaal zit veel dieper, en het geneesmiddel kan nooit bestaan in een modieus en oppervlakkig eenheidsstreven, waarin de waarheidsvraag wordt veronachtzaamd. Waar het om gaat is, dat een ontzettende geestelijke duisternis zich over Sion heeft verspreid. Overal en reeds lange tijd. De oorzaak ligt niet in welke 'cultuuromslag' dan ook (hoeveel zijn er al niet geweest in de laatste twintig eeuwen) maar in onze Godsverlating. De remedie kan alleen liggen in een ongeveinsde droefheid over Sions gruis, in een hartelijk welgevallen aan haar verstrooide stenen en in een oprechte wederkeer in handel en wandel tot Sions Koning.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Sions gruis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's