Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heerlijke tijding van Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heerlijke tijding van Pasen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere is waarlijk opgestaan Lukas 24 : 34a

Van de christelijke feesten is thans het Kerstfeest het meest gevierd. Dat is niet altijd geweest. Vroeger kreeg het Paasfeest de grootste aandacht. Het verdient geen aanbeveling om de voorkeur te geven aan een bepaald christelijk feest. Alle feesten zijn even belangrijk en verdienen onze volle aandacht. Alle feesten verkondigen ons een heerlijke tijding. De heerlijke tijding van Pasen is dat de Heere waarlijk is opgestaan. Wij hebben geen dode Heiland, wij hebben Eén die leeft. Die leeft tot in alle eeuwigheid. Hij is dood geweest. Hij is aan het kruis gestorven voor onze zonden. Hij is begraven, gelegd in het graf. Wat zouden we hebben aan een dode Zaligmaker? Wat zouden we hebben aan een Zaligmaker, die in het graf is blijven liggen? Wat zou zo'n Zaligmaker voor ons kunnen doen? Daar zouden we niets aan hebben. Die zou ons niet kunnen helpen en niet kunnen redden van dood en graf.
Hij is dood geweest, maar nu: Hij leeft. Op de derde dag is Hij opgestaan uit dood en graf. Hij heeft in eigen kracht de dood overwonnen. Wat geen mens kan, kon Hij. Hij is Triumfator. Hij is Overwinnaar van de dood en van de duivel. Dit is de heerlijke tijding van Pasen. Hij overwon. Hij is de sterke Held. Hij vernietigde de kop van die oude slang. Uit het graf nam Hij in Zijn hogepriesterlijk hart mee allen die Hem van de Vader overgegeven waren. Ook mijn dood en graf heeft Hij overwonnen. Hij leeft, en ik leef met Hem en door Hem. Geldt dat ook u? Dáár komt het op aan. Aan het geloof van een ander hebt u persoonlijk niets. Zoekt door het geloof met de Heere Jezus verenigd te worden. Dan wordt het werkelijk Pasen. Dan kunt u zeggen: 'De Heere is ook voor mij waarlijk opgestaan.'
De woorden van de tekst voor deze meditatie zijn gekomen uit de mond van de discipelen. Ze hebben ze gesproken toen de Emmaüsgangers in Jeruzalem terugkwamen, nadat ze de opgestane Christus herkend hadden. Nog voordat zij gelegenheid hadden om het hunne te zeggen, riepen de discipelen als uit één mond: 'De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien.' Zowel de Emmaüsgangers als de dis­cipelen zijn vol van een en dezelfde zaak. Ze zijn vol van Christus en Zijn opstanding. Zijn wij dat? Waren we dat allemaal maar op dit Paasfeest. Laten we eerlijk bekennen, de mens zit van nature vol met andere zaken. Ons hart zit vol met de dingen van deze wereld. Wij zijn op het aardse gericht. Nu kunnen we dit aardse leven niet veronachtzamen. Velen hebben een gezin en/of een bedrijf. Dat vraagt onze aandacht, dat eist onze inspanning. Maar we moeten er niet helemaal in opgaan of in ondergaan. Het leven is meer dan voedsel, drinken en kleding. Laten we op dit Paasfeest Christus zoeken. Laten we zoeken vol te worden van Hem en Zijn opstanding. Met Christus in uw hart kunt u leven, en als het zo ver is, ook sterven. Maar wanneer uw hart slechts gericht is op deze wereld, komt u straks voor eeuwig om.
De discipelen roepen: 'De Heere is waarlijk opgestaan.'
Ze zijn nu zeker van Zijn opstanding. Kort tevoren hadden ze er niet in geloofd. Vroeg in de morgen waren enige vrouwen met specerijen naar het graf gegaan. Ze hadden de steen afgewenteld gevonden en het graf leeg. Twee engelen hadden ze gezien die tot hen gezegd hadden: 'Wat zoekt gij de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgestaan.' Deze tijding hadden ze overgebracht aan de discipelen en aan al de anderen. Ze hadden alles uitvoerig aan hen verteld. Maar haar woorden schenen voor hen als ijdel geklap en zij geloofden haar niet. Haar woorden waren op ongeloof afgestoten. Op ongeloof stuit alles af. Ongeloof is een groot kwaad, is een grote zonde. Ongelovig is het hart van ieder mens van nature. In het hart van een onbekeerd mens vinden we geen geloof, wel ongeloof. Met alle kwaad zijn we behept, in ons woont geen goed. Daar kunnen we slechts door het licht van de Heilige Geest achterkomen. Zonder dat licht zien we het niet, blijven we die we zijn.
Ongeloof vinden we niet alleen bij onbekeerden, we vinden het ook bij kinderen Gods. De discipelen zijn er een voorbeeld van. Jezus had meer dan eens gezegd, dat Hij moest lijden en aan het kruis gedood worden, en op de derde dag zou Hij opstaan. Zij hadden het niet geloofd en er niet meer aan gedacht. Maar de vijanden wel. De vijanden waren naar Pilatus gegaan en hadden tot hem gezegd: 'Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan. Beveel dan, dat het graf verzekerd wordt tot de derde dag toe...' Wat diep beschamend voor de discipelen! De vijanden van Christus hebben eraan gedacht, maar zij niet. Ongeloof is bij onbekeerde mensen erg, maar nog veel en veel erger is het bij kinderen Gods. Laten we de bede van de vader van de maanzieke knaap uit het evangelie maar overnemen in onze gebeden: 'Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.'
Op welke wijze zijn de discipelen van hun ongeloof genezen? Hoe zijn ze ervan overtuigd geworden dat Jezus thans leeft? Dat was door Petrus. Nadat de vrouwen tot hen gekomen waren met de boodschap dat Hij opgestaan was uit de dood en het graf, waren Petrus en Johannes naar het graf gesneld. Volgens de evangelist Lukas was Petrus in het open graf gegaan. Hij had alleen de linnen doeken zien liggen, waarin het lichaam van de Heere Jezus gewikkeld was geweest. Maar Hem zelf had hij daar niet gezien. En weggaande had hij zich verwonderd over hetgeen hij er gezien had. Toen was het gebeurd. De opgestane Christus was hem ontmoet. Deze ontmoeting heeft hij natuurlijk direkt aan de anderen verteld. En toen smolt al hun ongeloof weg, gelijk sneeuw voor de zon. Wat Petrus hun vertelde, dat overtuigde hen.
Zij geloven. Maar een ogenblik later geraken ze toch weer in twijfel. Leest u Joh. 20 er maar op na. Wanneer de Emmaüsgangers vertrokken zijn, sluiten zij de deuren uit vrees voor de joden. Dan kunnen ze er niet meer bij- en niet meer inkomen. Sommigen van u zullen dat wel herkennen uit de praktijk van hun eigen geloofsleven. Wat de Heere in het geloof schenkt, ben je soms zo snel weer kwijt. Dat ligt niet aan de Heere, dat ligt aan ons. We laten het ons zo gemakkelijk afnemen door de duivel; die duivel is zo listig. Als we nu maar steeds stonden in de volle wapenrusting Gods, kon ons niets gebeuren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De heerlijke tijding van Pasen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1992

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's