Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volgen en na-volgen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volgen en na-volgen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis op en volge Mij.' Matth. 16 : 24

Uitgerekend de eerste Messiasbelijdende jood zegt nee op de eerste lijdenspreek. Petrus kan geen amen zeggen op dat wat hij van de Heiland te horen krijgt.
'Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derde dage opgewekt worden' (21).
Petrus spreekt het onaanvaardbaar uit.
Heeft hij dit bedoeld toen hij zijn belijdenis uitsprak: 'U bent de Christus, de Zoon van de levende God'?
Daarom komt hij in verzet. Hij neemt de Heiland apart voor een bestraffend gesprek onder vier ogen. Het is duidelijk, dat hij hier zijn plaats niet weet. Maar is het tegelijkertijd geen uiting van liefde?
Hij wil zijn Heiland en Meester het lijden besparen. Ook daarom tracht hij Jezus van de gedachte van lijden en dood af te brengen. Petrus en zijn mede-discipelen hebben het zich zo anders voorgesteld.
Als ze deze lijdenspreek van de Heiland horen, dan moet dat toch voor hen een geweldige teleurstelling hebben opgeroepen. Petrus wil Jezus van de weg van het lijden afhouden.
Maar zo stelt hij zich onwetende in dienst van de satan, die in de woestijn Jezus al op de andere weg tot het koningschap gewezen heeft. Niet de weg van de diepte, maar de weg omhoog. De weg van glorie en macht buiten het kruis om.
Maar de Zoon des mensen. Die met alle heerlijkheid bekleed is, is ook de Knecht des Heeren, Die de zonde van het volk op Zich nemen zal.
De Heiland gaat de weg van de diepte en het lijden in gehoorzaamheid aan de Vader. Zijn spijze is te doen de wil van Zijn hemelse vader.
Het is de weg van Gods Raad. Een Goddelijk moeten. Gods heilsplan.
'Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?'
Die weg is ook een moeten van de profetie: de weg van het lijden zag Jezus Zich ook gewezen in de profetie. De profetie van de lijdende Knecht des Heeren.
Maar juist die verbinding van de Zoon van de levende God met de Knecht des Heeren stond haaks op het beeld dat Petrus van Jezus als de Messias had. En daarom plaatst hij zich midden op die weg. Hij stelt zich als struikelblok en hinderpaal op. In plaats van een rots (petra) is Petrus hier een steen des aanstoots voor de Heiland op de heilsweg.
Hij roept daartoe zelfs de genade van God in: God is U genadig! Dit zal U geenszins geschieden!
Maar dan op Zijn beurt bestraft de Heiland Petrus.
Petrus moet — terechtgewezen — zijn plaats weten.
Niet vóór Jezus uit om Hem de weg te wijzen, maar àchter Jezus aan op de weg, die de Heiland gaat in opdracht van en gehoorzaamheid aan de Vader.
Petrus heeft zich niet door menselijke gevoelens en overwegingen te laten leiden.
Een Goddelijke correctie, die ook wij telkens opnieuw weer nodig hebben.
Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf.
Ja-zeggen tot Jezus is nee-zeggen tegen jezelf. Eigen belangen en wensen moeten prijsgegeven worden.
Zelfverloochening staat tot op de dag van vandaag niet hoog genoteerd op de beurs van de wereldmarkt van waarden. Zelfhandhaving staat hoger genoteerd.
Een weg, die wij uit onszelf niet willen en ook niet gaan. Een weg, die wij alleen in het volgen van Jezus leren kunnen. Hij Zelf wijst niet alleen de weg, maar gaat ook die weg. Niet gekomen om te dienen, maar om gediend te worden. Uit de hemelse heerlijkheid neergedaald om Zichzelf te geven. Die, om ons mensen en onze zaligheid is neergekomen en mens geworden is.
De gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen en is de mensen gelijk geworden. Hij heeft Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood des kruises (Fil. 2).
Alle eigen belang heeft Hij laten varen om ons eeuwig belang. Hij Zelf heeft het kruis op Zich genomen. Hij heeft Zijn eigen kruis moeten dragen. Zo stelt Hij Zijn leven voor Zijn schapen.
In, door en aan het kruis neemt Hij het oordeel op Zich. Gods gericht en Gods genade kruisen elkaar op de kruisbalk van het kruis.
Wie Jezus leert volgen, kan niet om het kruis-punt Golgotha heen.
Het kruis staat midden op onze levensweg. Voor of tegen. Leven of dood.
Buiten Golgotha om lopen alle wegen dood.
Dat betekent ook de ge-volgen van het kruis op ons nemen.
Hij geeft ons geen zwaard in handen, maar brengt ons onder het kruis.
Het kruis van de zelfverloochening, de spot en de hoon terwille van Christus. Zijn wij pp die wijze kruis-dragers?
Het kruisdragen achter Jezus aan, zoals het gebed voor de doop uitspreekt: 'opdat zij hun kruis. Hem dagelijks navolgende, vrolijk dragen mogen.'
Van de discipelen wordt gezegd, dat zij zich verheugden dat zij waardig gekeurd werden om omwille van Christus te lijden. De blijdschap ligt niet in het kruisdragen, maar het in verbondenheid met Christus dragen. Zijn kruis kunnen wij niet dragen. Het volgen van Jezus kent z'n gevolgen, maar leidt dan ook tot na-volgen.
Zijn wij in deze wereld herkenbaar als volgelingen en navolgers van Christus?
Bij de voetwassing zegt Hij tot Zijn volgelingen: 'want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, zoals Ik gedaan heb, gij ook doet' (Joh. 13 : 15).
Of zoals Petrus later zelf schrijven zal: 'want hiertoe zijt gij geroepen, omdat Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zou navolgen.' (1 Petr. 2 : 21).
Dat is de weg van bekering: iet onze weg te gaan, zoals wij willen, maar in geloof en vertrouwen Gods heilsweg in Jezus Christus. Achter Hem aan als de Wegbereider en Voleinder van het geloof.
Dagelijks op de leerschool van de Heilige Geest. De Heilige Geest doet ons dan ook in de praktijk van ons dagelijkse leven verstaan wat het zeggen wil: leer van Mij...!
Dan is Christus niet de rots der ergernis, maar de vaste Rots van ons behoud.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Volgen en na-volgen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1992

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's